Kunnen onze dijken breken? - Chris Steenwegen

Op Eén begon gisteren de dramareeks: "Als de dijken breken". Is dit enkel fictie of kunnen onze dijken ook in het echt breken en Vlaanderen onder water zetten?
opinie
Opinie

Chris Steenwegen is algemeen directeur van de milieuorganisatie Natuurpunt.

De eerste aflevering van de dramareeks "Als de dijken breken" op Eén laat een huiveringwekkend rampscenario zien: de Nederlandse delta en Belgische kuststreek zijn niet opgewassen tegen een enorme stormvloed en er slaan bressen in de dijken. Mensen slaan op de vlucht voor de nietsontziende natuurkracht. Centrale vraag in de serie is: wie is verantwoordelijk voor deze ramp?

Is dit pure fictie, ontsproten uit de fantasie van televisiemakers? Neen. De meest recente klimaatrapporten geven aan dat zo’n rampscenario minder fictie is dan we zouden willen geloven. Een stijgende zeespiegel, hittestress in steden, wateroverlast en toenemende kans op superstormen: het staat er allemaal zwart op wit in.

Klimaatverandering is daarmee met stip de grootste uitdaging van onze tijd. Politiek lijkt dat eindelijk door te dringen: vorige week bereikte het Vlaams Parlement consensus over een ambitieuze klimaatresolutie.

Maar hoe noodzakelijk die inspanningen ook zijn, dat zal niet volstaan. Zelfs als we nu resoluut kappen met CO2 blijven de gevolgen letterlijk nog een hele tijd boven ons hoofd hangen. We zullen ons dus moeten aanpassen aan een veranderend klimaat.

De oplossingen liggen in de natuur

Veel plannen die momenteel naar voren worden geschoven om ons voor te bereiden op de gevolgen van klimaatverandering zijn gebaseerd op technische ingrepen: hogere dijken, betonnen wachtbekkens, pompen en grotere rioolbuizen. Allemaal peperduur, en toch nog onvoldoende: je kan dijken niet blijven verhogen, en geen buis of pomp is opgewassen tegen hoosbuien als die van het afgelopen voorjaar. Onderzoek toont al lang aan dat de goedkoopste en meest efficiënte oplossingen in de natuur liggen.

Natuurlijke overstromingsgebieden bufferen water en voeren het vertraagd af, zodat huizen en gebouwen gespaard blijven van het wassende water.

Al in de jaren 70 hadden Vlaamse ingenieurs van het Sigmaplan in de mot dat er bijkomende maatregelen nodig waren om het Zeescheldebekken te beschermen tegen de stijgende zeespiegel. Een keten van gereduceerde getijdengebieden en gecontroleerde overstromingsgebieden moet het risico op overstromingen beperken tot 1 maal om de 350 jaar, ook als de zeespiegel 60 cm stijgt.

Het SIGMA-plan is goed, maar het is structureel ondergefinancierd en loopt daarom trager dan voorzien. De Vlaamse regering rekent erop dat de storm vooralsnog niet zal komen. De inzet van deze gok is de veiligheid van een paar honderdduizend Vlamingen.

Gecontroleerde overstromingen

Maar ook meer stroomopwaarts moet nog veel gebeuren. Te veel water wordt nog te snel afgevoerd, en (soms letterlijk) in de schoenen geschoven van de buren die een gemeente verder wonen.

Inspiratie is te vinden bij onze Noorderburen. Natuurorganisaties installeerden er in samenwerking met waterbeheerders en overheden klimaatbuffers: ruimte waar de natuur haar gang kan gaan.

Rivieren kunnen er opnieuw kronkelen en gecontroleerd overstromen, zoals vroeger gebeurde, voor ze werden ingedijkt. Deze gecontroleerde overstroming, op plaatsen waar geen mensen wonen, voorkomt waterellende in woningen.

Tegelijk houdt het natte landschap errond het water vast als een spons. Daardoor is er minder verdroging van drinkwatervoorraden tijdens warme periodes. Bovendien houdt een nat landschap meer koolstof vast.

Het helpt met andere woorden de opwarming van de aarde tegen te gaan en zijn er heel wat kansen voor zeldzame dieren en planten.

Ook voor burgers is het een win-win: klimaatbuffers zorgen voor veiligheid en bieden ruimte voor recreatie en gezonde lucht.

Veerkrachtige groene steden

De bedreiging komt niet alleen vanop zee. Hittegolven en droogteperiodes, afgewisseld met felle hoosbuien, bedreigen onze steden. De steden van de toekomst dreigen heet, vuil en nat te worden.

Opnieuw kan natuur hier oplossingen brengen. Bomen, geveltuintjes en groendaken zorgen voor verkoeling voor buffering van regenwater, voor betere luchtkwaliteit én CO2-opname. Waterpleinen, parken, stadsbossen en groene waterlopen doen hetzelfde op grotere schaal: afkoelen tijdens de hitte, bufferen tijdens de storm, met als bonus extra ontspannings- en ontmoetingsruimte in onze jachtige steden.

Stedelijk groen kent de laatste jaren gelukkig een opmars. Het is zaak om al de afzonderlijke inspanningen met elkaar te verbinden om zo een robuust netwerk van groen en water te bouwen, over heel Vlaanderen en tot in het hart van onze steden.

Wie heeft het gedaan?

De potentiële rampscenario’s zijn bekend, de wetenschappelijke aanbevelingen liggen klaar. Momenteel buigt de Vlaamse Regering zich over haar eerste klimaatakkoord. De intenties zitten goed, maar het is uitkijken naar budgetten en actieplannen om robuuste natuurbuffers snel te realiseren.

Pièce de résistance in de dramareeks is de vraag wie politieke verantwoordelijkheid draagt voor de watersnood. Hopelijk hoeft het zover nooit te komen.

Meest gelezen