Waarom mag Noord-Korea niet wat de VS wél mag?

27 juli 1953 kwam er een einde aan de vijandelijkheden tussen Noord- en Zuid-Korea. Sindsdien is Noord-Korea een internationale paria. Maar waarom mag dit land niet doen wat zijn aartsvijanden wel mogen?
opinie
Opinie

Lukas De Vos was journalist buitenland bij VRT Nieuws. Hij blijft met grote interesse de Europese en internationale politiek volgen.

Internationale politiek berust op doorzichtige rituelen. Net als in een school of in een kazerne bestaat er een duidelijke pikorde. Bovenaan staan de bullies, de pestkoppen, onderaan, de vanzelfsprekende vijand, de onwillige buitenbeentjes. Die laatste worden uitgebannen als paria's. De vraag is hoe een paria zich moet voelen.

Eén zo'n paria in de westersgezinde pers is Kim Jong-un, de “weergaloze bevelhebber”, en sinds zijn aantreden vijf jaar geleden de maarschalk van het Noord-Koreaanse Volksleger.

Het is bon ton hem met alle zonden van Israël te beladen. Alleen diehards zoals wijlen Ludo Martens van Amada/PvdA werden nog lyrisch bij de “verwezenlijkingen” van de Noord-Koreaanse dynastie. De laatste verwezenlijking, de lancering op 4 juli van de Hwasong-14, een intercontinentale raket (ICBM) die een kernkop kan dragen en een reikwijdte van 6.000 kilometer zou hebben, genoeg om Alaska te treffen, heeft weer alle registers doen opentrekken.

Dat dergelijke proeven door de VN verboden zijn, is voer voor discussie. De Amerikanen openden onmiddellijk een offensief om de al bestaande sancties te verzwaren. Ze vingen bot bij de Russen en Chinezen, die ook een vetorecht hebben in de Veiligheidsraad.

Terwijl Donald Trump aan CIA-baas Mike Pompeo de opdracht gaf het bewind in Pyongyang elke toegang tot kernwapens te versperren (maar minister van Buitenlandse Zaken Rex Tillerson ontkende dat Washington een regimewissel wou forceren, omdat het verdwijnen van Kim de stabiliteit in de regio niet noodzakelijk ten goede zou komen), beschuldigde de Noord-Koreaanse regeringskrant, de Pyongyang Times, de Amerikanen van plannen voor een verrassingsaanval.

Want diezelfde week viel er vrijwel ongemerkt een bericht binnen dat voor het eerst het THAAD-systeem (Terminal High Altitude Air Defence) met succes vanuit Kodiak (Alaska) een langeafstandsraket die boven de Stille Oceaan was gelanceerd had onderschept en vernietigd. Met dat THAAD-systeem gaat Washington Zuid-Korea uitrusten.

De Russen ontkenden dat het om een ICBM ging, alleen maar om een middellangeafstandsraket. Ze zagen dus geen reden om nieuwe strafmaatregelen erdoor te jagen.

De Chinezen, die nog altijd instaan voor 80 % van alle handel met Noord-Korea, zijn weigerachtig, nadat ze begin dit jaar de invoer van steenkool hadden stopgezet. Maar intussen blijkt wel dat in het eerste semester van dit jaar de uitvoer van China naar Noord-Korea met 30 % gestegen is. De handel nam toe met 10,5 %. Daar zit de zwarte markt niet in verrekend. Het is een publiek geheim dat hele textielwerkplaatsen in Noord-Korea “Made in China”-producten leveren tegen cash geld.

Een van de eerste reacties van Trump was dan ook kleine Chinese banken (zoals met de Bank of Dandong al gebeurde), enkele ondernemers, een scheepsagentuur, en bedrijfjes die onder de radar werken toe te voegen aan de lijst van te boycotten instanties. Geen gezichtsverlies voor China, enkele achterpoortjes toch gesloten.

Intussen drijft Trump de diplomatieke en mediacampagnes op. Een poll van de Washington Post en ABC-tv kort na de raketproef wees uit dat liefst 74 % van de Amerikanen bevreesd zijn voor een open oorlog met Noord-Korea.

Twee derde ziet in de wapenprogramma's van Kim een “serieuze bedreiging”. De staat Hawaï bereidt zich voor om een “onwaarschijnlijk geachte” aanval te doorstaan en zal vanaf november sireneoefeningen houden. Het eiland Oalu herbergt immers het hoofdkwartier van het legercommando voor de Stille Oceaan (USPACOM).

Een dezer dagen wordt ook het reizen met een Amerikaans paspoort naar Noord-Korea onmogelijk, tenzij met speciale toestemming. Officieel is het een tegenmaatregel na de dood van Otto Warmbier, de student die na één jaar opsluiting in coma werd vrijgelaten en kort daarop in Amerika stierf.

Tegelijk verhoogt Washington de druk op de laatste landen die nog kanalen openhouden met Pyongyang. Maleisië brak al uit eigen beweging de banden af na de gifmoord op een gevluchte oudere broer van Kim.

Nu kreeg Myanmar een bolwassing omdat, volgens het Pentagon, het leger nog altijd zaakjes doet met Noord-Korea, ook al heeft de burgerlijke regering van Aung San Suu-Kyi zich daarvan afgewend. De voormalige juntaleiders beweren dat ze sinds 2011 de invoer van wapens hebben stopgezet, en dat er geen Noord-Koreaanse raadgevers meer in het land zijn.

Er wordt zelfs gedacht, meldt de New Straits Times, aan de intrekking van de visa voor de “rode adel”, de kinderen van Chinese leiders die aan prestigieuze Amerikaanse universiteiten studeren. De Chinezen vormen de grootste groep buitenlandse studenten (onder wie zelfs de dochter van Xi Jinping aan Harvard). Zo'n maatregel heeft eerder gewerkt toen verregaande beperkingen voor Cuba werden ingevoerd (de Helms-Burton Act van 1996).

Zelfverdediging?

De gezwollen, zelfverzekerde toon van Noord-Korea bevat wel enige argumenten. Zo ziet Pyongyang in de ontwikkeling van atoom- en waterstofbommen een “rechtmatige vorm van zelfverdediging”.

Wie is Washington om andere landen te verbieden om hetzelfde wapenarsenaal te ontwikkelen?

Wie is Washington om terechtstellingen aan te klagen als de doodstraf in de meeste staten uitgevoerd wordt?

Wie is Washington om de armoede van de plattelandsbevolking aan te klagen als het zelf ruim 20 % burgers in nood heeft?

Pyongyang beschuldigt de VS er ook van “het grootste arsenaal van kernbommen” te hebben opgeslagen in Zuid-Korea, “sinds 1957 zijn ze bezig, er liggen nu 1.720 tuigen klaar”. En Washington bouwt in Phyongthaek zijn grootste buitengaatse legerbasis uit, “14,7 miljoen m², klaar tegen 2020”. Wapenopbod om interne tekortkomingen te verdoezelen.

Propagandaoorlog

Het logisch gevolg is een propagandaoorlog. Zuid-Korea heeft langs de demarcatielijn van 1953, de 38e breedtegraad, batterijen luidsprekers staan die het wereldnieuws brengen, popmuziek, en regelrechte propaganda. Noord-Korea doet hetzelfde en stuurt ook ballonnen met vlugschriften de grens over.

Het wantrouwen is begrijpelijk. Seoel is niet vergeten hoe Kim Il-sung in 1950 het zuiden binnenviel en de hele staat veroverde op een klein gebied rond Pusan na. De oorlog zou drie jaar duren en eindigen op een onbesliste wapenstilstand. Officieel zijn beide landen nog altijd in staat van oorlog.

10 dagen?

Het Noorden is zich ervan bewust dat toenmalig opperbevelhebber, generaal MacArthur, al in 1954 verklaarde dat hij op tien dagen tijd de communisten tot overgave had kunnen dwingen. Het hoe klinkt vandaag nog even pervers.

Een paar tientallen taktische atoombommen op alle vliegvelden en wapenopslagplaatsen, een gevorkte amfibieaanval met hoofdzakelijk Taiwanese troepen, afscherming van de grens door kobaltvergiftiging die elke inval een kleine honderd jaar zou verhinderen.

De Russen konden niet ingrijpen omdat er maar één aanvoerlijn overbleef, de Transsiberische spoorweg, de Chinezen hadden toen hooguit één enkele vestiging voor wapenproductie. President Truman onthief MacArthur uit zijn functie.

En intussen blijft Zuid-Korea pogingen doen om tot militaire ontspanning te komen. De vorige presidente, Park Geun-hye, die vanwege corruptie is afgezet, lag slecht in Pyongyang (“she spoiled inter-Korean relations”), haar minister voor eenmaking nog minder. De Pyongyang Times geeft een sneer mee aan Hong Yong-pyo, “the confrontation minister”, die vredesgesprekken afhankelijk maakte van de stopzetting van het kernprogramma.

Anderzijds is er weinig toeschietelijkheid om in te gaan op een voorstel van de nieuwe, gematigde president van Zuid-Korea, die op 21 juli aan de grensovergang in Panmunjom over militaire vertrouwensmaatregelen wou praten. “Vol raadselachtige sofismen zoals slaapwandelen, meer gericht op nieuwe hindernissen dan om de Noord-Zuid-relaties helpen verbeteren”, schreef het partijblad Rodong Sinmun. Het Rode Kruis wou op 1 augustus opnieuw over familiehereniging onderhandelen.

Copyright 2017 The Associated Press. All rights reserved.

"Ooorlogsoverwinning"

De tijd is er niet naar. Het wapengekletter is een jaarlijks terugkerend verschijnsel, na gemeenschappelijke leger- en zeemachtoefeningen tussen Zuid-Korea en de VS.

Op 27 juli viert Noord-Korea met veel tamtam de “oorlogsoverwinning” van 1953, bij het Museum van de Zegepralende Vaderlandse Bevrijdingsoorlog aan de rivier de Pothong. Het is dan wel vreemd dat net nu een overloopster met veel bombarie opnieuw is binnengehaald in Noord-Korea, één van de 25 (!) die sinds 2012 zijn teruggekeerd. Er leven 30.000 andere gedrosten in Zuid-Korea.

Op 27 juli wordt eigenlijk de wapenstilstand herdacht. Na 64 jaar wordt het wel hoog tijd om eens ernstig met elkaar te overleggen.

VRT Nieuws wil op deredactie.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Meest gelezen