Hoe moet het voort met links? - Luckas Vander Taelen

De SP.A heeft in Gent weer een flinke klap gekregen. Hoe moet het nu voort met links in ons land? Misschien wordt het eindelijk tijd de links-rechtstegenstelling te laten varen, zegt Luckas Vander Taelen.
opinie
Opinie

Luckas Vander Taelen is gewezen parlementslid voor Groen, muzikant en freelancejournalist.

BELGA/VERGULT

Hoe moet het voort met links? Daar is die vermaledijde vraag weer! In Trumptijden waar Wilders en Le Pen als boze spoken opduiken aan de Europese horizon, verdiepen linkse politici en opiniemakers zich in zichzelf en vragen zich vertwijfeld af wat er nog te verwachten is voor hun ideologie in deze donkere epoque.

Hun antwoorden zijn dan even divers als voorspelbaar: van dat links weg moet uit het centrum of er juist naartoe moet gaan, dat het zijn eigen agenda moet hebben en die niet moet laten bepalen door rechts of ook populistisch moet durven zijn of net niet, dat links moet ophouden zich te versplinteren of dat er geen heil is te verwachten van een grote samenwerking omdat de diverse componenten te verschillend zijn. Die grabbelton van eigenwijze opinies biedt niet echt veel houvast aan de verwarde kiezers van vandaag, lijkt mij.

Links-rechts

Ik vraag me al een paar jaar af waarom we blijven denken in een links-rechtstegenstelling. “Nou, dat is pas een rechtse uitspraak!”, hoor ik dan meteen linkse stemmen schreeuwen! Als ik dit soort stellingen poneer op sociale media, dan krijg ik meteen naar mijn hoofd geslingerd dat ik mezelf nu maar beter rechts zou noemen, voor het Pallieterke gaan schrijven en dat mijn lidkaart voor de N-VA (of erger) klaar ligt!

Als je raakt aan een vertrouwd denkpatroon, dan worden mensen heel onrustig. Dat is bewezen door het succes van Trump, die triomfeerde door te speculeren op de onrust van Amerikanen die hun eigen wereld niet meer herkennen. Maar ook links schiet in een kramp als oude zekerheden wegvallen, zoals de aloude ideologische opdeling met rechts aan de overkant als de bekende tegenstander.

Wie het wil hebben over de toekomst van links, moet zich afvragen of de tegenstellingen van gisteren vandaag nog relevant zijn. En of het niet dringend nodig is om op een andere manier te gaan nadenken over een maatschappij die heel erg anders is dan die van de negentiende en twintigste eeuw, waarin de tegenstelling tussen links en rechts is gegroeid rond het marxistische idee van klassenstrijd tussen een uitgebuit proletariaat en een uitbuitend patronaat.

En dat die strijd tussen links en rechts uiteindelijk zou leiden tot het einde van het kapitalisme en de triomf van het socialisme: die merkwaardige zekerheid tekende linkse denkers zoals de geniale en erudiete Ernest Mandel, die aan het eind van een briljante cursus economie die ik bij hem volgde aan de VUB de wetenschappelijke onvermijdelijkheid van het communistische Avondland verkondigde.

Erfzonde

Tot op de dag van vandaag blijft een deel van de linkerzijde geloven dat mislukte socialistische experimenten geen reden zijn om niet te blijven geloven in een collectivistisch ideaal. Ook dat deel van links dat zich tot reformisme van het kapitalisme heeft bekeerd, blijft met deze erfzonde beladen: het uit zich in moreel superioriteitsgevoel tegen rechts. Links koestert zich nog altijd in een dualistische kijk op de wereld, met de goeden in het eigen kamp en de slechten aan de overkant, bij rechts. Dat vastgeroeste wereldbeeld leidt tot een overtuiging van het eigen grote gelijk en maakt dat links het zo moeilijk heeft met afwijkende meningen. En die snel afdoet als rechts, als ze niet overeenstemmen met het linkse canon.

Links front

Ik denk dat er pas iets zal veranderen als we afstappen van dat manicheïsme, waarbij men zich moet bekennen tot een kamp. Er moet durven worden gezegd dat er geen heil te verwachten is van een “links” front. Want wie zal bepalen wie daartoe mag behoren? Voor mij is de Belgische Parti Socialiste een reactionaire partij geworden, voor wie macht en het eigen belang belangrijker is dan dat van de gemeenschap. Het Publifin-schandaal is daar een perfecte illustratie van. Maar elke mandataris aldaar zal zichzelf de gauche noemen en met de vuist omhoog en tranen in de ogen de internationale blijven zingen.

Als ik één ding heb geleerd in mijn politieke carrière, in Europa zowel als in Vlaanderen, is dat er ook aan de rechterkant progressieve, ruimdenkende mensen zijn, net zoals er bekrompen, autoritaire mensen bij links rondlopen. Laat ons dus eens en voorgoed die ideologische verblinding doorbreken dat het goede enkel uit het eigen kamp kan komen.

Het debat over wat links moet doen om relevant te blijven, kent eigenlijk maar één antwoord: weliswaar vertrekken van zijn eigen overtuiging, maar het ideologisch en partijpolitieke denken vergeten en vooral het geloof in het eigen grote gelijk opzijzetten. En zich actief engageren in nieuwe maatschappelijke vormen aan de basis, luisteren naar burgers, wars van hokjesdenken. Inderdaad: burgerbewegingen zijn de toekomst, al is dat woord nu al besmet omdat partijen het misbruiken om hun voortbestaan te verzekeren. Die evolutie naar een echte basisdemocratie kan alleen maar relevant zijn als links én rechts het aandurven om de oude gewaden ver achter zich laten...

Meest gelezen