De ondraaglijke lichtheid van een minister - Bert De Somviele

Vrijdag trok Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA) de fel gecontesteerde boskaart weer in. "Een ongeziene blamage voor het beleid" van minister van Omgeving Joke Schauvliege (CD&V), schrijft Bert De Somviele van BOS+. "Dat Schauvliege daarna twitterde dat ze "blij was dat de redelijkheid terug was", doet de vraag rijzen of Schauvliege en de rest van ons zich nog wel in hetzelfde universum bevinden."
opinie
Opinie

Bert De Somviele is directeur van BOS+, een Vlaamse organisatie die zich inzet voor bosbehoud, beter bos en meer bos in Vlaanderen en de wereld.

Het zou grappig zijn, mocht het zo tragisch niet zijn. In één week tijd is minister Joke Schauvliege (CD&V), bevoegd voor Omgeving, Natuur en Landbouw, in gebreke gesteld door zowel de NAV als de N-VA.

Het Netwerk Architecten Vlaanderen (NAV) richtte een formele ingebrekestelling aan Schauvliege omdat het digitaal platform waarop ze sinds enige tijd hun bouw- en andere vergunningen verplicht moeten indienen, niet werkt. De economische schade die daaruit volgt, is groot, en dit willen ze verhalen op de minister. Deze ingebrekestelling is de eerste stap naar verdere juridische acties.

Gisteren was het dan de beurt aan de N-VA: minister-president Bourgeois overrulede de minister in het dossier van de zonevreemde bossen, trok het naar zich toe en veegde het van tafel wegens de overmaat aan grove fouten waarin dit jonge stukje regelgeving van minister Schauvliege uitblonk. Dat Schauvliege na deze toch wel ongeziene blamage voor haar beleid twitterde dat ze “blij was dat de redelijkheid terug was”, doet de vraag rijzen of Schauvliege en de rest van ons zich nog wel in hetzelfde universum bevinden.

Stilaan stelt zich ook de vraag met welke bevolkingsgroep waar de bevoegdheden van minister Schauvliege zich over uitstrekken, ze wel nog door dezelfde deur geraakt. We hoeven heus niet ver terug te keren in de tijd om ons de windmolenfabrikanten, de bioboeren, de architecten, iedereen die begaan is met ons klimaat, de natuurverenigingen en nu dus ook de bossector te herinneren. Zelfs Uplace is boos op minister Schauvliege. Volgens de eigen definitie van Joke - “Als niemand tevreden is, dan heb ik mijn werk goed gedaan” - Schauvliege is ze wellicht zeer goed bezig, maar intussen staat ze toch wel heel erg alleen met die overtuiging.

Brokkenparcours

Meer dan 6 jaar nadat minister Schauvliege triomfantelijk aankondigde dat ze een plan van aanpak klaar had voor de zonevreemde bossen, is de beslissing van gisteren om het hele werkstuk van tafel te vegen, een nieuw hoogtepunt in het traject van deze minister. De kroniek van dit aangekondigd plan van aanpak en bij uitbreiding het hele Vlaamse bosbeleid van de jongste jaren leest als een onwaarschijnlijk brokkenparcours waarbij het kabinet Schauvliege vooral grote inspanningen leek te leveren om ontbossingen op de vreemdste plaatsen mogelijk te maken voor grote projectontwikkelaars, en tegelijkertijd ontzettend met de voeten sleepte om stappen in de juiste richting te zetten.

Zo ook met het plan van aanpak voor de bescherming van de waardevolle maar bedreigde bossen. Reeds in 2013 werd een studie opgeleverd door het studiebureau Grontmij waarin een aantal reddingsscenario’s voor deze bossen grondig waren uitgewerkt. Het duurde nog jaren, en veel, héél veel, filteroperaties op de Grontmijkaart die een oppervlakte van 20.000 hectare te beschermen bossen had geïdentificeerd, vooraleer het kabinet leek te landen met een eigen kaartlaag en de bijhorende wetgeving.

De aanpak is nochtans vrij simpel: door een aanpassing in het Bosdecreet worden de bossen die op een kaartlaag als zeer waardevol maar bedreigd worden aangeduid, voorzien van een beter beschermingsstatuut. Vooraleer men er tot ontbossing kan overgaan, moet er een ontheffing door de Vlaamse Regering worden afgeleverd. Indien de Vlaamse Regering dit niet doet, dan engageert zij zich om voor het betreffende perceel binnen de twee jaar een ruimtelijk uitvoeringsplan te realiseren, waarbij dan definitief duidelijkheid wordt geschapen.

Bij eventueel waardeverlies treedt het systeem van planschade in werking om zo de eigenaar te compenseren. Bedoeling is om toch nog enige flexibiliteit in te bouwen maar uiteindelijk slechts bij hoge uitzondering dit soort van ontbossingen op de kaart met de zeer waardevolle bossen toe te laten.

Alles staat of valt dus met de kwaliteit van de kaart waarop die bedreigde, waardevolle bossen staan aangeduid. En daar wringt het schoentje: terwijl de versie van de kaartlaag die in juni 2016 aan het licht kwam, nog een vrij degelijk werkstuk was, waarop de belangrijke bosdossiers daadwerkelijk stonden aangeduid, was er de voorbije maanden door politiek gehakketak zwaar gemorreld aan de kaart. De kaart was talloze keren, als een dolgedraaide jojo, op en af de agenda van de Vlaamse Regering gezet, wat zeker niet het beste liet vermoeden voor het dossier.

Projectontwikkelaars ontspringen de dans

Deze manoeuvres en het erbij horende haastwerk hebben in de uiteindelijke versie van de kaart tot dermate grote tekortkomingen geleid dat het tot een weinig werkbaar systeem was gekomen. Heel wat grote, écht waardevolle en zéér bedreigde bossen uit de vorige versie van de kaart waren geschrapt en vervangen – om de aangekondigde totaaloppervlakte van circa 12.000 hectare overeind te houden? – door duizenden piepkleine snippertjes, die je bezwaarlijk als bos kan beschouwen.

We voorspelden dat het gevolg zou zijn dat zowel de betrokken eigenaars, de natuursector als de Vlaamse regering zelf met een zéér frustrerend stuk wetgeving in de maag gesplitst zou worden. En dat de kleine bos- (en bomenrij-)eigenaar hiermee het gelag zou betalen voor de grote projectontwikkelaars die de dans ontsprongen.

Vandaar ook de golf van protest die de voorbije dagen, sinds de lancering van het openbaar onderzoek, in eerste instantie de lokale mandatarissen en vervolgens ook de leden van de Vlaamse regering overspoelde. Heel veel kleine eigenaars stelden immers vast dat hun perceel op die kaart staat, terwijl het in veel gevallen zelfs juridisch niet als bos kan beschouwd worden.

Onbekwame fantasten

Ironisch genoeg is de reden hiervoor te zoeken bij de Boswijzer, het paradepaardje van het bosbeleid van minister Schauvliege. Ze pakte de jongste jaren heel graag uit met deze nieuwe boskarteringsmethode als het instrument waarmee ze “om de twee jaar de evolutie van het bosbestand in Vlaanderen nauwgezet in kaart” zou brengen.

Bij nader onderzoek is immers gebleken dat deze nieuwe methodiek van boskartering zeer slecht werkt, dat de foutenmarge enorm is en de link met wat juridisch als bos beschouwd kan worden bijzonder mager. De Boswijzer duidt tienduizenden snippers Vlaanderen onterecht als bos aan, van de villa van Jean-Marie Pfaff over de Zoo van Antwerpen over rotondes, stortplaatsen en plukjes bomen op golfterreinen…

Het is die ruis die de kaartlaag van de te beschermen bossen besmet heeft, temeer omdat men overduidelijk in de nieuwe versie van de kaartlaag de broodnodige postprocessing niet uitgevoerd heeft... Minister Schauvliege heeft jarenlang iedereen die vragen stelde bij de Boswijzer – BOS+, INBO, KU Leuven, enz… - weggezet als onbekwame fantasten. Ze wordt nu met de neus op de feiten van haar eigen falende instrument gedrukt. Boskarteringen zijn basisinformatie die doorwerken in het verdere bosbeleid: als de kwaliteit van het fundament ondermaats is, dan zijn de huizen die je erop bouwt per definitie van slechte kwaliteit.

Vlaanderen onwaardig

Dat de blije tweet van minister Schauvliege na het fiasco van gisteren en haar uitval naar de bioboeren en de natuurorganisaties van enkele dagen terug, echt wel vragen doet rijzen bij haar functioneren, is stilaan geen bijzaak meer. Maar het is aan anderen om hier conclusies uit te trekken.

Want ook en vooral stelt zich bij dit hele traject nu toch de vraag hoe het nu verder moet met onze schaarse en nog steeds zeer bedreigde bossen. Dat in de stilaan meest bosarme regio van West-Europa er elk jaar nog steeds meerdere honderden hectare bos met vergunning vernietigd kunnen worden, waarbij ook zéér waardevolle, eeuwenoude boscomplexen voor de bijl blijven gaan, is Vlaanderen onwaardig.

Dat we niet in staat zijn tot de verplichte compensatie van deze ontbossingen, zoals uit een recente vernietigende studie van het Rekenhof is gebleken, is Vlaanderen onwaardig. Dat we al helemaal geen werk maken van een daadkrachtig bosuitbreidingsbeleid, terwijl andere bosarme en drukbevolkte regio’s in West-Europa wel veel beter doen, is Vlaanderen onwaardig.

Het jubelende persbericht van VOKA Limburg en de Confederatie Bouw Limburg, waarin ze stellen dat “deze absurde boskaart voorrang gaf aan de grillen van moeder natuur in plaats van aan ambitieus ondernemerschap”, bewijst dat er nog heel wat werk aan de winkel is. Want ondanks alle fouten aan de boskaart, zullen wij allemaal, ook de economische sectoren, ons falend bos- en natuurbeleid en onze mislukte ruimtelijke ordening vroeg of laat toch eens in de ogen moeten kijken.

Wat in andere drukbevolkte West-Europese regio’s perfect mogelijk blijkt, namelijk werk maken van afdoend bosbehoud en zelfs uitbreiding van de natuur, wordt hier nog steeds weggezet als een ‘gril van de natuur’. Ongebreideld blijven voortbouwen in het dichtgeslibde Vlaanderen is – ook vanuit economisch oogpunt – echt niet langer een optie.

Fiets met vierkante wielen

Minister-president Geert Bourgeois heeft A gezegd door de huidige kaartlaag en het lopende openbaar onderzoek in te trekken. BOS+ heeft daar begrip voor, want op een fiets met vierkante wielen kan je niet rijden. Maar dit mag niet betekenen dat het probleem niet langer onderkend of aangepakt wordt.

Aan Geert Bourgeois om nu ook B zeggen door dit dossier in eigen handen te blijven nemen, en samen met alle betrokken sectoren op zoek te gaan naar scenario’s die werkbaar zijn voor alle betrokkenen.

Het schaarse bos in Vlaanderen verdient beter dan dit.

Meest gelezen