Een pleidooi voor Engels in de basisschool - Ellen Simon en Jenka Van de Voorde

België heeft de zeventiende plaats behaald in de EF English Proficiency Index 2015, zo lezen we in een persbericht van Belga van 3 november 2015. Deze Index reflecteert wereldwijd de kennis van het Engels in landen waar het Engels niet de moedertaal is. Een verdienstelijke plaats, maar toch: de top drie wordt ingenomen door Zweden, Nederland en Denemarken, landen waarmee België zich op andere vlakken kan vergelijken. Onze kennis van vreemde talen is nochtans iets wat we typisch een van onze troeven noemen. Tijd om de vraag te stellen hoe het komt dat we niet beter scoren.
opinie
Opinie

Jenka Van de Voorde is studente tv-journalistiek. Dr. Ellen Simon was de promotor van haar masterscriptie Engelse taalkunde aan de UGent over de kennis van Engelse woordenschat bij Vlaamse en Nederlandse kinderen.

Het schooljaar is inmiddels goed op gang gekomen, en kinderen in Vlaamse scholen krijgen, naast allerlei andere vakken, ook weer talenonderwijs. En dan hebben we het in de basisschool over het Nederlands en het Frans, maar - opvallend - niet over het Engels.

Hoewel er in Vlaanderen wordt nagedacht over het invoeren van lessen Engels in het basisonderwijs, is dat tot op heden niet structureel het geval. Pas in het secundair onderwijs is Engels opgenomen in het leerplan. De beleidsnota Onderwijs van minister Crevits (2014-2019) is vrijblijvend: de minister verklaart meer bekendheid te willen geven “aan de mogelijkheid om taalinitiatie in het Engels, Frans en Duits te voorzien”.

Op dit moment kunnen scholen deze talen wel optioneel aanbieden in de basisschool, maar ze hoeven dit niet centraal te registreren. Over de kwaliteit en frequentie van dit soort vroeg vreemdetalenonderwijs is dus weinig geweten; er is geen ondersteuning, opvolging of evaluatie. Wij menen dat deze situatie moet veranderen.

Lingua franca

Het nut van een goede beheersing van het Engels hoeft nauwelijks herhaald: het is de lingua franca in het internationale bedrijfsleven, de wetenschappelijke wereld en de onbetwiste communicatietaal op, bijvoorbeeld, sociale media. Toch wordt in Vlaamse scholen naast het Nederlands, dat als eerste taal geldt, het Frans als tweede taal aangeboden, en is er geen plaats voor het Engels. Dit ondanks de sociologische realiteit dat Engels de facto (de Brusselse context uitgezonderd) vaak als tweede taal geldt en kinderen er mee in contact komen lang voor er contact is met het Frans. Twee ideeën liggen vermoedelijk aan de basis van deze situatie.

Eerst en vooral leeft de idee dat Vlaamse kinderen het Engels wel spontaan zullen oppikken, en dat uitgebreid contact met het Engels via populaire media volstaat om het Engels te beheersen. Daar moeten echter belangrijke kanttekeningen bij gemaakt worden. In een recent onderzoek van Jenka Van de Voorde werd aangetoond dat kinderen op Vlaamse basisscholen gemiddeld 5% lager scoren op een gestandaardiseerde Engelse woordenschattest dan kinderen op Nederlandse scholen, waar Engels wel is opgenomen in het leerplan.

‘Mission failed’

Hoewel ook de Vlaamse kinderen het met een gemiddelde score van 70% goed doen, zien we toch opvallende hiaten, met name in de basiswoordenschat. Zo kende slechts de helft van de Vlaamse kinderen het basiswoord ‘tree’, dat wel door bijna alle Nederlandse kinderen gekend was.

De Vlaamse kinderen somden dan wel spontaan Engelse uitdrukkingen op als ‘the zombies are dead’, ‘your hero is really good’ en ‘mission failed’. En dan hebben we het nog niet gehad over grammatica en uitspraak, aspecten van een taal die veel moeilijker spontaan via media worden opgepikt. Bovendien waren er grote verschillen tussen de kinderen onderling: kinderen die van thuis uit veel minder in contact komen met het Engels, en bijvoorbeeld verklaarden nooit op het internet te surfen, scoren merkbaar lager en vallen dus uit de boot.

Geen negatieve effecten

Een tweede factor is de hardnekkige vrees die in Vlaanderen leeft dat het leren van vreemde talen op een jonge leeftijd ten koste zal gaan van de beheersing van het Nederlands. Uitgebreid onderzoek in Nederland – het zogenaamde FLiPP project (‘Foreign Languages in Primary School Project’ dat in 2013 werd afgerond) - toonde nochtans duidelijk aan dat het aanbieden van Engels op jonge leeftijd ofwel geen ofwel een licht positief effect heeft op de kennis van het Nederlands. Ook immersie-onderwijs, waarbij een substantieel deel van het onderwijs in een vreemde taal verloopt, heeft geen negatieve effecten op de beheersing van de moedertaal.

Wij vinden dat we ons in Vlaanderen flexibeler en minder angstig moeten opstellen in het aanbieden en gebruiken van talen op school, zowel wat betreft het gebruik van de thuistaal van anderstalige Vlamingen als in het aanbieden van het Engels. We mogen er niet zomaar van uitgaan dat alle kinderen, ook zij die Nederlands niet als thuistaal hebben, massaal in contact komen met het Engels, en we kunnen er niet op vertrouwen dat kinderen het Engels wel ‘vanzelf’ zullen leren - tenzij we het enkel over zombies en niet over bomen willen hebben.

Noot:

De studie past in een groter project over de Engelse uitspraak en woordenschat van kinderen in Vlaamse basisscholen. De resultaten van dat project, onder leiding van Dr. Ellen Simon en Prof. Mieke Van Herreweghe (Vakgroep Taalkunde, UGent) worden binnenkort in een boek gebundeld.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen