Gerecht schendt flagrant bronnengeheim van VRT-journalist - Pol Deltour

Volgens Pol Deltour van de Vlaamse vereniging van journalisten ging de Brugse justitie zwaar in de fout met de vervolging van VRT-journalist Bart Aerts voor "misbruik inzagerecht" in de Kasteelmoordzaak. Aerts kon de hand leggen op telefoontapes die pogingen tot beïnvloeding van het onderzoek laten vermoeden.
opinie
Opinie

Pol Deltour is nationaal secretaris van de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ).

Wie dacht dat Belgische journalisten degelijk beschermd zijn wat de omgang met vertrouwelijke informatiebronnen betreft, is zopas hard ontwaakt. Wereldwijd gold België zelfs als een van de meest vrije en democratische landen wat de bescherming van het journalistieke bronnengeheim betreft.

Daar schiet vandaag niet veel meer van over, na de huiszoeking en telefoonuitlezing bij VRT-journalist Bart Aerts, die zich op het dossier van de Kasteelmoord in Wingene heeft toegelegd.

Met beide zoekacties pleegde de Brugse onderzoeksrechter Christine Pottiez flagrante inbreuken op de wet van 2005 op het journalistieke bronnengeheim.

Kan men zich voorstellen dat justitie zomaar binnenvalt bij een advocaat om in zijn dossiers te gaan snuffelen?

Dat politiemensen de telefoongesprekken of e-mails van een dokter gaan doorlopen om meer te weten te komen over een patiënt?

Dat is nochtans precies wat er gebeurt wanneer justitie en politie een huiszoeking of communicatieonderzoek uitvoeren bij een journalist.

(Goede) journalistiek omvat per definitie ook vertrouwelijke omgang met informatiebronnen – mensen die om welke reden ook niet zelf voor het voetlicht kunnen of willen treden.

Als de overheid die informele contacten dan bovenspit, dan stremt ze een fundamenteel deel van de vrije communicatiestroom. Dan worden zowel journalisten als informele bronnen kaltgestellt.

Welke klokkenluider zal het nog aandurven met informatie naar een journalist te stappen als dat niet langer in vertrouwen kan?

Nochtans een goede wet

België had een veroordeling in Straatsburg nodig om tot dat besef te komen. Maar in 2005 was het zover, met een meer dan degelijke wet die bepaalde dat journalisten het recht hebben op bescherming van hun bronnen.

Daarin begrepen: een immuniteit tegen huiszoekingen, telefoontaps, e-maildetectie of welke communicatiesurveillance ook. De enige uitzondering – waarin journalisten dus wel het blootleggen van hun bronnen moeten gedogen – betreft het voorkomen van levensbedreigende delicten, denk terrorisme.

Maar kunnen we het er minstens over eens geraken dat daar in dit dossier van de Kasteelmoord allerminst sprake van is?

Dat een journalist gevraagd wordt naar zijn bronnen, tot daaraan toe. Vragen staat vrij, ook voor een onderzoeksrechter en diens speurders. Maar een huiszoeking bij een journalist kan wettelijk niét.

En ook taboe is de inbeslagneming van de i-phone van een journalist en de uitlezing ervan. In beide laatste gevallen gaat het om overduidelijke schendingen van de wet van 2005 op het journalistieke bronnengeheim.

Een indrukwekkende draai

De Brugse onderzoeksrechter geeft wel een indrukwekkende draai aan haar zoekacties bij journalist Aerts. De officiële tenlastelegging heet ‘(mede)daderschap aan misbruik van het inzagerecht in het strafdossier van de Kasteelmoord’.

De (hoofd)dader is dan Peter Gyselbrecht, zoon van dokter André Gyselbrecht, de centrale verdachte in het dossier. Zoon Gyselbrecht erkende overigens dat hij informatie uit het strafdossier aan de VRT doorspeelde.

Maar dan nog – en dit moet worden beklemtoond – geeft dat justitie niet het recht om de informatiekanalen van een journalist bloot te leggen. Zeker niet wanneer die journalist – met recht en reden – de speurders van meet af aan op zijn wettelijke bronnenbescherming wijst.

Justitieminister Koen Geens (CD&V) liet al herhaaldelijk verstaan dat hij het geheim van het strafonderzoek beter wil vrijwaren, en strenger wil optreden tegen lekken over onderzoeken naar de media. Ook het gerechtelijk – excuus voor het modewoord – ‘establishment’ zit op die lijn.

Als de Brugse werkwijze de manier is waarop justitie de zaken wil aanpakken, dan zal ze van een kale kermis thuiskomen. Wat de Brugse justitie hier presteert, is noch min noch meer een zware aantasting van het journalistieke bronnengeheim. Alleen jammer dat we dan opnieuw de lange weg naar het Mensenrechtenhof in Straatsburg op moeten om minister en magistraten daarvan te overtuigen.

Mededader?

Veel beter zou de minister werk maken van een verfijning van de wet van 2005 op het journalistieke bronnengeheim, zodat ook de achterpoort die de Brugse justitie gebruikt wordt gesloten.

Nu al staat in de wet dat vervolgingen voor ‘heling’ of ‘medeplichtigheid aan de schending van het beroepsgeheim’ niet als alibi kunnen dienen voor het doorbreken van het journalistieke bronnengeheim.

Het volstaat – althans voorlopig – om hieraan ook vervolgingen voor ‘(mede)daderschap of (mede)plichtigheid aan misbruik van het inzagerecht in strafdossiers’ toe te voegen.

Meest gelezen