Taxshift lijkt vooral shift van arm naar rijk – Olivier Pintelon

In januari schreef ik – in tempore non suspecto – een opinie voor Mo* waarin ik waarschuwde voor de gevolgen van een taxshift. Heel verscheiden voorstellen waren immers in omloop. Sociale rechtvaardigheid en meer tewerkstelling zijn niet noodzakelijk gegarandeerd. Op 23 juli zette de regering de krijtlijnen uit van haar taxshift. De denktank Poliargus nam de proef op de som en berekende de verdelingseffecten van enkele aangekondigde maatregelen. De belastingverschuiving lijkt de sociale lakmoesproef niet te doorstaan. Vooral de uitkeringstrekkers – waaronder de gepensioneerden – komen er bekaaid van af. Extra correcties dringen zich op.
opinie
Opinie

Sinds het voorjaar van 2010 is de auteur betrokken bij de sociaal-progressieve denktank Poliargus. Zijn expertisedomein is sociaal beleid 'in de ruime zin', ook in zijn Europese dimensie.

Taxshift à la Michel

De regering stelde net voor het zomerreces een omvangrijke taxshift voor waarbij €7,2 miljard aan belastingen worden verschoven van arbeid naar andere inkomensbronnen – vooral naar consumptie. Het totaalbedrag moet echter met een korreltje zout worden genomen, aangezien het cumulatief werd berekend over enkele jaren. Van de voorziene €7,2 miljard gaat €3 miljard naar bijdragekortingen voor de bedrijven, terwijl €4,2 miljard begroot is voor fiscale koopkrachtmaatregelen. De werkende bevolking moet extra koopkracht krijgen via: de afschaffing van het 30%-belastingtarief, de verhoging van de werkbonus en de hogere aftrek voor beroepskosten.

De maatregelen worden gefinancierd door meer lasten op consumptie (hogere btw op elektriciteit en hogere accijnzen) en door besparingen – vooral in de sociale zekerheid. Poliargus bekeek de verdelingseffecten gebruikmakend van de FLEMOSI-simulatiemodellen en kon zo de winnaars en verliezers in kaart brengen. De volledige analyse kunt u hier nalezen. Om te beginnen wel twee kanttekeningen. Allereerst, het is een voorlopige oefening, aangezien niet alle details bekend zijn. Ten tweede kijken we enkel naar de federale taxshift. Andere maatregelen van de federale en Vlaamse regering nemen we niet in het vizier.

De winnaars en verliezers in kaart

Uit onze analyses komen drie groepen van winnaars naar voor. Allereerst, de werkgevers. Voor hen verlaagt de regering de sociale zekerheidsbijdrage van 33% naar 25%. Op die manier moet arbeid goedkoper worden en zou het gemakkelijker moeten zijn om personeel aan te werven. Of dat effectief jobs oplevert, blijft echter koffiedik kijken, aangezien eerder lineaire bijdragekortingen vrij ineffectief bleken. Om die reden verwachten we dat minstens een deel zal doorvloeien naar aandeelhouders, waarvan we sinds de studie van Kuypers en Marx (2014) weten dat ze zich in de hogere inkomens- en vermogensgroepen bevinden.

Een tweede groep van winnaars zijn de werknemers met een hooggemiddeld loon. Zij bevinden zich in het 7e en 8e inkomensdeciel. Toch mag de impact niet overroepen worden. Een alleenstaande werknemer krijgt er volgens onze schattingen – in een optimistisch scenario – €30 netto per maand bij. De grootste impact komt van het afschaffen van het 30%-belastingtarief.

De laatste groep van relatieve ‘winnaars’ zijn de vermogenden. Zij komen er al bij al vrij goedkoop van af. De verhoging van de roerende voorheffing (van 27% naar 25%) en de invoering van een beurstaks lijken ons eerder symbolisch en brengen veel minder op dan de extra inkomsten door de hogere btw en accijnzen. Ter illustratie de beurstaks brengt naar schatting slechts €28 miljoen op. Op die manier lijkt de regering vooral te bewijzen dat een heffing op vermogens weinig geld oplevert.

Verliezers bevinden zich aan de onderzijde van de inkomstenverdeling – vooral dan bij de 10% armsten in onze samenleving. De reden daarvoor is vrij eenvoudig. Uitkeringstrekkers betalen sowieso weinig belastingen, terwijl ze de gevolgen van de hogere lasten op consumptie disproportioneel voelen. Boosdoener is vooral de btw-verhoging op elektriciteit. Voor werklozen, zieken en gepensioneerden is de taxshift in het allerbeste geval een nuloperatie. Leefloners gaan er op achteruit.

Een kanttekening is evenwel dat een aantal uitkeringen op 1 september 2015 de hoogte in zijn gegaan door de welvaartsenveloppe. Een sociaal lichtpuntje van deze regering is dat ze de welvaartskoppeling volledig toepast. De maatregel werd echter eerder beslist om de indexsprong voor de uitkeringstrekkers te compenseren, maar ze is onvoldoende om zowel te corrigeren voor de indexsprong als voor de taxshift.

Bijsturingen noodzakelijk

Wanneer we kijken naar de winnaars en de verliezers dringt zich op korte termijn een extra correctie op voor de uitkeringstrekkers. Op langere termijn moeten vooral de grote vermogens mee in het bad. Dat blijft de olifant in de kamer voor een herverdelende taxshift.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen