Ongelijkheid in tijden van Menskapitalisme - Marc De Vos

In deze voorpublicatie geeft de auteur een antwoord op de veelbesproken Piketty en besluit: We moeten de moderne economie begrijpen als Menskapitalisme.
opinie
Opinie

Marc De Vos is directeur van denktank Itinera en doceert aan de UGent. Hij is de auteur van ā€˜Ongelijk maar fairā€™, LannooCampus, 2015, 392 p.

Mocht je het nog niet weten: in de westerse wereld neemt de economische ongelijkheid toe. En daar ligt stilaan iedereen wakker van. Sinds de crisis is de polarisatie tussen ā€˜armā€™ en ā€˜rijkā€™ brandend actueel, ook in BelgiĆ«. Er zijn de laatste jaren enkele onheilspellende bestsellers over ongelijkheid over ons land geraasd, denk maar aan het fenomeen Piketty.

Vanaf vandaag kan u een alternatief wereldbeeld over ongelijkheid ontdekken en lezen in mijn nieuw boek ā€˜Ongelijk maar fairā€™ (LannooCampus). De lectuur zal u meenemen op een reis van meer dan drie decennia veranderende samenleving, gezinnen, economie, wereld en technologie, die allemaal uitmonden in meer ongelijkheid dan voorheen. Ik ben bevooroordeeld, maar ik raad u aan te lezen en te blijven lezen: het boek moet veel halve waarheden over ongelijkheid afvallen, veel verworven claims in vraag stellen, om een nieuw inzicht en doorzicht in ongelijkheid op te bouwen. In deze voorpublicatie ligt ik een tip van de sluier op. EĆ©n van de belangrijke boodschappen van het boek is dat we de moderne economie moeten begrijpen als Menskapitalisme.

Een stap naar individuele prestatie

Mijn basisdiagnose van onze ongelijkheid is er een van grote, structurele, samenvallende, overlappende en elkaar versterkende ongelijkheidstrends. In mijn leven, dat zowat begonnen is met het eindpunt ā€“ in de jaren 1970 ā€“ van de westerse ongelijkheidsnivellering tijdens de wederopbouw na de totale oorlogsvernietiging, zijn de westerse samenlevingen en economieĆ«n drastisch veranderd, met grote ongelijkheidsgevolgen: de unieke demografische vergrijzing, de super-diversiteit van massa-immigratie, de revolutionaire vrouwenemancipatie, de transformatie van huwelijk, gezin en opvoeding, de doorbraak van de kenniseconomie en de teloorgang van de industrie, de opkomst van globalisering en het digitale tijdperk.

Wie de stap zet van industrie naar diensten, zet de stap van standaardproductie naar individuele prestatie, met individuele prestatienormen en personeelsbeleid en loonbeleid. Wie de wereld opent voor globalisering, biedt iedereen de kans om zich aan iedereen te meten en met iedereen te handelen, met grote transnationale bedrijfsketens waar gewerkt en verdiend wordt zonder grenzen.

Wie arbeid kruist met technologie, geeft iedereen de tools om zichzelf ofwel te vermenigvuldigen, ofwel te wissen. Wie de economie naar het internet verhuist, zet, verbindt de hele wereld met een muisklik op een computerscherm. Wie de vrouw terughaalt naar de werkvloer, vervrouwelijkt de economie. Wie de grenzen opent voor immigratie uit alle windstreken, zaait en oogst menselijke diversiteit. Alle moderne ongelijkheidswegen leiden dus naar de mens.

Onze economie is ongelijker geworden omdat ze zoveel meer expressie geeft aan menselijke ongelijkheid. Welkom in het ā€˜Menskapitalismeā€™, waar de economie de megafoon is voor menselijk talent. Welkom in de economie waar verstand het wint van kracht en waar talent het wint van verstand: waar abstraheren, organiseren, specialiseren, samenwerken, creĆ«ren en veranderen de werkwoorden van het succes zijn.

Er is nog nooit een betere tijd geweest voor mensen met een speciaal talent of een goede opleiding. De combinatie van technologie en globalisering biedt hen meer kansen op verdiend succes dan ooit tevoren. Tegelijkertijd is er nog nooit een slechtere tijd geweest voor mensen met ā€˜gewoneā€™ talenten of een slechte opleiding. De combinatie van technologie en globalisering heeft hen nog nooit zo bedreigd of overbodig gemaakt. Vraag het maar aan de taxichauffeurs die betogen tegen Uber.

De mens is het hart van de ongelijkheid

De vereniging van technologie, globalisering en arbeid, die ik in ā€˜Ongelijk maar fairā€™ beschrijf, betekent de versmelting van kapitaal en arbeid. In het ene geval elimineert of reduceert kapitaal de arbeid, in het andere geval tilt het de arbeid juist naar nieuwe hoogtes. Het talent achter de arbeid bepaalt welke richting het uitgaat. Het juiste talent op de juiste plaats bepaalt de ongelijkheid. De fusie van arbeid en kapitaal produceert dus arbeids-gedreven inkomenspolarisatie. Het is de grote economische motor achter de economische ongelijkheid met menselijke wortels.

Mijn thesis dat de mens het hart van de ongelijkheid is, biedt een nieuwe lezing voor de rol van vermogens in de ongelijkheid. Ik volg de overbekende Piketty daarom niet in zijn veronderstelling dat kapitaal uit het verleden steeds meer de toekomst van de ongelijkheid zal bepalen. Ik zie niet het vermogen maar de mens als de sleutel van ongelijkheid. In ā€˜Ongelijk maar fairā€™ ontwikkel ik verschillende hoofdredenen waarom de boude toekomstvoorspelling Piketty, waarbij het kapitalisme zichzelf onder steeds meer kapitaal zal begraven, wellicht niet zal uitkomen.

Kapitalist?

Wat Piketty allemaal onder de noemer ā€˜kapitaalā€™ plaatst, is niet het kapitaal waarop hij een thesis van een arbeid verslindend en zelf-voedend kapitalisme kan wettigen. Er zit veel meer vastgoed in dan winst. Er zit veel meer kapitaal verdieping in: de moderne economie vergt gewoon meer kapitaal. Er zit veel meer menselijk kapitaal van ā€˜arbeidersā€™ in dan financieel vermogen van ā€˜kapitalistenā€™.

Wie hij als dominante ā€˜kapitalistenā€™ aanmerkt, zijn niet zozeer renteniers, geen klasse die teert op het zweet van anderen, geen bestierders van geĆ«rfde familiefortuinen, maar vooral super-opgeleide en super-hardwerkende ondernemers en managers. Het gewicht van erfenissen neemt eerder af dan toe. Eerste generatie superondernemers zijn de allerrijksten, niet hun erfgenamen. Wanneer kapitaal en kapitaalgroei renderen, doen ze dat veel breder en democratischer dan Piketty suggereert: ik leg uit dat we allemaal van kapitaal profiteren, zelfs al zit dat kapitaal formeel bij anderen.

Maar als Piketty gelijk heeft, als de economie van morgen voorbestemd is om steeds meer door de kapitaalbezitters van gisteren te worden gedomineerd, als de dode hand van erfenis die van merite bedreigt, dan zal ik met hem in de loopgraven van verzet staan. Alleen zal ik het geweer dan niet richten op kapitaal. Mijn inzicht van Menskapitalisme ziet niet in kapitaal zelf de bedreiging, maar wel in de mate waarin kapitaalconcentratie het aanbieden of grijpen van kansen door anderen zou kunnen bedreigen.

Mijn munitie zal dan niet vermogensconfiscatie zijn maar kansenbeleid, ook al is vermogensbeslag daarvoor misschien ook een medium.

Upgraden in plaats van nivelleren

Wanneer de mens het kruispunt is van de economische ongelijkheid, beseffen we inderdaad dat achter en onder economische ongelijkheid ook de toenemende sociologische, culturele en etnische diversiteit van de hedendaagse samenleving schuilt. ā€˜Ongelijk maar fairā€™ traceert hoe de polarisatie van arbeid en economie samenvalt met de polarisatie van sociologie en cultuur. Gezin, huwelijk, genen, opvoeding, gedrag en onderwijs evolueren allemaal in analoge richting en volgens analoge lijnen als de economische ongelijkheid. De polarisatielijnen in de samenleving lopen globaal parallel met die in de economie: ze veroorzaken, versterken, voeden en onderhouden elkaar.

Die menselijke dimensie achter de economische ongelijkheid is zowel geruststellend als zorgwekkend. Het is geruststellend dat economie de inkomenspositie van personen meer dan vroeger natuurlijk verbindt met de economische kenmerken, voorkeuren of inspanningen van die personen. Dat past in een positieve erkenning en waardering van wat ā€˜Ongelijk maar fairā€™ als economische verdienste en dus als goede ongelijkheid verdedigt. Ik onderscheid inderdaad goede van slechte ongelijkheid, formuleer daarvoor een normatief kader en onderstreep dat we dat onderscheid moeten aanhouden in het debat en in het beleid.

Menskapitalisme betekent dat de ongelijkheid in de 21ste eeuw niet de klassenverdeling van de 19de eeuw herhaalt, maar wel persoonlijke en culturele verschillen uitvergroot. Menskapitalisme betekent dat we ons zinvoller kunnen focussen op het ontplooien van menselijk potentieel dan op het afstraffen daarvan: we kunnen upgraden in plaats van nivelleren.

Menskapitalisme betekent dat grotere economische ongelijkheid ook de grotere menselijke diversiteit weerspiegelt die we met immigratie, emancipatie en democratisering hebben georganiseerd. Menskapitalisme betekent dat de economische ongelijkheid in onze samenleving ook verweven is met de economische opgang van vele honderden miljoenen armen in de grote groeilanden op onze planeet.

Subgroepen en gezinnen

Maar daarin zit ook de echte zorg: de enorme diversiteit die in onze samenleving is gekropen, betekent dat we achter de globale ongelijkheid moeten speuren naar ongelijkheid tussen subgroepen in de samenleving en tussen gezinnen. Ze betekent dat we aandacht moeten hebben voor opmerkelijke evoluties in gezinspatronen, opvoeding, ouderlijk gedrag en dies meer, die ā€˜Ongelijk maar fairā€™ verzamelt: de evolutie van wie met wie huwt, hoeveel kinderen waar geboren worden, hoeveel en wat ouders in de opvoeding doen, hoe stabiel of labiel gezinnen zijn, en zo meer.

Dat alles maakt van de ongelijkheid ook een sociologische en culturele vraag. ā€˜Ongelijk maar fairā€™ ontwikkelt de thesis dat in gezinsongelijkheid een belangrijke factor van de economische ongelijkheid zit, dat het bestaande beleid ā€“ in het bijzonder het onderwijs ā€“ die gezinsongelijkheid kan verankeren en dat economische ongelijkheid ā€“ zelfs de verdiende ongelijkheid van inspanning en hard werken ā€“ zo voorspelbaar en quasi-erfelijk kan worden.

Winnaars en kinderen

ā€˜Ongelijk maar fairā€™ wil inspanning, verantwoordelijkheid en verdienste terugplaatsen in het ongelijkheidsdiscours. Het ziet en toont daarvoor veel evidentie. Maar het onderstreept ook twee gapende gaten die de beleidsagenda tegenover grotere ongelijkheid zou moeten vullen:

Meer aandacht voor betere marktwerking waar economische winnaars ook economische verdienste hebben en meer aangepast kansenbeleid dat focust op gezin en de vroegkinderlijke levensfase.

Dat is allemaal veel moeilijker en complexer dan een extra dosis belastingen, maar alleen zo zullen we echt naar de kern van de ongelijkheid gaan en kunnen we bouwen aan een samenleving die effectief ongelijk maar fair kan zijn.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele themaā€™s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen