Naar een "opbod naar beneden" voor de rijkentaks - Michel Maus

Groot nieuws. De nieuwe Franse president Emmanuel Macron wil allerlei "rijkentaksen" schrappen of verlagen om fiscale "asielzoekers" terug te lokken naar Frankrijk. Belastingen heffen is een nobele kunst, je moet weten wanneer je té veel vraagt.
opinie
Opinie

Michel Maus is hoogleraar (VUB) en advocaat gespecialiseerd in fiscaal recht.

Groot nieuws uit Frankrijk. De Franse premier Philippe stuurde immers het bericht de wereld in dat zijn regering volgend jaar forse belastingverminderingen wil doorvoeren om Frankrijk weer aantrekkelijk te maken voor vermogende Fransen.

Groot nieuws inderdaad omdat de nieuwe Franse regering hiermee komaf maakt met allerlei “rijkentaksen” die onder de socialistische president Hollande het levenslicht zagen.

Die had immers een inkomstenbelasting van 75% ingevoerd voor de hoogste inkomens in Frankrijk, en er tevens voor gezorgd dat de belastingdruk op beleggingsinkomsten in Frankrijk tot 60% kan oplopen.

Deze fiscale politiek heeft aanleiding gegeven tot een kleine exodus van rijke Fransen die hun fiscaal geluk elders zijn gaan zoeken, bijvoorbeeld net over de grens in België. President Macron wil deze fiscale asielzoekers nu terughalen, onder andere met de belofte om de belastingdruk op beleggingen tot 30% te laten zakken.

Opbod naar beneden

Deze aankondiging zorgt ervoor dat de fiscale beleidsmakers in de andere EU-landen onmiddellijk in verdedigingsmodus zullen worden geplaatst. Humanitaire asielzoekers is men misschien liever kwijt dan rijk, maar als het om fiscale asielzoekers gaat liggen de kaarten natuurlijk anders.

En Frankrijk is niet het eerste EU-land dat deze stap zet. Vorig jaar heeft de Italiaanse regering reeds een nieuw belastingregime ingevoerd, waarbij nieuwe Italianen maximaal 100.000 euro belasting moeten betalen op hun inkomsten verkregen buiten Italië.

De kans is dus vrij reëel dat de Franse en Italiaanse fiscale initiatieven om rijke particulieren aan te trekken niet meer zijn dan een openingsdans van een limbowedstrijd waarbij elk EU-land gaat proberen voor zichzelf de lat steeds lager te leggen, zoals thans ook reeds het geval is met de vennootschapsbelasting.

Het staat ook in de sterren geschreven dat politiek links uiteraard moord en brand zal schreeuwen bij elk initiatief in die richting en het dogma van de fiscale rechtvaardigheid naar voren zal schuiven als doorslaggevend argument.

Politiek rechts zal zich dan weer baseren op het klassieke argument van de economische impact van rijkentaksen en poneren dat een land dat zijn vermogenden ziet vertrekken wegens de belastingdruk enkel maar economisch kan verliezen.

Wat beide partijen in het debat blijkbaar uit het oog verliezen, is dat fiscale rechtvaardigheid niet alleen een ondergrens heeft, maar ook een bovengrens. Indien de politiek dat niet wil inzien en iedereen vanuit zijn eigen ideologisch denkpatroon verder blijft redeneren, dan komen we natuurlijk nergens.

Fiscaliteit moet het middel bij uitstek zijn voor zowel collectief als individueel genot, vandaar dat we dan ook moeten evolueren naar een soort van fiscaal hedonisme.

Typisch aan het maatschappelijk denken van vermogende ondernemers is dat zij er vaak rotsvast van overtuigd zijn dat ze het gemaakt hebben op basis van hun eigen kunnen. En tot op zekere hoogte is dat ook zo, maar het zijn in de eerste plaats de politieke en maatschappelijke structuren die ervoor hebben gezorgd dat ondernemers de kansen hebben gekregen om succesvol te zijn en te blijven.

Ons onderwijssysteem, onze transportinfrastructuur, onze overheidssubsidies, etc. zorgen onmiskenbaar voor een kader waarin elk individu zich kan ontplooien tot een succesvol ondernemer. En daar staat een fiscale kostprijs tegenover.

Wie als ondernemer aan belastingen probeert te ontsnappen, getuigt van weinig fiscaal chauvinisme, en zelfs van een zekere minachting voor het maatschappelijk systeem dat hem of haar groot heeft gebracht. Dus ja, de roep naar fiscale rechtvaardigheid in de zin van een gelijke en evenredige verdeling van de belastingdruk is meer dan terecht.

Geen overdruk

Maar anderzijds is het in het kader van fiscale rechtvaardigheid evenzeer terecht om te stellen dat er sprake is van een onaanvaardbare fiscale overdruk. Er is nu eenmaal in de fiscale psychologie een magische grens die de overheid niet mag overschrijden, anders wordt de belasting contraproductief.

Wie zoals in Frankrijk van zijn burgers vraagt om op het hoogste deel van het inkomen 75% belasting te betalen, moet beseffen dat dit een terechte tegenreactie zal oproepen.

Maar ook bij ons kan de fiscale en parafiscale druk op arbeidsinkomen oplopen tot tegen de 60% en dat is om problemen vragen.

Trots

Heel wat mensen van de vermogende klasse zijn ongetwijfeld zeer trots op hun land en zeker bereid om daar een fiscale prijs voor te betalen, maar voor een lagere prijs zullen zij even trots zijn.

In het streven naar de zo fel begeerde fiscale rechtvaardigheid moet dan ook gezocht worden naar een gezonde bandbreedte tussen een minimale en een maximale fiscale bijdrage van de burgers.

Reeds 350 jaar geleden liet Jean Baptiste Colbert, de financieel adviseur van Lodewijk XIV, al optekenen dat de kunst van belastingen heffen erin bestaat de gans zo te plukken dat je zo veel mogelijk pluimen krijgt met zo weinig mogelijk gesis. Indien het pluimen plukken te veel zeer doet, dan vliegt de gans weg en blijf je met minder pluimen achter.

Voilà, weer iets om deze zomer in Monaco over na te denken.

VRT Nieuws wil op deredactie.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Meest gelezen