Een misleidend referendum - Peter Van Elsuwege

Bij het referendum in Nederland over het associatieverdrag met Oekraïne worden veel verkeerde argumenten gebruikt. Het referendum zal de democratie niet redden, zoals de initiatiefnemers beweren.
opinie
Opinie

Peter Van Elsuwege doceert Europees recht en is co-directeur van het Ghent European Law Institute (GELI).

Morgen, op 6 april, kan de Nederlandse bevolking zich uitspreken over het associatieakkoord dat de Europese Unie en haar lidstaten hebben gesloten met Oekraïne. Volgens de initiatiefnemers is dit nodig om de democratie te versterken. Er zijn een aantal redenen te bedenken waarom dit niet zo is. 

1. Het gaat niet over associatieakkoord

Dat er een referendum over het EU-Oekraïne associatieakkoord wordt georganiseerd is eigenlijk puur toeval. De wet raadgevend referendum (WRR) die deze volksraadpleging mogelijk maakt, trad in werking op 1 juli 2015. Enkele dagen later werd het associatieakkoord met Oekraïne goedgekeurd in de Eerste Kamer en startte het anti-establishment collectief ‘GeenStijl’ de campagne om voldoende handtekeningen te verzamelen.

Eigenlijk had het net zo goed ook over een ander EU-gerelateerd thema kunnen gaan, maar het verdrag met Oekraïne was nu eenmaal de eerste kans om de nieuwe referendumwet te testen. De burger wordt gevraagd om zich uit te spreken over een specifiek akkoord, maar de inhoud ervan lijkt voor de initiatiefnemers eigenlijk niet zo belangrijk.

Het wordt daardoor heel moeilijk om de uitslag van het referendum correct te interpreteren: is de Nederlandse burger voor of tegen het associatieakkoord met Oekraïne, of gewoon voor of tegen de regering Rutte, de EU of gewoon tegen alles wat op politiek niveau wordt beslist?

2. Het gaat niet tussen Nederland en Oekraïne

Het referendum betreft de vraag of de goedkeuringswet zoals aangenomen door het Nederlands parlement al dan niet moet worden verworpen. Met andere woorden, de vraag is of Nederland een verdragspartij moet worden bij dit akkoord. Daarnaast zijn er nog andere verdragspartijen, met name de EU, Oekraïne en de andere EU lidstaten.

Al deze partijen kunnen via hun interne procedures beslissen of ze al dan niet gebonden willen worden door het akkoord. Het is allesbehalve democratisch indien een beperkt deel van de Nederlandse bevolking de andere procedures zou gaan blokkeren. Uiteindelijk vertegenwoordigen het aantal kiesgerechtigde Nederlanders slechts een fractie van alle Europese burgers.

3. Welke democratie is in gevaar?

Het ‘nee-kamp’ voert campagne met de slogan ‘red de democratie’. Er wordt opgeroepen om nee te stemmen tegen een akkoord dat ‘boven de hoofden van de burgers wordt beslist’. Hierbij kunnen minstens twee kanttekeningen worden gemaakt.

Ten eerste is er reeds een meervoudige democratische controle, met name door het Europees Parlement dat het akkoord heeft goedgekeurd op het niveau van de EU en door het Nederlandse parlement dat reeds een goedkeuringswet heeft gestemd. Ook in alle andere EU lidstaten spreken de nationale parlementen zich uit over het akkoord.

Ten tweede is het referendum gebaseerd op een wel heel egocentrische invulling van de term democratie. Alsof alleen wetten en akkoorden waarover elke individuele burger ‘ja’ of ‘nee’ kan stemmen democratisch zouden zijn.

4. Een propagandacampagne

Het is eigen aan referenda dat de ruimte voor nuance beperkt is. De Nederlandse burger wordt verplicht om een kamp te kiezen en wordt daarbij niet altijd correct geïnformeerd. Het ‘nee’ kamp stelt dat het associatieakkoord de poort open zet naar de toetreding van Oekraïne tot de EU.

Dat doet het echter niet. Nergens in het akkoord staat dat dit een doelstelling is, laat staan een gezamenlijke doelstelling van alle partijen. De waarheid is dat een EU uitbreiding richting Oekraïne vandaag gewoon niet aan de orde is en mocht dat op termijn veranderen dan geldt daarvoor een specifieke procedure waarmee elke EU-lidstaat moet akkoord gaan. Maar dit referendum gaat dus over een associatieverdrag, niet over een toetredingsverdrag.

Anderen minimaliseren het akkoord tot een louter vrijhandelsverdrag. Ook dit is te kort door de bocht. Het liberaliseren van de handelsrelaties op basis van gedeelde rechtsregels is een centrale doelstelling, maar daarnaast wordt ook een politieke dialoog in het leven geroepen zodat de EU samen met Oekraïne o.a. kan werken aan de aanpak van corruptie, georganiseerde misdaad etc. Het is dan ook paradoxaal dat het probleem van corruptie in Oekraïne soms wordt gebruikt om vooral tegen het akkoord te zijn.

De werkelijkheid is dan ook complex en de toegevoegde waarde van een ja/nee vraag over een internationaal akkoord waarover jarenlang werd onderhandeld en gedebatteerd is niet meteen duidelijk.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen