Klimaattop: laat de profiteur betalen - Wim De Ceukelaire

Op de klimaattop in Parijs is elke verwijzing naar herstelbetalingen voldoende om de onderhandelaars van de rijke landen op de kast te jagen. Nochtans is die vraag van de arme landen logisch, en bovendien zouden we er allemaal bij kunnen winnen.
opinie
Opinie

De auteur is directeur van ‘Geneeskunde voor de Derde Wereld’.

Het is niet verwonderlijk dat men algemeen aanvaardt dat de industrielanden met geld over de brug moeten komen ter compensatie. Het zijn de ontwikkelde landen die grotendeels verantwoordelijk zijn voor de klimaatverandering. Maar de gevolgen ervan zijn voelbaar over de hele wereld. Meer nog, het is de bevolking van de minst geïndustrialiseerde – en armste - landen die de zwaarste gevolgen draagt.

10 biljoen dollar

Nochtans, sommige arme landen willen verder gaan. In september gooide de Indische milieuminister Prakash Javadekar nog de knuppel in het hoenderhok door niet te spreken over 'compensation' maar over 'reparations', zeg maar 'herstelbetalingen'. Voor de industrielanden is dat ronduit onbespreekbaar. En ondanks het eenvoudig principe – de vervuiler betaalt – is het niet zo eenvoudig in de praktijk te zetten.

Een eerste probleem is om te bepalen hoe groot die kosten precies zijn. Een Canadese onderzoeker, Damon Matthews, publiceerde onlangs een baanbrekende studie in Nature Climate Change. Hij berekende hoeveel de schuldenaars, de vervuilers, zouden moeten betalen aan de schuldeisers, zeg maar de arme landen, op basis van hun CO2 uitstoot in het verleden.

Aangezien elke ton CO2 uitstoot voor zo'n 40 dollar schade aanricht, zouden de schuldigen voor elke ton die zij in het verleden te veel hebben uitgestoten dat bedrag moeten betalen aan de slachtoffers om recht te doen geschieden. Matthews berekende de klimaatschuld slechts vanaf 1990 aangezien dat beschouwd wordt als het jaar waarin de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering onomstotelijk vast staan. Op basis van die berekeningen zouden de industrielanden zo 10 biljoen dollar aan herstelbetalingen moeten uitbetalen. Dat is een veelvoud van wat nu beloofd werd. En in werkelijkheid startte het verhaal van de klimaatverandering omwille van de industrialisatie minstens een eeuw vroeger. Het gaat dus om gigantische bedragen.

Wie zijn de vervuilers?

Een tweede probleem is wie nu eigenlijk de vervuilers zijn. Matthews vergeleek de uitstoot van staten omdat daar nu eenmaal de beste gegevens over bestaan. Maar dat gaat ervan uit dat iedereen in de rijke landen evenveel verantwoordelijk zou zijn. Daardoor komen discussies over herstelbetalingen zo bedreigend over voor het brede publiek bij ons. Niet iedereen is even schuldig, toch? Het zou beter zijn om het nationale niveau te verlaten en te kijken naar individuele verantwoordelijkheid. De rijkste tien percent van de bevolking stoot immers veel meer CO2 uit dan de armste tien percent.

Maar ook hier stoten we op beperkingen. Voor een groot deel gaat het immers om historische schuld, uitstoot in het verleden. De vervuiler, die zou moeten betalen, is al dood. Wij kunnen moeilijk verantwoordelijk gesteld worden voor het gedrag van de generaties voor ons. Daarom pleiten sommige wetenschappers om te stoppen met de zoektocht naar de verantwoordelijken van de vervuiling. Laat ons liever op zoek gaan naar degenen die er winst uit gehaald hebben.

Met geld over de brug komen

In plaats van 'de vervuiler betaalt', hanteren we dan het principe van 'de profiteur betaalt': Wie winst gemaakt heeft door de uitstoot van broeikasgassen moet nu met geld over de brug komen. Het argument dat vele vervuilers intussen al overleden zijn, speelt dan veel minder. Kapitaal blijft in de geïndustrialiseerde samenleving in grote maten in dezelfde families. De kans is groot dat de huidige topvervuiler een kapitaal heeft meegekregen van zijn of haar ouders die even waarschijnlijk ook topvervuilers waren. Het is dan niet onredelijk om hen te vragen mee te betalen voor de CO2 uitstoot van hun voorouders.

Deze piste zal verder moeten uitgewerkt worden om ze concreet te maken. In elk geval is ze minder bedreigend voor het grote publiek. Niet iedereen zal moeten bijdragen aan de herstelbetalingen, enkel zij die een kapitaal hebben opgebouwd dankzij vervuilende industrie, met de petroleumnijverheid, de luchtvaart, de auto-industrie, etc. op kop.

Voordeel is bovendien dat op die manier de meest vervuilende industrieën veel minder aantrekkelijk worden. Er komt meteen ook een incentive voor investeringen in alternatieven.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen