De illusie van de schapenkop in het Lam Gods - Johan Braeckman

In het programma "Culture Club" op Canvas werd geponeerd dat schilder Van Eyck met opzet de vorm van een schapenkop verborg in het Lam Gods. Waar of onzin?
opinie
Opinie

Johan Braeckman is filosoof aan de Universiteit Gent. Hij publiceert over wijsbegeerte, bio-ethiek, toegepaste ethiek, milieufilosofie en culturele aspecten van de wetenschappen.

In het VRT programma Culture Club bracht Jan Hoet Jr. een ‘theorie’ van een Japanse kunstenaar naar voren over Van Eycks meesterwerk, Het Lam Gods. De compositie van het centrale paneel zou bepaald worden door de vorm van een schapenkop (zie tekening op foto).

Hoet Jr. gaf aan te geloven dat Van Eyck het wel degelijk zo had bedoeld. Toeval, zo zei hij aan presentatoren Sofie Lemaire en Bent Van Looy, is nagenoeg uitgesloten. De figuur van de schapenkop is te nadrukkelijk aanwezig. Eens je het schilderij bekijkt vanuit het schapenkop-perspectief, kan je het niet anders meer zien, aldus Hoet Jr. Misschien dat ze in Italië “se non è vero, è ben trovato” gesticuleren bij dergelijk nieuws, maar zelf vind ik het niet zo erg goed gevonden. 

Hoet Jr. wees er ook op dat de kunsthistorici tot nog toe de schapenkophypothese niet nader onderzochten. Daar is een vrij goede reden voor: ze slaat eigenlijk nergens op.

Het Lam Gods zit boordevol theologische, christelijke en laat-middeleeuwse culturele symbolen en verwijzingen, maar ik vrees dat een schapenkop als compositorisch fundament er niet toe behoort.

De Japanse ‘ontdekker’ van de schapenkop en Hoet Jr. lijken me veeleer het slachtoffer te zijn van pareidolie: een veelvoorkomende soort illusie, waarbij men onduidelijke of vage zintuiglijke prikkels op een betekenisvolle, maar volstrekt foute, wijze interpreteert. 

Gezicht van Jezus in een boomstam

Binnen de religieuze sfeer zijn er talloze voorbeelden. Mensen zagen het gezicht van Jezus in de schors van boomstammen, in wolken, in de wortels van planten, in aangebrande fishsticks en in honderden andere voorwerpen.

Dat niemand weet hoe Jezus eruit zag – Augustinus klaagde daar reeds in de vierde eeuw over – zorgt net voor meer getuigenissen. Het laat de fantasie immers vrijer.

Ook Maria, de moeder van Jezus, is een ontelbaar aantal keren gespot in de meest vreemde dingen, van pizza’s tot beschimmelde broodjes. Ik heb het niet over verschijningen, zoals in Guadalupe, Lourdes of Banneux: psychologisch gebeurden daar ongetwijfeld ingewikkelder zaken dan wat we als pareidolie mogen beschouwen.

Valse negatieven en valse positieven

Veel voorbeelden van pareidolie betreffen gezichten. Dat is niet zo verwonderlijk, aangezien bij gezichten meestal mensen horen, en het een zaak van leven of dood kan zijn om de aanwezigheid van een mens snel en efficiënt te ontdekken.

Het interpreteren van een verzameling prikkels als een gezicht, terwijl het in werkelijkheid om iets totaal anders gaat, is meestal niet erg problematisch. Maar een echt gezicht niet herkennen, kan ernstige gevolgen hebben. Over honderdduizenden jaren evolutie konden we ons geen “valse negatieven” permitteren, terwijl de “valse positieven” meestal vrijblijvend waren.

Niettemin betalen we een prijs voor ons sterk ontwikkelde vermogen om gezichten als gezichten te zien, of, bij uitbreiding, willekeurige prikkels als betekenisvolle patronen.

Verkeerdelijk een schapenkop in het Lam Gods detecteren is geen ramp, maar onze kwetsbaarheid voor pareidolie geeft ook aanleiding tot het ontstaan van complottheorieën, bijgeloof, mirakelverhalen en andere luchtkastelen en hersenspinsels.

Ons vermogen om Nederlandse zinnen te horen in anderstalige liedjes, wat men “mamma appelsapliedjes” noemt, bevindt zich ergens tussen bevreemdend en komisch.

Gezichten en voorwerpen ontdekken in de wolken is een zalig tijdverdrijf, zeker als je er kinderen bij betrekt. Maar de volstrekt normale condenssporen van vliegtuigen ‘duiden’ als bewijs voor de samenzweringstheorie die stelt dat de overheid ons bewust en intentioneel besproeit met gifstoffen, is pareidolie in overdrive en grenst aan paranoïde waan.

Ken uzelf

Het is natuurlijk ironisch: eigenschappen die tot onze meest fundamentele menselijke kenmerken behoren, zoals het begrijpen van oorzaak-gevolgrelaties en het doorgronden van structuren en patronen, maken ons ook kwetsbaar voor allerlei onzin. Soms onschuldig, vaak ronduit gevaarlijk.

Dat Hitler er in slaagde om miljoenen mensen te laten geloven dat de joden een bedreiging vormden voor Duitsland, is een ander voorbeeld van pareidolie in de overtreffende trap.

Aangezien we onze psychologische basiskenmerken niet kunnen wijzigen, tenzij we niet langer menselijk willen zijn, is het enige verweer tegen onplezierige vormen van pareidolie inzicht verwerven in de wijze waarop ons brein zichzelf in de luren legt. Zoals de oude Grieken al zeiden: “Ken uzelf”.

Meest gelezen