'Virtual reality' is al passé. 'Augmented reality' staat klaar - Frederik De Bosschere

Frederik De Bosschere laat voor deredactie.be tweewekelijks zijn licht schijnen over verrassingen of tegenslagen in de wondere wereld van de digitale technologie. Vandaag: "Mijn voorspelling? Binnen tien jaar kijkt niemand nog op zijn smartphone."
opinie
Opinie

Frederik De Bosschere is strateeg bij In The Pocket. In The Pocket geeft strategisch en technologisch advies, en bouwt digitale producten voor bedrijven als Bancontact, Colruyt en Samsonite. Tweewekelijks laat hij voor deredactie.be zijn licht schijnen over technologie. Twitter: @vrederik.

 

Virtual reality, lang een droom, is anno 2017 werkelijkheid geworden. Bedrijven als Facebook (met Oculus) of Sony (met PlayStation VR) zetten groot geld in op VR. Opvallende afwezige op dat feestje: Apple.

Wanneer het bij Apple stil blijft, betekent dat meestal dat het bedrijf uit Cupertino met bijna dwangmatigheid sleutelt om de uitvoering van een bepaalde nieuwe technologie helemaal juist te krijgen. Om vervolgens de markt te veroveren met een nagenoeg perfect product (al lijkt dat met de Watch vooralsnog niet te lukken).

Toch gaat Apple niks met VR doen. Nee, ze gaan de virtuele realiteit meteen overslaan, en mikken op een toekomst die zo uit een sciencefictionfilm kan komen: augmented (ook wel: mixed) reality, waarbij een grafische interface over de werkelijkheid komt te liggen.

Roddels?

Neem bijvoorbeeld volgend recent appelgerucht: "Apple is building smart glasses with Carl Zeiss". Apple zou een augmented-realitybril uitbrengen in 2017. (Wel al vrijwel zeker: in de volgende iPhone zal AR ingebakken zitten).

Apple-roddels worden tegenwoordig in bulk geleverd, maar deze geef ik wel een slaagkans. Apple-CEO Tim Cook heeft namelijk al meermaals laten verstaan dat Apple meer heil ziet in augmented reality dan in virtual reality. En: glasmarchand Carl Zeiss heeft al zo'n prototype gebouwd dat beelden op het brilglas projecteert.

Indrukwekkend aan dat staaltje vakmanschap: het is niet zwaarder of dikker dan een gewone bril. Een augmented-realitybril dus. Dan kom je al snel uit bij Google en hun Glass. Moet je maar eens googelen hoe hen dat is vergaan.

Met AR-brillen zijn wel enkele problemen. Het eerste probleem is de vormfactor. Toegegeven: zo'n Glass zag er niet uit. Je zag eruit als een cyborg, en niet op de coole manier. De term "Glasshole" werd niet voor niks uitgevonden.

Maar Apple is design. Apple-toestellen zijn statusobjecten. Als er één bedrijf is dat een AR-bril voorbij de fashion police krijgt, is het wel dat van wijlen Steve Jobs. Vormfactor is trouwens iets wat wel meer technologische vernieuwingen vertraagt. Het is de reden waarom je amper mensen met een draadloos Bluetooth-oortje ziet rondlopen, of met een Renault Twizy ziet rijden. Je ziet er namelijk uit als een blaas.

Privacy?

Nog een vertragende factor is privacy. Mensen vinden het, niet geheel onverwacht, nogal onaangenaam om constant in het oog van een camera te staan. Dit is de reden waarom dergelijke camera-gadgets nooit verder geraakten dan een handvol techno-hipsters.

En ook die leerden dat ding al snel in hun broekzak steken wanneer er gezelschap is. Dit wordt finaal geen struikelblok: privacy-bezorgdheden rond iets nieuws lijken op magische wijze te verdwijnen wanneer de gepercipieerde meerwaarde ervan hoog genoeg is.

Het laatste probleem is sociaal van aard: het is onbeleefd wanneer je gezelschap niet langer jouw onverdeelde aandacht krijgt. Akkoord, maar smartphones hebben op dat vlak al langer roet in het eten gegooid.

Even tussendoor: Persoonlijk geloof ik dan nog meer in de Snap Spectacles: een grote zonnebril met een lichtgevende camera erin. Opzichtelijk en dus obvious. Geen sneaky private-detective-toestanden. Gewoon YOLO.

Evan Spiegel van Snapchat heeft het al lang door: foto's nemen doen jongeren niet om te documenteren, maar om te communiceren. (Het gadget van Snapchat wordt, net als het medium, al snel afgedaan als onnozele spielerei. Snapchat is intussen wel het meest succesvolle platform van het moment, en maakt zich op voor een stevige beursgang.)

Terug naar de geaugmenteerde realiteit. Die komt er, hoe futuristisch die ook lijkt. Je kan er cynisch of lacherig over doen. Die houding hoort erbij.

Mocht je mij als kind in de jaren negentig (tussen het luide piepen van onze eerste modem door) vertellen dat ik in 2017 een auto (mét eigen chauffeur) kan laten verschijnen via mijn polshorloge, ik had je ook niet geloofd.

En ik ben opgegroeid met digitale technologie. Stel je maar eens voor wat m'n grootmoeder zou vinden van AR-brillen. (Ze figureert geregeld in m'n Snaps. Ze stelt zich geen vragen, maar vindt de filters gewoon grappig en behoeft geen verdere toelichting.)

Mijn voorspelling? We gaan binnen een tiental jaar allemaal in kale, witte ruimtes wonen, werken en ontspannen. Net zoals de eerste gsm's of smartphones er even elegant uitzagen als bakstenen, gaan die AR- en VR-brillen ook steeds lichter worden.

Tot ze uiteindelijk gewoon op contactlenzen belanden. Dan projecteren jij en ik gewoon elk ons eigen ding. Geen discussies meer over wat er op tv komt, want ieder kijkt het zijne. Geen tv meer, want alles wordt een scherm of canvas.

Geen ruzie meer over de kleur van de muren of welke decoratie er hangt, want je kan de achtergrond instellen als was het de wallpaper van je smartphone. Iedereen leeft in zijn eigen persoonlijke werkelijkheid. Geen twee realiteiten zijn nog dezelfde. Filosofen zullen er een hele kluif aan hebben.

Meest gelezen