Opheffen erkenning Beringse moskee legt incoherentie eredienstbeleid bloot - Adriaan Overbeeke

Na de Ramadan en het Suikerfeest volgde een extraatje voor de moslimgemeenschap El Fatih in Beringen. De erkenning van deze Diyanet-moskee werd opgeheven. Einde oefening. Het Vlaams Parlement kan zich kennelijk in dit besluit vinden, bleek afgelopen woensdag. Een geslaagde operatie?
opinie
Opinie
© Clément Philippe - creative.belgaimage.be

Adriaan Overbeeke is verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit Antwerpen, tevens gastdocent aan de KULeuven. Zijn juridisch onderzoek richt zich op grondrechtsvraagstukken met betrekking tot religie.

Het opheffen van een erkenning is een nieuwigheid. Over de motieven en de juridische gronden van de beslissing of over de proportionaliteit ervan wil ik het hier niet hebben, wel over de effecten ervan. Wat zijn die effecten?

Financiële steun vervalt

Sedert 2015 steunde de provincie de moskee voor gemiddeld 50.000 euro per jaar. Die steun valt weg. Door de opheffing van de erkenning is er immers geen "eredienstbestuur" meer dat zorg draagt voor de materiële belangen van deze gemeenschap. De provincie Limburg is verplicht om het eredienstbestuur van een erkende moskee te financieren, zoals gemeenten verplicht zijn bijvoorbeeld de kerkfabrieken van katholieke parochies financieel te steunen. Die verplichting vervalt voor deze moskee.

Minister Homans weet ongetwijfeld dat deze geloofsgemeenschap niet meteen op droog zaad zit. Integendeel. Het gebedshuis is veilig ondergebracht in een internationale vereniging, de Association Internationale Diyanet de Belgique en kan verder gewoon in gebruik blijven. Daarnaast is er de eigen Beringse vereniging zonder winstoogmerk.

Toegegeven, de achterban van de moskee moet voortaan ietsje dieper in de eigen zakken tasten om alle activiteiten te financieren. Mocht overigens de vzw ooit opgedoekt worden, dan gaan de roerende en onroerende goederen volgens haar statuten naar Diyanet België of Diyanet Turkije.

Minder transparantie, minder controle

Voortaan zal de Vlaamse overheid deze Beringse moskee niet meer kunnen controleren. In 2005 dacht de Vlaamse overheid contact- en controlemiddelen (de erkenningscriteria) uit, maar die zijn enkel van toepassing zijn op geloofsgemeenschappen die erkend zijn door het Vlaamse Gewest. Niet-erkende gemeenschappen hebben hier geen boodschap aan.

De Vlaamse overheid zet zo zelf de Beringse moskee op afstand en lijkt het door haar zo verfoeide "gebrek aan informatie over de werking" van deze moskee definitief te aanvaarden.

Als het om transparantie gaat, wordt het dan hopen op de door de federale minister van Justitie aangekondigde verstrenging van de vzw-regelgeving, iets waarover de Vlaamse overheid niets te vertellen heeft.

De wedde van de imam

Ten slotte is er nog de wedde van de plaatselijke imam. Raakt de Beringse moskeegemeenschap de staatswedde voor haar imam kwijt, nu de erkenning door het Vlaamse Gewest is opgeheven?

Dat ziet er niet naar uit, want bij de Fatih-gemeenschap is nooit een wedde voorzien, omdat er nooit een wedde werd gevraagd. De opheffing van de erkenning heeft hier geen effect. De imam werd en wordt door de Turkse overheid betaald.

Bovendien is het zo dat de federale overheid bevoegd is voor de wedde van een imam. Er bestaat geen rechtsregel die stelt dat de federale overheid aan het handje van de gewestoverheid moet lopen als die laatste de erkenning van een geloofsgemeenschap opheft.

Dat betekent dat het juridisch zelfs mogelijk is dat een gewest een eind maakt aan de erkenning van een geloofsgemeenschap, maar dat de wedde van een in die gemeenschap actieve bedienaar gewaarborgd blijft. Er zijn er die het graag anders zien. Maar helaas, het eredienstenrecht is, mede dankzij de staatshervorming, nog niet helemaal op punt gesteld.

Lastig om eredienstbeleid coherent toe te passen

Het Beringse dossier staat zo langzamerhand symbool voor het ongemak van overheden in hun omgang met de islamitische eredienst en illustreert ook hoe lastig het is eredienstenbeleid nog op een coherente manier toe te passen.

De Vlaamse minister vaart kordaat een nieuwe koers, maar de klippen van de tweespalt doemen al snel op. Het is ook niet zonder betekenis dat het Executief van de Moslims, de door de overheid gekoesterde representant van de moslims, de Vlaamse overheid negatief adviseerde met betrekking tot de Beringse moskee.

We moeten natuurlijk wachten op de besluitvorming rond de twaalf andere erkende Diyanet-moskeeën, maar het hoeft geen betoog dat een gewestelijk beleid dat uiteindelijk neerkomt op het verminderen van erkenningen weinig bijdraagt aan een het (Vlaamse en federale) beleidsvoornemen het aantal erkende islamitische geloofsgemeenten te doen groeien. Deze gemeenschappen worden zo ook – wellicht voor lange tijd - in de armen van de Turkse Diyanet geduwd.

Hoe paradoxaal ook: Vlaams beleid steunt hier Diyanet-beleid.

Men moet niet vergeten dat bijna de helft van de in Vlaanderen erkende islamitische gemeenschappen tot de Diyanet behoort. Kan deze gemeenschap, omdat deze het – eufemistisch uitgedrukt – moeilijk heeft met een andere Turkse religieuze stroming, zo bruusk aan de kant geschoven worden als onvoldoende “maatschappelijk relevant”?

Misschien leidt de nu ontstane situatie er uiteindelijk toe dat de Vlaamse regelgeving voor het erkennen van geloofsgemeenschappen nog eens grondig tegen het licht gehouden wordt. Dat zou dan winst zijn.

VRT Nieuws wil op deredactie.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Meest gelezen