Wat kan de melkboer helpen? - Guido Van Huylenbroeck

Vandaag komen landbouwers massaal naar Brussel om te protesteren tegen de lage melkprijzen. Hun inkomen staat onder druk en dat ze daartegen protesteren is dus niet verwonderlijk. Niemand verdient graag minder en boeren zien ook dat wanneer hun prijs met 30-40 % dalen, dit niet geldt voor de melk in de winkelrekken. Zij stellen zich dus terecht de vraag wat er aan de hand is en waarom de overheid niet tussenbeide komt. Om te begrijpen wat er gaande is, moeten we de markt van vraag en aanbod analyseren.
opinie
Opinie

Guido Van Huylenbroeck is hoogleraar landbouweconomie Universiteit Gent en decaan van de Faculteit bio-ingenieurswetenschappen.

De vraag

Aan de vraagzijde is de zuivelmarkt vrij stabiel en eigenlijk stijgend: met de groei van de wereldbevolking is er nog steeds meer vraag naar melk en afgeleide producten. Dus op zich zitten de boeren in een groeimarkt, zij het dat het aandeel van het basisproduct in de eindprijs aan de consument slechts een derde van de eindprijs vormt.

Het aanbod

Daartegenover staat de productiezijde, die veel minder stabiel en voorspelbaar is. Melk wordt namelijk overal ter wereld geproduceerd en is nog steeds voor een belangrijk deel afhankelijk van toevallige weersfactoren.

Wanneer de productieomstandigheden goed zijn, dan is er veel aanbod, zijn de productieomstandigheden minder goed, dan daalt het aanbod. Zo was er in de jaren 2007-2009 een grote droogte in Australiƫ en Nieuw-Zeeland, waardoor in deze landen zelfs melkkoeien moesten worden afgeslacht met een tekort op de wereldmarkt en hoge melkprijzen, tot bijna het dubbele van vandaag, als gevolg. Nu de productieomstandigheden daar weer goed zijn, zien we de omgekeerde beweging met een overaanbod aan melk en dus dalende prijzen. Als daarbovenop een boycot komt van o.a. Europese zuivelproducten door Rusland, dan is het hek natuurlijk helemaal van de dam.

Europa

Maar ook het beleid beĆÆnvloedt de markt en is de laatste jaren wel veranderd. Het Europese zuivelbeleid dateert van meer dan vijftig jaar geleden. Het eerste beleid werd uitgedacht kort na de oprichting van de Europese Gemeenschap begin van de jaren zestig, toen er in Europa nog steeds een tekort was aan melk en melkproducten.

Daarom werden toen aan de boeren hoge minimumprijzen beloofd en zij gingen daar ook massaal op in, met het gevolg dat eind van de jaren zeventig Europa grote overschotten had die het aan de straatstenen niet kwijt kon, met zogenaamde boterbergen en melkplassen tot gevolg. Daarom besloten de landbouwministers om limieten in te bouwen en bedachten het quotasysteem.

Ook toen kwamen de boeren massaal naar Brussel, want hun productie beperken was natuurlijk ook een aanslag op hun inkomen. Maar toch kwam dit quotasysteem er en tussen 1984 en 2004 hadden we een vrij stabiele zuivelmarkt met wel als nadeel dat de Europese zuivelindustrie marktaandeel verloor op de groeiende wereldmarkt. Een ander nadeel was dat boeren die wilden uitbreiden bij collega-boeren quota moesten afkopen, wat vooral voor jonge boeren een flinke investering was.Ā 

Vrije markt

Daarom werd bij de hervorming van het beleid in 2005 besloten om het quotumsysteem geleidelijk af te schaffen, wat in 2015 volledig gebeurde. In het begin was dit beleid ook succesvol, mede door de hierboven geschetste problemen bij onze tegenvoeters. De boeren waren dan ook niet tegen de afschaffing. Als compensatie kregen de melkboeren trouwens toegang tot de zogenaamde bedrijfstoeslagen die Europa als subsidie geeft aan de landbouwers.

Een aantal boeren zagen de volledige vrijmaking van de markt ook als een kans en gingen massaal investeren onder andere door het zetten van grote nieuwe stallen. Dit alles maakt dus dat er op de Europese markt vandaag een (hopelijk tijdelijk) onevenwicht bestaat tussen vraag en aanbod. De landbouwers wijten dit aan de verandering van het EU-beleid, maar eigenlijk is dit het gevolg van hun eigen reactie op dit beleid.

Opnieuw quota?

Sommige landbouworganisaties pleiten voor een terugkeer naar het quotasysteem. Als landbouweconoom denk ik niet dat dit de oplossing is, omdat een quotasysteem (of het nu opgelegd of vrijwillig zou zijn) enkel maar tot hogere prijzen leidt indien Europa zijn grenzen kan afschermen voor import, wat vandaag niet langer wordt geduld door onze handelspartners.

Sommige geven Canada als voorbeeld waar wel een zelfregulerend systeem van afspraken bestaat tussen de boeren en de zuivelindustrie. Dit werkt echter alleen omdat Canada een vrij afgelegen markt is, wat van Europa niet gezegd kan worden.

Oplossing bij "groene" boeren?

Zijn er dan geen oplossingen mogelijk? De eerste oplossing is natuurlijk kostenbeheersing en dus verdere schaalvergroting. Boeren die niet tegen de lage prijzen kunnen produceren, zullen stoppen, terwijl anderen uitbreiden. Schaalvergroting leidt immers tot lagere kosten. Dat is een proces dat zich in alle sectoren voordoet en zich ook de voorbije jaren bij de melkveehouders heeft voorgedaan, met of zonder quota.

Indien de maatschappij een verdere daling va het aantal boeren erg vindt en deze schaalvergroting toch een halt wenst toe te roepen omdat boeren misschien naast hun productierol, ook zorgen voor bv. onderhoud van onze landschappen, dan moet ze daar natuurlijk wel voor willen betalen. In Nederland zijn er zuivelbedrijven die toeslagen betalen aan boeren die hun koeien buiten laten weiden en niet gans het jaar op stal houden, wat nochtans goedkoper is. Ook de overheid geeft premies voor onderhoud van landschapselementen of groenbeheer. Voor kleinere boeren is dit misschien de oplossing om zich meer daarop toe te leggen. Maar of dat voor de ganse sector de oplossing is, betwijfel ik, omdat ook de rest van de wereld niet stilzit.

Welke boer beschermen?

De overheid kan wel wat doen aan de schommelingen op heel korte termijn en verhinderen dat prijzen inderdaad ver onder de kostprijs zakken door bv. tijdelijk een bodemprijs (een zogenaamd vangnet) of een Europese consumptietoeslag op melk in te stellen.

Probleem is dat er niet zomaar Ć©Ć©n kostprijs is en er grote verschillen zijn tussen landbouwers. Als we de resultaten van melkveebedrijven vergelijken, dan zien we verschillen tot het drie- of viervoudige in kostprijs. Vraag is dus wie de overheid moet beschermen? Een Europese regeling lijkt me echter wel beter dan het huidige beleid waarbij elk land afzonderlijk reageert, waardoor er misschien competitievervalsing optreedt tussen landen.

De ene melk is de andere niet

Boeren moeten echter vooral leren om oog te hebben voor de toegevoegde waarde van hun product. Het basisproduct melk is dan wel zeer moeilijk te differentiƫren maar in de toepassing ervan liggen veel mogelijkheden, denken we maar aan de vele kaassoorten, yoghurtbereidingen en andere producten die wel afhankelijk zijn van de specifieke smaak of samenstelling van de geproduceerde melk.

Door dergelijke valorisatieketens te ontwikkelen kunnen boeren en industrie samen meerwaarde aan het basisproduct verlenen. Een goed voorbeeld is de bekende parmigianokaas uit de streek van Parma in Italiƫ, waar door uitgekiende afstemming van de keten en marketing ook de melkboeren een hogere prijs krijgen voor hun melk.

Wat we vandaag dus meemaken, is voor een deel een transitie waarbij de boeren nog niet gewend zijn aan het meer marktgericht produceren. Misschien moet de overheid hen daar vooral bij helpen eerder dan met nieuwe subsidies het oude systeem in stand te houden.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele themaā€™s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen