Hongarije achter prikkeldraad - Lukas De Vos

Ze keken ostentatief opzij, de grenswachters van Hongarije, Oostenrijk en Duitsland toen maandag 4.000 vluchtelingen uit Syrië, Afghanistan en Irak met de overladen trein vanuit het internationale station Keleti in Boedapest hun trek naar het Westen afrondden. Tekenend: van de 4.000 hebben er exact 6 (zés) bij de tussenstop in Wenen asiel aangevraagd. Zes Afghanen. De rest werd keurig, hoffelijk en ordentelijk opgevangen in Passau, Rosenheim, Berlijn, München.
opinie
Opinie

Lukas De Vos was buitenlandjournalist voor VRT-nieuws.

Uit plaatsvervangende schaamte, want eigenlijk is iedereen in overtreding. De Hongaren die ingezet worden als stoottroep tegen burgers. Internationaal kan dat enkel als het om een agressieve inval gaat. De Oostenrijkers die volgens de Europese afspraken van de Dublin III-verordening (2003) geen asielzoekers mogen registreren als die eerst voet gezet hebben in Griekenland of Hongarije. De Duitsers die met tegenstrijdige opdrachten worstelen: de regering-Merkel heeft toegezegd alle Syrische vluchtelingen te zullen opnemen, maar kijkt aan tegen een onoverzichtelijke migratiestroom die kan oplopen tot 800.000 man dit jaar.

Europese crisis

Bondskanselier Merkel is hogelijk ontstemd. Ze dreigt ermee Schengen op te heffen, het vrij verkeer van personen tussen de nu 25 deelnemende landen. Dat wijst op de échte crisis: Europa hééft geen gemeenschappelijke asielpolitiek. Er wordt ad hoc gereageerd. Richtlijnen worden geïnterpreteerd in functie van de nationale politiek. Ook door de Duitsers. Zij beschermen al tientallen jaren hun uitvoer met een uitgekiende arbeidspolitiek. Door een strikte scheiding van arbeidstakken en sectorale cao’s kon Berlijn het minimumloon tot begin dit jaar afhouden. De aanzuigkracht van het zwarte circuit (net als in het Verenigd Koninkrijk) en de aantrekkelijke want lakse gezinsherenigingspolitiek zijn de inwijking blijven aanpoken.

Maar het zijn vooral de grote vluchtelingenstromen na de bloedige omwentelingen in Noord-Afrika, de Subsahara en het Midden-Oosten die het manco aan gemeenschappelijk beleid blootlegden. Dat Europa nu speciale registratiecentra gaat opzetten in Italië en Griekenland komt rijkelijk laat. De wraakroepende uitbuiting van zwarte asielzoekers, de mensonterende transporten, de onstuitbare volksverhuizing door de wrede burgeroorlogen, ze zijn te lang onder de mat geveegd. Het volstaat niet ook andere spelers met de vinger te wijzen, met name de rijke Arabische olielanden of Rusland. Europa moet voor alles orde scheppen in zijn eigen beleid. Het is pijnlijk om te zien dat de Raad van Europa Italië nu veroordeelt voor het vastzetten en terugsturen van groepen Tunesische asielzoekers, terwijl de helft van de EU in het donker fluit en de andere kant opkijkt.

Er zijn quota afgesproken voor de opvang van asielzoekers, ieder naar godsvrucht en vermogen. Alleen toont vooral het voormalige Oost-Europa zich niet bepaald toeschietelijk om die afspraken ook in de praktijk om te zetten. Van de Baltische staatjes valt dat te begrijpen: zij worden voortdurend gekapitteld over de behandeling van hun Russische minderheid, ze hebben andere (veiligheids)katten te geselen. Polen daarentegen, dat zichzelf als een grootmacht in wording opwerpt, en de grijze kring van weleer, van de DDR tot Bulgarije, nemen een loopje met het gemeenschappelijk beleid. Ze staan graag met open hand voor structuur- en cohesiefondsen, maar de verplichtingen om ook minder populaire maatregelen te nemen laten ze even graag aan zich voorbijgaan.

Splendid isolation

Hongarije is daar het typevoorbeeld van. Het is vreemd dat een land zich afschermt met prikkeldraad en wachttorens. Als dat gebeurd was voor de Oost-Duitsers in 1989, dan was er moord en brand geschreeuwd over de schending van alle mensenrechten. De Muur stond nog recht, maar het vrijgeleide naar Oostenrijk lag klaar. Prikkeldraad, of erger, scheermesdraad, wordt uitgerold om de boze buitenwereld weg te houden, en wie binnen zit ook binnen te houden. Dat geldt voor gevangenissen, concentratiekampen, mijnenvelden, despotische staten. De Hongaarse rechtspopulistische premier Viktor Orbán – sinds 2000 en nog altijd lid van de christelijke Europese Volkspartij – is goed op weg om zijn 'splendid isolation' te verheffen tot staatsideologie.

Na de opname van enkele kleinere rechtse partijtjes en grote verkiezingsoverwinningen vanaf 2006, is Orbán mettertijd wild om zich heen gaan schoppen. Dat gaat van de toekenning van paspoorten aan alle etnische Hongaren in de diaspora (het land was na de ontbinding van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk twee derde van zijn grondgebied en bevolking kwijtgespeeld, en aast nu op het herstel van de vroegere grootheid) tot de zoete broodjes die hij met Rusland bakt. Hongarije houdt zich niet aan het opgelegde embargo tegen Moskou sinds de Oekraïnecrisis. Hongarije ging in januari 2014 bij Poetin een lening aan van 10 miljard om zijn kerncentrale in Paks te vernieuwen. Hongarije heeft een wet aanvaard die de bouw van de zogenaamde South Stream-gaspijp onderschrijft – die leiding gaat niét door Oekraïne, en is door de EU afgewezen. Hongarije verwerpt ronduit het hele migratieakkoord. Tot vandaag zijn er amper 4.000 asielzoekers erkend, een vijfentwintigvoud is aangepord om snel door te reizen, nog veel meer wordt ontraden de grens met Servië over te steken. De “Balkanroute” is nu afgeknipt met een schrikdraadhek van 171 km, en Orbáns dauphin János Lazar heeft al plannen geopperd voor een tweede hek.

Nationale soevereiniteit

Europese kritiek glijdt van Orbán af. Integendeel, hij laat nergens na buitenlandse agenten, opgejutte pers, of onpatriottische elementen de schuld te geven van al wat er misgaat in zijn land. Dat heeft al geleid tot het uitroepen van de “illiberal democracy”, eigenlijk de “onvrije democratie” – een eufemisme voor de sterke staat, die hij al jaren organiseert met de beknotting van de rechterlijke macht, de muilkorving van de pers, de hertekening van de kiesdistricten, de aanpassing van de kieswetgeving en het parlement. Dat Orbán de idee lanceerde in Roemenië tijdens een toespraak voor de Hongaarssprekende minderheid bevestigt zijn zucht naar een Groot-Hongarije. Zijn uitdagende nukkigheid tegenover de EU heeft maar één doel: de nationale soevereiniteit maximaal doen erkennen én tegelijk noodwetgeving afdwingen, nu de Unie hulpgeld voor Hongarije en Bulgarije inhoudt omdat ze de afgesproken vluchtelingenquota verwerpen (overigens heeft Bulgarije ook een muur opgetrokken langs de grens met Turkije). Hij roert zich nu om een apart Visegradstandpunt door te drukken. Tsjechië, Slovakije (dat als christelijk land geen moslims wil opnemen), Polen en Hongarije krijgen dan het recht hun eigen, afwijzend asielbeleid te voeren. De voorziene infrastructuursteun van de EU, 30 miljard tot 2020, wil de regering versneld vastleggen: tegen juni 2017 moeten alle aanbestedingen rond zijn. Merkel helemaal geschoffeerd.

Maar Orbán zet door. Het parlement, met een absolute meerderheid van Fidesz, heeft de voorbije dagen de ene na de andere maatregel genomen. Mensensmokkelaars gaan voor drie tot vier jaar de cel in. Maar hetzelfde geldt ook voor de “klanten”, vluchtelingen die “illegaal” het land betreden. De hele Balkan is uitgeroepen tot veilige zone, daaruit kunnen dus geen asielzoekers meer komen. De Kosovaren zijn handig aangegrepen om elke inreis vanuit Servië te definiëren als een inbraak van “economische gelukszoekers”.

Meest verontrustend is de nakende inzet van “határvadász”, grensjagers, een paramilitaire rijkswacht, Orbán ingeblazen door het neofascistische Jobbik. Jobbik won stemmen terug van Fidesz bij de gemeenteraadsverkiezingen van november 2014. Maar de harde migratiepolitiek heeft die trend gestopt. De linkse oppositie is des duivels. Zo'n militie herinnert aan de onzalige Jodenvervolging onder regent-dictator Horthy. Links gaat Orbán daarom voor het Internationaal Strafhof in Den Haag dagen.

Machtsgreep

Intussen kunnen de Hongaren wennen aan nog minder vrijheid. De sociale toestand in Oost-Hongarije verslechtert zienderogen, openbare opdrachten mogen niet meer bekritiseerd worden, de buitenlandse diplomatie is een zootje na de vervanging vorig jaar van drie kwart der ambassadeurs en stafleden van Buitenlandse Zaken. Corruptie en ideologische vlakschaving gedijen. Orbán sloeg Amerikaanse aanmaningen over btw-fraude in de wind, hield het hoofd van de belastingdienst de hand boven het hoofd (die onverklaarbaar duur vastgoed verwierf, en met een postbusfirma zelf de belastingen ontweek), liet de klokkenluider vervolgen, en eiste het ontslag van ambassadeur Andre Goodfriend. Orbán mag blij zijn. De nieuwe ambassadrice is Colleen Bell. Producer van The Bold and the Beautiful. En geldschieter van Obama.

Orbán vergroot ook zijn greep op het onderwijs. Zo'n 150.000 leraars, en hun leerlingen, protesteren heftig tegen de “nationale ethische codex” die zij voortaan moeten tekenen. Transparency International heeft vergeefs de kiesfraude aangeklaagd: alle partijen hadden op één na meer uitgegeven dan wettelijk toegestaan, Fidesz was de koploper met 180 % meeruitgaven, slinkse steun van de Burgeralliantie (600 miljoen) en mediavervalsing met het zwaar gehypete actieplan “Hongarije doet het beter”.

Er zijn nog enkele roependen in de woestijn. De alom gewaardeerde wijsgeer Sándor Radnóti heeft al voor de derde keer geweigerd het banket bij te wonen dat Orbán aanbiedt bij de uitreiking van de educatieve Széchenyi onderscheidingen. “Kan ik niks gaan doen”, zei hij droog. “Ik eet niet met regeringsleiders die haat kweken”.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen