Ontbossen is verboden... - Bert De Somviele

Wie de voorbije weken de commotie over het bos wat heeft gevolgd, zal het allicht verbazen, maar in Vlaanderen is wettelijk verankerd dat ontbossen niet is toegestaan. De eerste drie woorden van artikel 90 bis van het Bosdecreet zijn zonneklaar: “Ontbossing is verboden”.
opinie
Opinie
LUC JANSSENS

Bert De Somviele is directeur van BOS+.

De wet

Het daaropvolgende woord is echter “tenzij”… Waarop een lijstje uitzonderingen volgt waarin ontbossing toch toegelaten is. Uitzonderingen waar veel en graag gebruik van wordt gemaakt. Vlaanderen ontboste de voorbije 15 jaar aan een gemiddeld tempo van 200 à 300 hectare per jaar. Mét vergunning. Stuitend veel voor onze bosarme regio.

Bovendien zit daar een pak bossen tussen met een uitzonderlijk hoge natuurwaarde, zoals het eeuwenoude Ferrarisbos in Wilrijk, dat om onduidelijke economische voorwendselen mocht gekapt worden. Twee jaar na de kapping later ligt de site er verlaten en troosteloos bij. Van enige economische activiteit geen spoor.

Het ontbossingsverbod doet denken aan een huis waarvan de voordeur netjes op slot zit, maar waar aan de achterzijde enkele reuzegrote garagepoorten wagenwijd openstaan. Het voorbeeld van de huidige ontbossingsplannen van de firma Essers in Genk doet bovendien besluiten dat de eigenaar van dat huis soms eigenhandig mee de inboedel helpt buiten dragen…

Vaak hoor je daarbij dan dat die ontbossingen gecompenseerd worden, en dat er dus geen probleem is. Het eerste klopt: als u of ik vandaag met vergunning een stuk bos rooien, dan moeten we dat compenseren. We kunnen dat doen door elders een nieuw bos aan te leggen, of financieel, door aan een tarief van € 1,98/m² een zgn. bosbehoudsbijdrage te leveren aan het Boscompensatiefonds. De filosofie achter die financiële compensatie is dat natuurlijk niet iedereen zomaar gronden ter beschikking heeft om in natura te compenseren, en dat niet elk van ons de expertise heeft om een kwaliteitsvol nieuw bos aan te leggen. Door financieel bij te dragen aan het Boscompensatiefonds delegeer je je compensatieverplichtingen aan de overheid om dat in jouw plaats, met kennis van zaken en vanuit een ruimtelijk consistente visie, te doen.

Tot daar de theorie.

De praktijk

De praktijk is dat het hele boscompensatiesysteem helemaal niet zo goed blijkt te werken. Zo liet minister Schauvliege de voorbije maanden meermaals verstaan dat de middelen uit het fonds bevroren waren omwille van Europese begrotingsregels. Wouter Deprez, in een opmerkelijke rol van wakkere milieubewuste burger, stelde daarover enkele pertinente vragen. Enigszins verbaasd lieten de vorige en huidige ministers van begroting Muyters en Turtelboom weten dat het punt nooit op regeringsniveau was aangekaart, en dat er wat hen betrof geen enkele blokkering op die middelen zat.

Erg jammer van al dat nutteloze oponthoud, maar op zich dus wel goed nieuws. Tijd ook om spoedig spades en boompjes de grond in te steken, want de kasten van het Vlaamse Agentschap voor Natuur en Bos puilen werkelijk uit van de nog niet-gerealiseerde bosprojecten.

Maar opnieuw kwam minister Schauvliege verrassend uit de hoek. Het voorbije weekend lanceerde ze immers het idee om de middelen uit het Boscompensatiefonds niet zelf te gebruiken, maar ze uit te delen aan de gemeentes. Die zouden daar dan wel iets nuttigs met bomen mee doen…

Ons lijkt alvast niet zo een geweldig idee, temeer omdat uit de jaarlijkse bevraging die BOS+ bij alle Vlaamse gemeentes uitvoert, blijkt dat verre van elke Vlaamse gemeente op dit moment concrete bebossingsplannen heeft. Integendeel.

Het voorstel om (het toch al niet zo heel grote budget van) 8 miljoen euro in 308 kleine stukjes te versnipperen en uit te delen is des te opmerkelijker omdat minister Schauvliege naast natuur ook de bevoegdheid ruimtelijke ordening in portefeuille heeft. Het Groenboek Ruimte Vlaanderen, dat het fundament legt voor onze toekomstige ruimtelijke ordening, is duidelijk in zijn analyse: “De bebouwing is sterk verspreid en de open ruimte is versnipperd. Het is daardoor niet altijd gemakkelijk om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen, de omschakeling naar hernieuwbare energie te maken, klaar te zijn voor conjuncturele schokken of om de biodiversiteit en een gezonde leefomgeving veilig te stellen.” Als toekomstvisie pleit het Groenboek voor een “definitieve halt en actieve terugdringing” van de versnippering van onze open ruimte. Hoe minister Schauvliege deze ontsnipperingsambities rijmt met haar voorstel om de hete aardappel van het Boscompensatiefonds in 308 stukjes te snijden is onduidelijk.

Los van de efficiënte besteding van de middelen aanwezig in het fonds, stelt zich vandaag ook de vraag van de gestegen grondprijzen: terwijl de bosbehoudsbijdrage van €1,98/m² sinds aanvang van het systeem nooit geïndexeerd werd, is de gemiddelde grondprijs in het buitengebied gestegen van € 17.000 per hectare toen, naar € 28.000 vandaag. Het is dus per definitie onmogelijk geworden om gelijke tred te houden met de ontbossingen. Een forse indexering van de bosbehoudsbijdrage dient zich dus wel degelijk aan.

De wetenschap

Een andere heikel punt is het feit dat sommige bossen zo waardevol zijn dat je ze de facto onmogelijk kan compenseren door een nieuw bos aan te leggen op een andere site. De wet verplicht de ontbosser wel om - naarmate de ecologische waarde van het betrokken bos stijgt - zijn compensatieverplichtingen te vermenigvuldigen met een factor die tot 3 kan oplopen. Maar zelf dat is ontoereikend. Vergelijk het met een kathedraal, die breek je ook niet af met als argument dat je ter compensatie elders een nieuw gebouw zal neerpoten, zelfs al is dat 3 keer zo groot. De schaarse eeuwenoude bossen die Vlaanderen nog kent zijn voorbeelden van dergelijke kathedralen: ze zijn zeldzaam, kwetsbaar en onvervangbaar.

Vergeet ook niet waarover dit debat ook gaat. Niet enkel en alleen over een verzameling bomen, over een obscuur beest zoals de kamsalamander of de beekprik, of over wat zeldzame plantjes die slechts een handvol rare snuiters kunnen herkennen. Met de wetenschappelijke literatuur over het enorme maatschappelijke belang en de positieve gezondheidseffecten van bos en bomen kan je stilaan bibliotheken vol fascinerende lectuur vullen.

Enkele voorbeelden: onze steden worden door de klimaatverandering hitte-eilanden, waar tijdens hittegolven een sterk verhoogd ziekte- en sterftecijfer vastgesteld. Stadsbossen en –bomen bieden een tegengewicht, want ze houden de temperatuur op meer aanvaardbare niveaus. Dagelijks een kwartier wandelen in het bos verlaagt stress. Patiënten met uitzicht op groen revalideren sneller. Wie gaat sporten in het bos houdt inspanningen langer vol. Wie meer toegankelijk groen in zijn omgeving heeft, beweegt meer. Bossen, bomen en struiken halen CO2 en fijn stof uit de lucht. En kinderen die in een groene omgeving opgroeien, zijn creatiever, ontwikkelen een betere motoriek en hebben minder last van astma en andere aandoeningen.

Als hekkensluiter in het Europese bospeloton is Vlaanderen daarom echt wel aan een inhaalbeweging toe. Sluitend bosbehoud, waarbij uitzonderingen alleen worden toegelaten in gevallen van groot maatschappelijk belang, en een daadkrachtig bosuitbreidingsbeleid zijn de sleutels van die inhaalbeweging.

De context

De discussie over het al dan niet bevroren geld in het Boscompensatiefonds is interessant, en uiteraard is het goed dat er nu duidelijke engagementen worden genomen om deze middelen op korte termijn te besteden (alleen moet dat ook goed gebeuren).

Maar met 8 miljoen kan je – afhankelijk van waar je koopt – 150 à 300 hectare grond kopen en bebossen. Deze discussie moeten we dan ook steeds blijven zien binnen de bredere algemene context van ons bosbeleid. Binnen de achterstand van nu reeds meer dan 1.500 hectare nog te compenseren ontbossingen. Binnen de bijna 20 jaar geleden beloofde 10.000 hectare bosuitbreiding, waarvan er tot op heden nog geen 30% is gerealiseerd. Binnen de vaststelling dat er van de 4.810 hectare te realiseren stadsbossen uit de visiedocumenten van de Vlaamse overheid vandaag slechts 20% is waargemaakt...

De voorbije 20 jaar is er in West-Europa meer dan 2 miljoen hectare bos bijgekomen. Het argument dat er in Vlaanderen geen grond voor nieuwe bossen te vinden is, is stilaan van een ondraaglijke lichtheid, dat bewijzen drukbevolkte en bedrijvige regio’s als het Duitse Rührgebied, Groot-Londen, de omgeving van Parijs. Zij slagen er vlot in vooruitgang te boeken en toegankelijk bos en groen aan te leggen. Het contrast tussen de bijna 6 hectare beton en versnipperde bebouwing die elke dag vreet aan het Vlaamse buitengebied en landen als Denemarken (+ 20.000 hectare bos), Nederland (+ 26.000 hectare bos) en Ierland (+ 265.000 (!) hectare bos) is hemeltergend.

Maar de mist klaart op over het Vlaamse bos. Meer en meer mensen spreken klare taal, meer en meer mensen stellen duidelijke, concrete, pertinente vragen. Van de minister bevoegd voor onze bossen mogen we verwachten dat zij antwoorden heeft én geeft op die vragen.

Het is tijd voor een ander bosbeleid. Het is tijd voor een ruimtelijke ordening.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen