Na de vlucht overleef ik met de dood - Marie Bamutese

Deze voorpublicatie is de proloog uit het boek van de Rwandese vluchtelinge Marie Bamutese. Twintig jaar na de vlucht voor genocide en geweld moet ze het verhaal van gruwel vertellen, want "dan pas zal ook Marie weer veilig naar huis kunnen gaan".
opinie
Opinie

VRT journalist Peter Verlinden schreef de proloog in het boek van Marie Bamutese. In dat boek vertelt Bamutese hoe zij als kind van 12 voor het eerst geconfronteerd werd met oorlog en moorden, toen in Rwanda een genocide losbarstte in 1994. Na twee jaar in de vluchtelingenkampen in Zaïre/Congo moest zij weer op de vlucht en werd ze zoals honderdduizenden anderen achtervolgd door het Rwandese leger dat ongenadig de vluchtelingen afslachtte in de wouden van Congo. Naar schatting één op de vier vluchtelingen overleefde die slachtpartij, een stuk vergeten tragedie in het Gebied van de Afrikaanse Grote Meren.

7 april 1998. Ineengedoken als een geslagen hond, bijna fluisterend, met soms lange stiltes, af en toe een snik en zachtjes wenend, dan weer in een hevige woordenstroom, vertelt een jong zwart meisje over leven en vooral veel dood. Twee Congolese broeders luisteren ademloos, stellen sporadisch een vraag, niet om haar woordenstroom te stoppen, wel om haar nog beter te begrijpen.

De anderhalf uur durende scène speelt zich af in een halfdonker klaslokaal ergens op een heuvel van Bukavu, Oost-Congo. Zo lang duurt ook de opname van het ‘interview’ op een cassetje. Met heel veel ruis, af en toe gekraak van de versleten microfoon, en verder alleen drie stemmen. In het Swahili.

En dan zweeg ze. Bijna twintig jaar lang.

Dag op dag vier jaar tevoren was de nachtmerrie voor het kind Marie begonnen: op 7 april 1994, de dag na de aanslag op het vliegtuig van de Rwandese president Juvénal Habyarimana. Het was de dag waarop de jonge meid voor het eerst een moord wist gebeuren, vlak bij haar verbaasde ogen, nu voor eeuwig gekwetst. Het werd de eerste moord van een eindeloze rij.

Gruwelscènes die tot vandaag riskeren terug te keren in haar dromen als de nacht nog maar eens langer blijft duren dan ze het zou wensen.

Over die aanslepende nachtmerrie, op dat ogenblik al vier jaar lang, vertelt Marie geduldig in dat kille klaslokaal, ’s avonds laat, in een lege school, diep in Congo. De opname van toen is bewaard gebleven. Een versleten cassetje met negentig huiveringwekkende minuten, soms moeilijk te verstaan tussen het geruis en gekraak, soms glashelder als de jonge vrouw haar stem verheft in verontwaardiging over het onrecht dat niet alleen haar maar ook en vooral honderdduizenden, miljoenen onschuldige Rwandezen is aangedaan. Over het niet-erkende leed en hoe zwaar dat is om dragen.

Over haar vader die wist dat hij zou sterven en hoe haar moeder hem niet kon redden. Over het laatste adieu van haar moeder die haar aanmaande om nu meteen en snel te lopen, nog sneller, niet meer om te kijken, te blijven vluchten om te blijven leven. Ze heeft haar moeder gehoorzaamd. Ze zou haar nooit meer terugzien. Over haar grootmoeder die ze geen graf kon geven, omdat een put in de modder maken diep in het Congolese regenwoud de aandacht zou trekken van de moordenaars die vlakbij zaten.

Daarom bleef ze onbeweeglijk zitten en slapen, onder het struikgewas, bij de rivier, naast het dode lichaam. Over haar nichtje dat op haar rug gestorven was, verzwakt door honger en ziekte, het kopje plots levenloos bengelend naast haar eigen jonge nek. Over hoe haar geloof, het enige dat haar restte, kracht gegeven had, misschien de ultieme verklaring waarom ze vandaag nog leeft. En dan zweeg ze. En is ze blijven zwijgen. Bijna twintig jaar lang.

En de wereld zwijgt

Marie had als bij wonder het Congolese regenwoud overleefd, de vlucht voor de moordende soldaten van het Rwandese regime van de huidige president Paul Kagame. Die had het bevel gegeven om de vluchtelingenkampen in Oost-Congo leeg te bombarderen, volgens zijn officiële discours om de ruim één miljoen Rwandese vluchtelingen te ‘bevrijden’ van hun gijzelnemers, het oude verslagen leger van het vorige regime en de milities, en hen zo ‘vrij’ naar huis te laten komen. De werkelijkheid is helemaal anders.

De aanval op de kampen, vanaf oktober 1996, betekende het startsein voor een moorddadige jacht op de vluchtelingen, tot helemaal aan de andere kant van het immense Congo, toen nog Zaïre. De berooide mannen, vrouwen en vooral veel kinderen werden ongenadig afgeslacht, met kogels en messen, hakbijlen en bommen. Ze werden in massagraven gedumpt of op heuvels van lijken in brand gestoken, levend in de Congostroom gegooid en verdronken.

Het Congolese regenwoud herbergt een van de grootste misdaden tegen de mensheid van het einde van de 20ste eeuw. Terwijl de wereld het wist en zweeg en tot vandaag grotendeels blijft zwijgen.

Spreken om naar huis te mogen gaan

En toen besliste de jonge vrouw Marie Bamutese om niet meer te zwijgen, bijna twintig jaar later. De angst voor represailles door het huidige Rwandese regime, hetzelfde dat deze misdaden toen heeft aangericht, heeft ze van zich afgeschud. Als een van de weinige Rwandese slachtoffers en getuigen. Velen blijven zwijgen omdat ze vrezen dat hun familie in Rwanda te kwetsbaar is, omdat ze vrezen dat niemand hen zal geloven, omdat het leed zo diep zit dat erover praten, getuigen te pijnlijk blijft.

Marie Bamutese wil spreken omdat alleen de waarheid gerechtigheid kan brengen. Voor alle slachtoffers van de Rwandese tragedie. En alleen gerechtigheid kan verzoening brengen, voor alle Rwandezen. Want elke Rwandese familie – Hutu, Tutsi en Twa – heeft de tragedie meegemaakt, is het slachtoffer geworden van het geweld van de afgelopen ruim twintig, dertig jaar. Het leed van de ene kan nooit het leed van de andere in de schaduw zetten.

Pas als ieders leed erkenning krijgt, pas als de Rwandezen samen kunnen rouwen – Hutu, Tutsi en Twa – dan pas kan Rwanda bouwen aan een echte toekomst. Voor alle Rwandezen. Niet alleen voor de huidige machthebbers en hun aanhangers. Dan pas zal ook Marie weer veilig naar huis kunnen gaan.

Vandaag verschijnt het boek Marie - Overleven met de dood bij het Davidsfonds Uitgeverij, Leuven. In "Van Gils&Gasten" komen Marie Bamutese en Peter Verlinden vanavond vertellen over het drama dat zich in 1996-1997 afspeelde in Congo en hoe Marie die tragedie kon overleven. Zaterdag vertellen zij samen ook in "Bonus" over de Rwandese tragedies van de afgelopen twintig jaar.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen