Heeft Google nu echt zo veel macht? - Jeroen Van Godtsenhoven

De Europese Commissie is een nieuw onderzoek gestart tegen Google voor mogelijk misbruik van zijn monopoliepositie. Maar die positie is relatief, zegt Jeroen Van Godtstenhoven, want "nobody is too big to fail".
opinie
Opinie

Jeroen Van Godtsenhoven is Managing Director bij SAS, een internationaal bedrijf dat gespecialiseerd is in data-analyse om innovatie mogelijk te maken binnen organisaties en de bredere maatschappelijke context.

Hebt u de Velominati al eens gegoogeld? Het is een collectief van fietsers van allerlei aard, van (semi-) professionals tot de fietsende pendelaar, die zich hebben verenigd in hun liefde voor het wielrennen. Deze wieler-aficionado’s hebben een uitgebreide syllabus van regels opgesteld, die gaan van algemene ‘filosofische’ regels (“het gezin komt niet op de eerste plaats. De fiets wel”) over esthetische principes (“shorts moeten zwart zijn”) tot algemene gedragsregels (“geef met je arm aan wanneer je afslaat”). De gedachte achter deze 95 regels: als je deel uitmaakt van de fietsersgemeenschap, en van het verkeer in het algemeen, aanvaard je ook de regels die daar gelden.

Dat principe - als je in een markt actief bent, moet je ook de regels respecteren - zit officieel ook in Google ingebakken. Het officiële motto van Google luidde altijd ‘Don’t be evil’. Tot vorig jaar, toen moederbedrijf Alphabet werd opgericht. Mochten ze toen wel kwaad doen? Nog steeds niet, want nu lezen we in hun gedragscode: ‘Do the right thing’. Concreet verstaan ze hieronder: de wet naleven, eerzaam handelen, en elkaar met respect behandelen.

Toch wordt het bedrijf steeds vaker beschuldigd van misbruik van zijn monopoliepositie. Natuurlijk komen die beschuldigingen in eerste instantie van concurrenten, maar de Europese Unie vond dat er toch voldoende aanwijzingen zijn om een onderzoek in te stellen, en Google om verklaringen te vragen. In dat stadium zitten we nu: Google heeft nog enkele weken de tijd om zich te verantwoorden en aan te tonen dat het geen misbruik maakt van zijn machtspositie.

In afwachting van Googles verdediging en een finale uitspraak van de EU wil ik hierbij toch enkele bedenkingen lanceren.

Machtspositie? Welke machtspositie?

Ten eerste: Google heeft gelijk. Ze hebben gelijk als ze zeggen dat je altijd het goede moet doen, en dus altijd met respect moet handelen tegenover de klanten, concurrentie en de hele maatschappij, of dat nu opgelegd wordt door (Europese) wetgeving of niet. En als ze dat niet doen, als ze bewust hun machtspositie misbruiken om potentiële concurrenten pijn te doen, dan mogen ze gerust op het matje worden geroepen.

Maar is Google wel echt zo dominant als sommigen beweren? Als we iets geleerd hebben uit de vorige decennia, is het wel dat ‘ongenaakbare’ organisaties vaak sneller ten onder gaan dan iemand voor mogelijk had gehouden. Nobody is too big to fail. Denk maar aan Kodak of Nokia, ooit bijna alleenheersers in de foto- en gsm-markt. Zodra een nieuwe innovatie de markt overhoop gooit, is het ook voor gevestigde waarden dikwijls zoeken naar een antwoord op de nieuwe verwachtingen in deze gewijzigde markt.

Ook Google is niet immuun voor dit gevaar. De voorbije jaren zijn we geëvolueerd van een statisch internet waarbij we zelf op zoek gingen naar informatie met behulp van zoekmachines, naar een een ‘push web’, waarbij (al dan niet relevante) content naar onze schermen wordt geduwd, vaak zonder dat we hierom hebben gevraagd. Deze trend zal alleen maar toenemen naarmate de algoritmes en de zelflerende machines beter worden. In deze wijzigende markt moet ook Google zijn rol opnieuw ontdekken, en komen er bijzonder veel opportuniteiten voor nieuwe spelers om Googles dominantie te doorbreken.

Innovatie, het kind in het badwater

Ook Google zal dus innovatief uit de hoek moeten komen om deze nieuwe uitdagingen aan te gaan. Dat hebben ze tot dusver altijd met succes gedaan. En ze hebben hierbij ook veel andere bedrijven de kans geboden om te innoveren. Denk maar aan het mobiele besturingssysteem Android, dat een hele industrie heeft mogelijk gemaakt en er mee voor gezorgd heeft dat de smartphones en tablets binnen ieders bereik kwamen.

Natuurlijk geeft dit ook Google niet het recht om van zijn status misbruik te maken. Maar tegelijk willen we de Europese Commissie op het hart drukken om het kind niet met het badwater weg te gooien. We juichen het toe dat ze Googles concurrenten en de consument alle mogelijke bewegingsvrijheid en toegevoegde waarde willen garanderen. Maar de focus moet wel blijven liggen op het stimuleren van innovatie en niet op het argwanend volgen van dominante spelers omwille van hun marktaandeel. Monopolies zijn soms in een mum van tijd afgebroken, maar innovatie zullen we altijd blijven nodig hebben.

We wensen de EU en Google dus helemaal hetzelfde toe: een gezonde dosis pragmatisme, zodat ze hun energie kunnen steken in het vormgeven van de toekomst en ‘het goede doen’. En tot slot wens ik hen vooral het inzicht dat ‘het goede doen’ verder reikt dan de eigen achtertuin, of die nu in Europa ligt of ergens in Silicon Valley.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen