Spanje lijkt op België - Sven Tuytens

Ons land heeft al records gebroken over de tijd die nodig is om een regering te vormen. Nu steekt Spanje België naar de kroon.
opinie
Opinie

Sven Tuytens is correspondent in Spanje. Hij woont en werkt in dat land.

Er komen nieuwe parlementsverkiezingen in Spanje. Vier maanden na de vorige stembusgang is geen enkele partij erin geslaagd om een coalitie te vormen. De laatste onderhandelingspoging is op niets uitgedraaid.

Geen enkele partij krijgt momenteel het vertrouwen van het parlement om een regering te vormen. Op 26 juni, ruim zes maanden na de vorige verkiezingen, trekt Spanje terug naar de stembus.

Opnieuw naar de stembus

Het zat er aan te komen. De Spaanse koning Felipe heeft niet meer kunnen doen dan vaststellen dat de politici gefaald hebben. De koning nam de beslissing om geen kandidaat-premier meer naar voren te schuiven.

De deadline voor de nieuwe Spaanse regering ligt op 2 mei, maar tijdens de laatste gesprekken met koning Felipe gaven zowel premier Mariano Rajoy als Pedro Sánchez, kopman van de socialisten, aan dat ze niet op de steun van het parlement konden rekenen. Vermits er geen nieuwe regeringsploeg gevormd is, schrijft de grondwet nieuwe verkiezingen voor.

Mislukte coalitiepogingen

De conservatieve Partido Popular van Rajoy verloor bij de verkiezingen van 20 december zijn absolute meerderheid, ten voordele van de nieuwe partijen Podemos en Cuidadanos. Meteen na de verkiezingen was duidelijk dat er niet makkelijk een coalitie te vormen was die de benodigde meerderheid van 176 zetels zou halen. PP moest op zoek naar coalitiepartners, maar slaagde daar niet in.

Daarna poogden de socialisten van PSOE een regering te vormen, eveneens zonder succes. Sánchez begon met slechts 90 van de 350 zetels aan een onmogelijke missie. Zonder steun van de Partido Popular was hij aangewezen op een geduchte nieuwkomer aan de linkerkant: Podemos. Maar zelfs met steun van die partij zou hij nog zeventien zetels tekort komen voor een progressieve regering.

De socialistische leider sloot uiteindelijk een pact met de liberale Albert Rivera van Ciudadanos. “Een akkoord dat tot mislukken is gedoemd”, zo betitelden Spaanse kranten dit. De twee partijen geraakten niet verder dan hun gezamenlijke zetelaantal van 130. Maar liefst 219 parlementsleden stemden het voorstel weg.

Kleine hoop

Na maanden stagnering leefde er op het laatste nippertje nog de hoop dat alsnog een akkoord bereikt zou worden. De progressieve Compromís partij presenteerde het Prado akkoord, geschoold op de manier waarop verschillende partijen in de autonome regio Valencia regeren. De groep legde een 30 punten voorstel op tafel dat Sánchez in staat zou stellen premier te worden van coalitie van linkse en onafhankelijke partijen.

PSOE aanvaardde 27 van de 30 voorstellen, maar dat was niet naar de zin van Podemos. “We hebben al genoeg toegevingen gedaan”, was de wrevelige reactie van de voorzitter van Podemos, Pablo Iglesias. Voor hem was het tegenvoorstel van PSOE, niet meer dan een “neen”.

Ciudadanos, had het moeilijk om samen in een regering te stappen met Compromís, die ze als “radicaal” beschouwen.

Onderhandelingsmentaliteit

Het probleem is dat de Spaanse politici - in tegenstelling tot bijvoorbeeld hun Belgische collega's - het niet gewend zijn om coalities te vormen. De situatie is historisch nieuw.

Voordien won of PP of PSOE de verkiezingen. Wanneer een meerderheid nodig was werd het met Basken of Catalanen op een akkoordje gegooid, in ruil voor meer autonomie. Plots moeten de twee zwaargewichten van de Spaanse politiek rekening houden met twee nieuwe nationale partijen als Podemos (69 zetels) en Ciudadanos (40 zetels). De onderhandelingsmentaliteit zit er gewoon niet in. Vooral Rajoy en Sánchez voelen zich te belangrijk om voortdurend met anderen te moeten overleggen.

De geestdrift is weg

Alle partijen die elkaar nu de schuld voor deze mislukte onderhandelingen doorschuiven, moeten zich opnieuw meten in een stembusslag, zonder daarom zeker te zijn dat het volgende parlement wel in staat zal zijn om gemakkelijk uit de onzekere situatie te geraken.

Toch gaan alle politieke partijen moeten leren onderhandelen en meer toegevingen doen. Want de moeilijke oefening die ze nu gedaan hebben, zullen ze na de verkiezingen in juni opnieuw moeten herhalen.

De partijleidingen kijken niet uit naar de volgende verkiezingen want ze zijn ongerust voor de reactie van een teleurgestelde bevolking. Het politieke landschap wekt niet langer geestdrift op bij de Spanjaarden. De hoop waarmee vorig jaar naar het nieuwe politieke landschap werd uitgekeken is verdwenen. De oude politieke orde loopt er verslagen bij. “Er zijn geen leiders die ons hart sneller doet kloppen. Dit soort politiek is kost voor revaliderende mensen, flets hospitaalvoedsel”: oordeelt journalist Iñaki Gabilondo in zijn dagelijkse videoblog in de krant El País.


In de ogen van veel Spanjaarden leiden de politieke formaties niet alleen gezichtsverlies, maar is de schijnbare onmacht van het parlement dat zij verkozen hebben, ronduit onrustwekkend.

De uiteindelijke keuze

Ondanks een lange reeks corruptiezaken binnen de PP, is de partij nog steeds de grootste partij van Spanje. Ze slaagt er handig in om interne onenigheid in te perken en haar leden achter premier Mariano Rajoy te scharen.

PSOE daarentegen, is een stuurloos schip geworden waar iedereen elkaar in de haren zit. Ouderen tegen jongeren, sociaal-liberalen tegen sociaal-democraten, voorstanders van een coalitie met PP tegen diegenen die samen met Podemos en IU (communisten en groenen) een populair front willen vormen.

De volgende verkiezingen brengen ons zeker niet terug naar een tweepartijenmodel dat sinds 1977 in voege is. Er zal gekozen moeten worden tussen twee modellen: een neo-liberaal model van PP-Ciudadanos of een sociaal-solidair model van Podemos en IU.

el gran pacto

Na 40 jaar absolute hegemonie hebben PP-PSOE nu een gemeenschappelijk doel en dat is trachten de macht van spelbreker Podemos en haar handlanger IU te vernietingen. Samen met IU is Podemos in staat ongeveer 6 miljoen stemmen te verenigen, evenveel als PP. Het is dus niet ondenkbeeldig dat de progressieve partijen, de grootste partij PP deze zomer voorbij steken.

Als dat zou gebeuren zal de druk van politieke, sociale en economische machten van het oude Spanje groot zijn om PP-PSOE opdracht te geven tot de vorming van “el gran pacto” of “de grote coalitie”. Hoe Rajoy en Sánchez gaan dialogeren is nog een ander paar mouwen, want al maanden gunnen ze elkaar niets. Rajoy is nog steeds niet vergeten hoe Sánchez hem tijdens een tv debat verweet een corrupte leider te zijn.

Het hanengevecht van partijleiders kan opnieuw opnieuw in alle hevigheid toenemen want tijdens de lopende formatie waren veel partijleiders er niet voor honderd procent meer bij. Want ze hadden hun zinnen reeds op een nieuwe verkiezingscampagne gezet. De vraag is nu: welke partijen gaan de kiezers de rekening voor de mislukte coalitievorming voorschotelen?

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen