Hallo Calvo? Waarom niet één groene partij? - Bart Maddens

Over het Belgicistische verhaal van groen: "Als puntje bij paaltje komt moeten zelfs de meest fervente Belgen nederig het hoofd buigen voor de realiteit. En zelfs Kristof Calvo kan niet zeggen : "F*ck de realiteit"."
opinie
Opinie

Bart Maddens doceert politieke wetenschappen in Leuven. Hij volgt de communautaire discussies op de voet.

Een studie van collega-hoogleraar politieke wetenschappen Dave Sinardet zorgde vorige week voor een korte opstoot van belgicisme. Naar analogie met een winterprik zou je van een België-prik kunnen spreken. Die prikken duren nooit lang, helaas (althans wat de winter betreft).

Bij elke België-prik is Kristof Calvo van Groen er als de kippen bij om zijn duit in het zakje te doen. We kijken nu al reikhalzend uit naar zijn Belgische ontboezemingen bij de eerste successen van de Rode Duivels op het EK in Frankrijk. Het staat reeds vast dat het tricolore vlaggenvertoon voor Calvo een belangrijk politiek signaal zal zijn. Belangrijker in elk geval dan de verkiezingen. Want dan stemmen de mensen toch maar voor de verkeerde partij.

Theorie versus praktijk

Dit keer riep Kristof Calvo de partijen op om het groene voorbeeld te volgen en opnieuw unitaire fracties te vormen in de Kamer. Maar als het knuffelgehalte tussen de Groen- en Ecolo-parlementsleden inderdaad zo hoog is, waarom volgen zij dan niet op hun beurt het voorbeeld van PVDA en PTB en vormen ze gewoonweg één unitaire groene partij? Zou het kunnen dat de politieke realiteit iets minder suikerzoet is dan Calvo laat uitschijnen?

In het verleden liep de samenwerking tussen de groene zusterpartijen in elk geval niet altijd van een leien dakje. Aanvankelijk vormden de groenen voornamelijk om praktische redenen één fractie. Begin de jaren tachtig moesten ze hun schaarse parlementsleden poolen om een fractie te kunnen vormen. Overigens waren de groenen in die periode helemaal niet zo Belgischgezind.

Agalev was eerder onverschillig tegenover België en de staatshervorming. Zeker, senator Ludo Dierickx was een verre voorloper van Calvo. Maar hij werd in Agalev eerder getolereerd dan gevolgd. “Voor Agalev kan de Belgische staat gestolen worden”, liet politiek secretaris Johan Malcorps zich in 1991 ontvallen. Het was een echo van wat de stichter van Ecolo, Paul Lannoye, in 1983 al had verklaard : “Les écologistes n'ont aucune affection particulière pour la Belgique”. 

In die periode was Ecolo zelfs uitgesproken anti-Belgisch. Het verkiezingsprogramma van 1981 pleitte voor een zeer verregaande Waalse autonomie en het quasi-opdoeken van België. Ecolo was toen de N-VA avant la lettre.

Breuklijnen

En de samenwerking tussen Agalev en Ecolo in het parlement? Die kon rustig verder kabbelen zolang die zich beperkte tot vrijblijvend oppositiewerk. Maar in 1999 kwam daar verandering in. De groenen traden voor het eerst toe tot de regering. En meteen zat het er bovenarms op.

Vier jaar lang rolden Agalev en Ecolo vechtend over de groene en rode tapijten van het parlement. Agalev wou de FN-wapenlevering aan Nepal niet steunen. Ecolo keek de andere kant op. Agalev wou een verbod op tabaksreclame op het circuit van Francochamps. Ecolo pleitte voor uitstel.

Het geruzie culmineerde vlak vóór de verkiezingen van 2003. De Ecolo-ministers gedroegen zich eigengereid in het dossier van de nachtvluchten en namen uiteindelijk ontslag. De Agalev-ministers bleven op post. Daardoor was de groene fractie de facto gesplitst : het Vlaamse deel zat in de meerderheid, het Franstalige in de oppositie.

Zouden Agalev en Ecolo na de verkiezingen nog een gemeenschappelijke fractie willen vormen? De kiezer zorgde ervoor dat de vraag zonder voorwerp werd. Hij strafte de groene ruziemakers en schopte Agalev zelfs helemaal uit het federale parlement.”

Fusie?

In 2007 kwam er opnieuw een gemeenschappelijke fractie. Maar toen was het weer van moeten. Want Groen! had onvoldoende zetels om apart een fractie te vormen. Sindsdien is het weer koek en ei tussen de twee groene partijen. In die mate zelfs dat de twee vorige Ecolo-voorzitters, Olivier Deleuze en Emily Hoyos, na de verkiezingen van 2014 pleitten voor een heuse fusie.

Maar Groen hield die boot af. Ook bij Ecolo werd lauw gereageerd op het voorstel. Vandaag wordt er hoogstens wat vrijblijvend samengewerkt tussen de twee partijen. Zo is er om de twee maanden topoverleg in een Federaal Bureau. Maar komaan Kristof Calvo, waarom geen échte fusie? Dat zou toch de logica zelve zijn voor een partij vol oprechte Belgische federalisten?

Samen, apart, fusie of toch maar scheiden?

Een fusie zou de groenen wel voor heel wat praktische problemen plaatsen waar alle nationale partijen in federale landen mee kampen. Het partijsecretariaat zou nationaal worden, met één nationale voorzitter.

Of zou dat een duobaan worden met zowel een Vlaamse als een Franstalige covoorzitter? Dat lijkt een elegante oplossing. Alleen, op die manier plaats je natuurlijk weer de zo verfoeide communautaire breuklijn centraal. Dat lijkt eerder een confederale dan een federale oplossing. Dan toch maar beter één federale voorzitter. En maar hopen dat die voldoende Nederlands kent als het een Franstalige is, of omgekeerd.

Daarnaast zullen er ook groene afdelingen moeten worden opgericht op deelstaatniveau, zoals in elk federaal land. In Duitsland bijvoorbeeld heb je ‘Die Grünen Bayern’, ‘Die Grünen Rheinland-Pfalz’, enzovoort, met allemaal een ruime autonomie voor deelstaataangelegenheden.

Maar de precieze afbakening van die autonomie is altijd een delicate aangelegenheid. Zo zul je bij ons ‘Groen/Ecolo Vlaanderen’ hebben, met een aparte voorzitter, die dan wel goed zal moeten afstemmen met de nationale voorzitter. En daarnaast ‘Groen/Ecolo Wallonië’. En ook ‘Groen/Ecolo Brussel/Bruxelles’? Dat wordt een moeilijke. Want die Brusselse afdeling zal ook betrokken moeten worden bij de verkiezingen van het Vlaams Parlement.

Zou het daarom niet logischer zijn om een ‘Groen/Ecolo Vlaamse Gemeenschap’ op te richten, naast een ‘Groen/Ecolo Fédération Wallonie-Bruxelles’? Misschien moet dat nog eens goed worden bestudeerd in een technische werkgroep. Die kan dan meteen ook het hoofd buigen over een aantal lastige financiële kwesties. Gaan de regionale dotatie en de lidgelden naar de nationale of de regionale partijkas? En moeten de rijkere regioafdelingen niet solidair zijn met de armere?

Al die technische problemen zullen heel wat tijd in beslag nemen, maar zijn, toegegeven, niet onoverkomelijk. Nog een geluk dat de groenen zo graag werkgroepen oprichten en vergaderen. Die werkgroepen zullen echter nooit het meest fundamentele probleem kunnen oplossen.

Eén politieke partij betekent ook één verkiezingsprogramma, één strategie en één campagne bij federale verkiezingen. En dan zitten we terug in 1999. Waarom kwam er toen abrupt een einde aan de groene idylle? Omdat, als het er echt op aan kwam, Agalev en Ecolo geconfronteerd werden met uiteenlopende publieke opinies. Ecolo kon het niet maken om FN af te vallen. Agalev kon het niet maken om FN te steunen. Of zoals Mieke Vogels ooit zei naar aanleiding van dat communautaire geruzie tussen de groenen: “Je zit inderdaad met twee verschillende culturen en twee andere realiteiten.”

ACW versus PTB

Een unitaire partij zal daarom snel aanvoelen als een ongemakkelijk keurslijf. Groen en Ecolo zullen de strategische vrijheid verliezen om in te spelen op de eigen publieke opinie. Ze zullen zich niet meer kunnen positioneren zoals ze willen in hun eigen competitieve ruimte.

Misschien komt Groen in 2019 tot de conclusie, ik zeg maar wat, dat het zich best niet te links positioneert om zoveel mogelijk ACW-stemmen te kunnen aantrekken. Ecolo daarentegen zal zich misschien juist wel heel links willen profileren omdat het de hete adem van PTB in de nek voelt.

En allicht zal het Nederlandse GroenLinks bij de volgende verkiezingen kiezen voor nog een andere strategie. Deze drie partijen opereren in drie verschillende democratieën, met drie verschillende partijsystemen, en drie verschillende publieke opinies. Om de verkiezingen te kunnen winnen moeten ze de vrijheid hebben om zich strategisch optimaal te positioneren in hun eigen democratie.

Geen wonder dat Ecolo en Groen liever aparte partijen blijven, alle tricolore retoriek ten spijt. Als puntje bij paaltje komt, moeten zelfs de meest fervente Belgen nederig het hoofd buigen voor de realiteit. En zelfs Kristof Calvo kan niet zeggen: “F*ck de realiteit".

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen