"Gent is het centrum, daar moet je zijn" - Bart Vanneste

Bart Vanneste scoort als Freddy De Vadder een kijkcijfersucces met de reeks Bevergem. Vanneste woont in Gent en bezingt zijn liefde voor de stad, het nachtleven in het bijzonder. “Gent is het centrum, daar moet je zijn. Ik ben er geweldig zot van.”
opinie
Opinie

Bart Vanneste is beter bekend als Freddy De Vadder, de man achter én hoofdrolspeler in de Canvas-serie Bevergem. Hij schreef deze bijdrage op verzoek van VRT Nieuws, dat drie jaar na de gemeenteraadsverkiezingen een tussenstand opmaakt en een aantal mensen vroeg om de band met hun stad onder woorden te brengen. 

Het valt me moeilijk om slechte dingen te verzinnen over Gent. Of het moet zoiets onnozels zijn als die flyover, het viaduct van Ledeberg dat ze zouden willen afbreken. Ik vind dat, en misschien sta ik daar alleen mee, maar ik vind dat een chique manier om Gent binnen te rijden.

Parkeren in mijn straat

Maar goed, iets slechts vertellen over Gent? Ik denk na, en ik denk nog eens na, maar ik kan eigenlijk niets verzinnen. Ik ben enorm zot van Gent, ik woon er graag. Dat de groenen het centrum verkeersvrij willen maken - een ergernis van Herman Brusselmans? Och ja, ik versta wel dat mensen zich daar over opwinden maar ik trek er mij niets van aan. Ik mag gewoon parkeren in mijn straat, die trouwens helemaal vernieuwd is.

Wat ik zo geweldig boeiend vind aan Gent is dat het zo bruist. Je kunt hier met een idee afkomen, en drie maanden later heb je een hoop gelijkgezinden gevonden. Mensen staan hier open voor initiatieven. Hoe zotter, hoe beter ze het zien zitten. Dàt is eigenlijk de belangrijkste reden dat ik Gent woon. Nieuwe initiatieven krijgen hier rap een kans.

Leve de nacht

Ik herinner me nog dat het helemaal anders was. Toen ik hier voor het eerst arriveerde, dat was in de jaren negentig, na zes jaar in Leuven gewoond te hebben, was het maar flauwtjes in Gent. De Graslei en de Korenlei lagen open, en iedereen klaagde over de stront op straat. Alsof dat toen het basisprobleem van de politiek was.

Met het nachtleven - ik ben daar graag - was het al niet veel beter gesteld. De cafés waren snobby, de mensen zaagden en de muziek trok op geen hol. Ik trok me dat niet te veel aan, maar toch. Leuk was het allemaal niet. Een pint kostte toen trouwens veertig frank, stel je voor.

Niet in de periferie

Toen plots de hemel opklaarde. Na twee jaar ging de Stax open, Thierry die een café op de Vlasmarkt opende. En dat was helemaal anders. Daar werd niet enkel soul gespeeld, er kwamen ook een hele hoop gelijkgezinden samen. Mensen die wilden feesten, ook.

Dat was stukken beter, en daar heb ik veel mensen leren kennen. In die Stax heb ik tijdens de Gentse Feesten ooit eens veertig optredens georganiseerd, voor de Bijselse Feesten, eigenlijk een voorloper van Boomtown, het jaarlijkse festival op de Kouter, tijdens de Gentse Feesten. Dat kon en kan hier allemaal. Als je achteraf bekijkt, heb ik de helft van alle mensen met wie ik nu Bevergem maak toen leren kennen.

Of nog: de Krawietel, een ander café. Dat waren dezelfde mensen als in de Stax. In de week gingen we naar de Krawietel, in het weekend naar de Stax. Daar broeide van alles, en dat is waarom ik in Gent wilde zijn.

Kijk, ik kom uit Rekkem, heb vervolgens in Leuven gewoond. Maar als je iets wil doen, moet je niet in de periferie zitten, maar zo dicht mogelijk tegen het centrum zitten. En Gent ís het centrum. Daar gebeurt het.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen