Wat te verstaan onder "basisinkomen"? - Olivier Pintelon

De discussie over het invoeren van een basisinkomen is weer helemaal terug, maar de pleitbezorgers aan de linkerkant doen er best aan om duidelijk te maken hoe ze dat basisinkomen praktisch willen invullen.
opinie
Opinie

Sinds het voorjaar van 2010 is de auteur betrokken bij de sociaal-progressieve denktank Poliargus. Zijn expertisedomein is sociaal beleid 'in de ruime zin', ook in zijn Europese dimensie.

“Van ieder naar vermogen aan ieder naar behoefte” is een iconische uitspraak van de Franse vroegsocialist Louis Blanc. Het gezegde stond lange tijd symbool voor het utopisme ter linkerzijde: de verdeling van de rijkdom volgens de behoeften van mensen. De welvaartsstaat is eigenlijk een afgezwakte versie van het idee: mensen collectief verzekeren tegen sociale risico’s als ouderdom en ziekte.

Het basisinkomen – dat de laatste tijd furore maakt – vertrekt daarentegen van een compleet andere logica. Het houdt geen rekening met behoeften of sociale risico’s. Jong, oud, kinderloos, kansrijk, gezond en ziek: voor iedereen eenzelfde toeslag. Als het basisinkomen ter vervanging van de sociale zekerheid wordt ingevoerd, is het daarenboven een instrument van sociale regressie. Een blik achter de schouders leert ons de gevaren van een discours dat sociaal klinkt, maar op asociale manier kan worden ingevuld. Het basisinkomen kan daarom net als de ‘tax shift’ een grote ontgoocheling worden.

Het basisinkomen van onder het stof

Het debat over het basisinkomen is terug van (nooit) weg geweest. Kristof Calvo van Groen hield in zijn boek F*ck de zijlijn een voorzichtig pleidooi voor experimenten met een basisinkomen – naar analogie met wat nu in Rotterdam gebeurt. Ook SP.A-voorzitter John Crombez mengde zich recent in het debat en uitte zich in zijn nieuwste boek voorstander van een ‘basisloon’ dat voor jongeren tussen 18 en 23 jaar volledig onvoorwaardelijk zou zijn.

Het is evident waarom het basisinkomen een aantrekkelijk idee is ter linkerzijde. Een gegarandeerd inkomen ter hoogte van de Europese armoedegrens zou niet minder dan een bazooka kunnen zijn tegen armoede. Het onvoorwaardelijke en universele karakter haalt daarenboven het stigma weg dat nu hangt rond de sociale bijstand. Waar wachten we dan op? Ik beargumenteer dat we best niet te hard van van stapel lopen en formuleer enkele fundamentele bedenkingen – zowel van inhoudelijke als strategische aard.

Geen oog voor de behoeften van mensen

De intrinsieke zwakte van het basisinkomen is dat het geen rekening houdt met de noden van mensen. Het veronderstelt impliciet dat alle mensen gelijk zijn qua behoeften. Niets is echter minder waar. Verdienen gehandicapten, langdurig zieken of zorgbehoevende ouderen geen hoger bedrag? En waarom opteert John Crombez niet voor een hoger basisloon voor kansarme jongeren?

Het probleem wordt des te pertinenter wanneer we het financieel plaatje in rekening brengen. Volgens een ruwe schatting van de econoom Andreas Tirez kost een maandelijks basisinkomen van €1000 ongeveer €100 miljard – ongeveer 30% van het BBP. Om dat in perspectief te plaatsen: dat is equivalent aan alle sociale uitgaven in België. Wil men een basisinkomen budgetneutraal invoeren – dat is op zich geen must – dan komt het ter vervanging van grote delen van de sociale zekerheid. Net omdat het geen rekening houdt met noden, is dat een ronduit asociaal idee. De zieken, gehandicapten en kansarmen dreigen dan het gelag te betalen. Een basisinkomen zou eventueel wel kunnen als aanvulling op onze sociale zekerheid, maar dan moeten de sociale bijdragen en/of belastingen worden verhoogd. Het debat wordt best in die heldere termen gevoerd.

Hét basisinkomen bestaat al

Daarenboven zijn de valide argumenten voor het basisinkomen in feite grotendeels dezelfde als voor een universele welvaartstaat. Het onvoorwaardelijke en universele karakter bestrijdt het sociaal stigma en zorgt voor een ruim politiek draagvlak. In feite bestaat het basisinkomen al: de kinderbijslag. Nagenoeg alle Belgische ouders ontvangen gezinsbijslagen en het recht is niet afhankelijk van de werksituatie. Dat brengt ons bij de hamvraag: waarom opteren voor een volledig nieuw basisinkomen en niet voor een versterking van de universele takken van de sociale zekerheid? Gegeven de hoge en stijgende kinderarmoedecijfers in Vlaanderen, lijkt dat een valabele optie, zeker voor alleenstaande ouders.

Wordt het basisinkomen de tax shift 2.0?

Het belangrijkste strategische argument is echter dat het basisinkomen een onduidelijk concept is. Los van enkele centrale kenmerken – waaronder universeel en onvoorwaardelijk – zijn er veel verschillende basisinkomens mogelijk. Het feit dat er zowel ter rechter- als ter linkerzijde voor- en tegenstanders zijn, komt doordat ze eigenlijk verschillende systemen verdedigen. Een sociale invulling is een onvoorwaardelijk en universeel inkomen toevoegen aan de bestaande sociale zekerheid, gefinancierd door extra fiscale ontvangsten. Er bestaat echter ook een ronduit neoliberale versie: een laag basisinkomen ter vervanging van de meeste uitkeringen. Gegeven de budgettaire context en de negatieve machtsverhoudingen, is dat een reëel risico. Dat zou zonder meer rampzalig zijn voor de zwaksten in onze samenleving.

Vandaar een oproep aan sociaal-progressieven: maak duidelijk over welk model je spreekt. De recente politieke geschiedenis toont aan dat een discours dat sociaal klinkt asociaal kan worden ingevuld. De vrees die Poliargus in januari 2015 uitte over de tax shift werd helaas de waarheid. Ook het basisinkomen kan zo’n grote ontgoocheling worden. Een gewaarschuwd man is er twee waard.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen