Het absurde avontuur van de brexit - Hendrik Vos

Donderdag is het zover: de Britten beslissen referendumgewijs of ze wel of niet in de Europese Unie blijven. Peilingen zitten er dikwijls naast, maar de laatste dagen wijzen ze haast allemaal consequent in de richting van brexit. Het zit er dus dik in dat de Britten uit de Unie stappen.
opinie
Opinie

Hendrik Vos en Rob Heirbaut schrijven om de twee weken beurtelings een opinietekst over Europese politiek. Vos is hoogleraar aan de Universiteit Gent, waar hij directeur is van het Centrum voor EU-studies. Heirbaut is VRT-journalist, gespecialiseerd in de EU.

Krankzinnig

De krankzinnige campagne begint vandaag opnieuw na de moord op parlementslid Jo Cox. Aan de ene kant staat premier David Cameron, die voor de gelegenheid Guy Verhofstadt vlot voorbijsteekt als de grootste eurofiel van het moment. Zonder Europees lidmaatschap zakt de Britse economie als een pudding in elkaar, zegt hij. Of die bangmakerij veel indruk maakt bij de kiezers, valt te bezien.

Het is namelijk spijtig voor Cameron en voor zijn geloofwaardigheid dat hij jarenlang precies het tegenovergestelde trompette en geen goed woord over had voor Brussel. Misschien is er sprake van voortschrijdend inzicht, maar vermoedelijk is politiek opportunisme de betere omschrijving.

Aan de andere kant staat Boris Johnson, die voornamelijk geĆÆnteresseerd is in de val van Cameron en het premierschap dat dan vrijkomt.

Uiteraard zijn er ook de echte voorstanders van de brexit, die zich voornamelijk in de heel rechtse hoek situeren en ranzige praatjes verkopen over migranten. Erg moeilijk is het niet om een anti-Europacampagne te voeren in het land waar de Unie al jarenlang verantwoordelijk wordt gesteld voor alle problemen die het zelf niet opgelost krijgt of waar gewoon geen makkelijk antwoord op bestaat.

Voor vele Britten is de Unie een bemoeizuchtig monster geworden dat nutteloze regels oplegt en veel te veel kost. Door het vrij verkeer van personen wordt het land bovendien overspoeld door goedkope werkkrachten die voornamelijk Slavische talen spreken.

Handelsnatie

De vraag is hoe het Groot-Brittanniƫ zal vergaan, na de brexit. De Europese Unie is vandaag in de eerste plaats nog altijd een grote supermarkt, met bedrijven die overal zaken doen en consumenten die over de grenzen kunnen kijken.

In alle scenarioā€™s heeft de Britse economie toegang tot die Europese markt nodig. Groot-BrittanniĆ« is een handelsnatie, de negende exporteconomie ter wereld. De tijd is lang voorbij dat het Land of Hope and Glory voornamelijk zaken deed met de voormalige kolonies.

Het is intussen vooral met het vasteland dat er veel en intensief gehandeld wordt. Dat verloopt vlot en goedkoop, zonder tarieven, quota, obstakels of extra controles. Veel Britse bedrijven zijn geheel afhankelijk van die Europese afzetmarkt. Logisch, want daar wonen 450 miljoen consumenten met flink wat koopkracht. Om een handelsverlies van zelfs maar 10% naar de Europese markt te compenseren, moet de uitvoer naar de Commonwealth al haast verdubbelen.

Maar de Europese markt is wel gereguleerd. Vele honderden wetten en afspraken schrijven voor aan welke criteria producten moeten voldoen en onder welke voorwaarden ze moeten vervaardigd worden.

Werknemers in Europese bedrijven hebben recht op vier weken betaalde vakantie. Fabrieken moeten hun afvalwater zuiveren. Voedsel moet op een hygiƫnische manier verwerkt worden. Champagne mag alleen uit de champagnestreek komen. Een stal in een commerciƫle varkensboerderij moet diervriendelijk zijn. We kunnen nog uren doorgaan: de Europese regels beslaan samen ongeveer honderdduizend bladzijden.

Geen cadeaus

Het is natuurlijk ondenkbaar dat de Britten toegang krijgen tot de Europese markt, zonder zich aan die regels te moeten houden. Als ze te veel varkens in hun stallen steken, als werknemers er minder vakantie krijgen, als hun milieunormen minder streng zijn, of als ze het bij de productie van voedsel niet zo nauw nemen met de hygiĆ«nische normen, dan worden Britse producten vermoedelijk goedkoper. Maar uiteraard gaan ze die dan niet mogen uitvoeren naar de Unie ā€“ dat cadeau zal hen niet gegund zijn.

Noorwegen en Zwitserland zijn officieel geen lid van de Europese Unie, maar ze hebben wel toegang gekregen tot de Europese markt. De prijs die ze daarvoor betalen, is dat ze min of meer alle regels van de Unie automatisch moeten overnemen in hun eigen wetgeving. De parlementen hebben er zich bekwaamd in zwijgen en knikken. Er zijn juridisch-technisch verschillende mogelijkheden om het te regelen, maar aan al de Europese regels gaan de Britten dus niet ontsnappen.

Ieder jaar krijgen Noorwegen en Zwitserland overigens een forse factuur van de Unie: ze loopt voor beide landen in de vele honderden miljoenen. Ze betalen braaf, want ze willen de toegang tot de markt niet verliezen en ze willen meedoen met allerlei Europese programmaā€™s, bijvoorbeeld rond wetenschappelijk onderzoek of studentenuitwisseling.

De Europese Unie laat hen ook meebetalen voor de ontwikkeling van achtergestelde gebieden. Immers, als er in Polen met Europese subsidies snelwegen worden aangelegd, dan profiteren de Noorse en Zwitserse bedrijven er ook van. Hun producten raken dan sneller en bijgevolg goedkoper in de groeimarkten van het moment.

Rekken vullen

Noren en Zwitsers hebben trouwens ook het vrij verkeer van personen moeten aanvaarden: alle Europeanen kunnen er werk zoeken, alsof het lidstaten van de Unie zijn. In beide landen wonen en werken naar verhouding meer EU-migranten dan in Groot-Brittanniƫ. Als Groot-Brittanniƫ op hetzelfde niveau wil komen, dan zouden er jaarlijks nog 400.000 extra Europeanen het kanaal moeten oversteken.

Het is twijfelachtig of de Britten na een brexit hun eiland plots zullen mogen afsluiten voor Europeanen. De Unie redeneert immers dat wie profijt wil doen met het vrij verkeer van goederen, ook het vrij verkeer van personen moet aanvaarden.

Overigens, er zou geen enkele Pool, Roemeen of Bulgaar in Groot-Brittanniƫ werken als er geen Britten zouden zijn om ze aan te werven. Britten willen hun badkamer goedkoop laten renoveren, en ze kopen graag in winkels waar alles een paar cent goedkoper is omdat Oost-Europeanen er de rekken vullen.

Klein-Brittanniƫ

Anders gezegd, als de Britten straks voor brexit stemmen, en ze willen economische harakiri vermijden, dat moeten ze zich toch weer wenden tot de Europese markt. En dan heeft het er alle schijn van dat ze de regels van de Unie moeten blijven overnemen, jaarlijks hun factuur moeten betalen en migratie van andere Europeanen niet mogen belemmeren. Uitgerekend aan de zaken die hen zo ergeren, gaan ze niet kunnen ontsnappen.

Het absurde van het avontuur waarin David Cameron zijn land gestort heeft, is dat de Britten bij een brexit niet meer in de cockpit zullen zitten van de Unie: ze hebben geen recht meer op een commissaris, op Europese parlementsleden, op deelname aan ministerraden of op ambtenaren van de Unie.

De Europese politiek zal een gigantische invloed blijven hebben, maar ze zullen er niet meer mee over beslissen. En zo wordt Groot-Brittanniƫ per dwaas abuis een Klein-Brittanniƫ. En als de pro-Europese Schotten het niet meer kunnen aanzien en hun onafhankelijkheid claimen, ook nog eens het Onverenigd Koninkrijk.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele themaā€™s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen