Politieke taal: ruw, ruwer, rot? - Peter Van Aelst

Ruw, ruwer, rot? Is het taalgebruik in de politiek bij ons aan het verrotten? Hoe kan het verder in de Verenigde Staten? Na Trump een anti-Trump?
opinie
Opinie
frank bahnmüller

Peter Van Aelst is professor politieke wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen en verblijft dit jaar aan de University of California (in Davis). Hij is gespecialiseerd in politieke communicatie.

De afgelopen jaren hebben al meerdere mensen aangeklaagd dat ons publiek debat aan het verruwen is. Politici zouden elkaar scherper en persoonlijker bekritiseren, en de problemen onverbloemd benoemen zonder al te veel nuance. Klinkt het niet, dat botst het wel.

Op basis van mijn eigen historisch onderzoek naar verkiezingscampagnes twijfel ik of er wel sprake is van een duidelijke tendens. Politiek is altijd hard geweest, en politici zonder olifantenhuid hebben het nooit lang volgehouden.

Overduidelijk is wel dat internet en sociale media het debat opener, maar ook gemener hebben gemaakt. Politici schrikken ondertussen niet meer van de giftige reacties op hun tweets, of de scheldtirades die ze in hun mailbox vinden.

Wie echter over de landsgrenzen kijkt, kan alleen maar vaststellen dat het wel meevalt met de verruwing van ons politiek debat. In Nederland, waar de politieke moorden op Theo Van Gogh en Pim Fortuyn diepe littekens hebben nagelaten, is de verharding van het debat zichtbaarder dan bij ons.

Maar op dit moment spant de verkiezingscampagne in de VS ongetwijfeld de kroon. De Republikeinse kandidaat Donald Trump heeft de grenzen van het fatsoen duidelijk verlegd. De harde taal aan het adres van Mexicaanse immigranten (verkrachters) of moslims (allemaal jihadisten) zijn ondertussen wel bekend.

Kritische journalisten worden publiekelijk belachelijk gemaakt. In het geval van Megan Kelly, een bekende Fox-journaliste die even de strijd met Trump aanging, retweette Trump zelfs beledigende taal van zijn supporters.

Politieke tegenstanders krijgen een weinig flaterende bijnaam. Tijdens de primaries had Trump het consequent over ‘leugenaar’ Cruz, en nu over ‘crooked’ (oneerlijke) Hillary. Clinton en Obama werden ook als ‘de oprichters van ISIS’ bestempeld.

Niet verwonderlijk dat de houding bij zijn achterban ten aanzien van Clinton er de laatste maanden niet milder op geworden is. “Lock her up” scandeerde het publiek meermaals tijdens de Republikeinse conventie. Trump moest zowaar de gemoederen bedaren.

Meest verregaand en omstreden is zijn impliciete suggestie aan alle wapenliefhebbers dat als Hillary verkozen wordt, er weinig aan anders op zit dan het recht in eigen handen te nemen.

De Democraten laten zich echter niet doen. Hillary heeft al meermaals in sterke verwoordingen haar afgrijzen voor Trump geuit. Recent ging ze nog een stap verder door de helft van aanhangers van Trump te omschrijven als een ‘basket of deplorables’. Vrij vertaald een ‘bende onverdraagzame zieligerds’, waaronder racisten en seksisten.

En ook al toont heel wat onderzoek dat deze uitspraak feitelijk niet verkeerd is - de helft van Trumps aanhang heeft ronduit negatieve opvattingen over moslims en Afro-Amerikanen – lijkt Clinton met deze denigrerende opmerking aan het adres van gewone kiezers te zijn afgedaald naar het niveau van Trump.

Het zou echter verkeerd zijn om deze hele verruwing in de schoenen van Trump te schuiven. Ten eerste overheerst negativiteit altijd in de Amerikaanse campagnes. Het zogenaamde ‘negative campaigning’, met spotjes je tegenstander zwartmaken, is een vast onderdeel van elke verkiezingscampagne.

Zelfs de altijd respectvolle Obama, bekend om zijn positieve hoopvolle slogans, is er niet vies van. In 2012 gaven bijna 60% van zijn televisiespots een uitgesproken negatief beeld van tegenstander Mitt Romney.

Polarisering

Maar de verruwing van het politiek discours overstijgt de campagnetijd. De samenleving in de VS is politiek diep verdeeld. Democraten en Republikeinen zijn niet enkel politieke rivalen, ze zijn vijanden geworden. Een compromis is niet langer een toegeving, maar eerder een teken van zwakte.

Niet verwonderlijk dat het aantal politieke akkoorden over de partijgrenzen heen de laatste jaren fors gedaald is. De diepe tegenstellingen en de verruwing van het debat hebben tot stilstand en verrotting geleid.

Maar de polarisering tussen politici is ook doorgedrongen tot op het niveau van de gewone kiezer. Uit onderzoek blijkt dat uitgesproken Republikeinen en Democraten het allerminst fijn vinden dat hun buurman van de andere partij is, laat staan dat hun dochter met iemand van het andere kamp zou trouwen. Het verklaart alvast dat politici bij hun eigen achterban kunnen scoren met het aanvallen van de tegenstander, inclusief de kiezers van de tegenstander.

De minder gebonden kiezers kijken ondertussen steeds vaker met afkeer naar het politieke schouwspel, of haken af.

"Decency is the new punk"

Waar moet dit eindigen? Heel wat Amerikanen kijken met spanning uit naar wat er gaat volgen na 8 november. Zal de verliezer pleiten voor verzoening en samenwerking, zoals John McCain dat in 2008 deed?

Die kans lijkt klein. Velen vrezen dat nog meer polarisering dreigt.
Misschien moet ik hier eens trachten de boodschap van Vlaams cabaretier Michael Van Peel te promoten: Decency is the new punk. Fatsoen gaat weer hip worden, als ruw, bot en onverschillig de norm worden.

Binnenkort kan je in het politieke debat niet meer opvallen door je tegenstander een loser te noemen, maar wel door hem of haar te complimenteren en door opvallend mild en toegevend te zijn. Na Trump, de anti-Trump?

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen