De grens, terug van weggeweest - Bram De Ridder

De wereld heeft opnieuw grenzen. Na de val van de Berlijnse muur geloofde de wereld nochtans dat alle scheidslijnen zouden verdwijnen. De toenemende globalisering, de opkomst van multinationals en de instant-communicatie via het internet wezen alvast in die richting. Ook na 11 september sprak de wereld over het wegvallen van barrières, al verdween de positieve toon ten koste van angst voor grenzeloze terreurbewegingen zoals Al-Qaeda. Sinds kort spreken onderzoekers echter over het ‘hergrenzen’ van de wereld, en het lijkt erop dat Europa daar nu volop mee geconfronteerd wordt.
opinie
Opinie

Bram De Ridder is aspirant van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen en deel van het onderzoeksteam transregionalhistory.eu (KU Leuven).

Het Europees ontwaken

In de eerste plaats is die tendens een gevolg van 11 september en de daaraan verbonden verhoogde veiligheidsmaatregelen en grenscontroles. Maar in respons op terreur en (gepercipieerde) onveiligheid hebben staten wereldwijd hun grenzen ook een steeds fysieker karakter gegeven. Er lopen momenteel kilometers muur en prikkeldraad tussen bijvoorbeeld de VS en Mexico, Israël en de Palestijnse gebieden, Saudi-Arabië en Irak, India en Pakistan, en Spanje en Marokko. Sinds kort kunnen we daar ook Hongarije en Servië en Turkije en Syrië aan toevoegen.

Ten tweede is de diplomatiek-militaire rol van grenzen opnieuw toegenomen. De annexatie/secessie van de Krim vormt daar het meest extreme voorbeeld van, maar de spanningen tussen Japan, China, India, Taiwan, Rusland, Pakistan, de Filipijnen en Vietnam over een aantal eilanden lopen al een aantal jaren gestaag op. Zelfs Spanje en het Verenigd Koninkrijk bakkeleien tegenwoordig weer over Gibraltar, een twist teruggaand tot een verdrag uit 1713. Ook terreurgroepen houden zich steeds meer bezig met grondbezit: IS zet consequent in op de vorming van een territoriaal Kalifaat en voorman Abu Bakr Al-Baghdadi draagt als bijnaam ‘the breaker of boundaries’ – de vernieler van grenzen.

De Europese Unie is tot nu toe slechts beperkt geconfronteerd met de twee bovenstaande tendensen, maar een derde kan ze niet langer negeren. De immense golf vluchtelingen die op gang is gekomen na de Arabische Lente en de terugtrekking van de Westerse troepen uit Irak is niet nieuw, maar bereikt voor het eerst en masse het continent. Als gevolg staan de Europese binnen- en buitengrenzen nu al weken in het centrum van de belangstelling. EU-burgers zijn inderdaad terug gaan het beseffen dat grenzen er wel degelijk toe doen; een ontwaken dat zover gepaard gaat met veel twijfel en discussie.

Drie bedenkingen om mee te nemen

In die zin is het niet toevallig dat Bart De Wever woensdagavond de kat de bel aan bond. Maar in de zoektocht naar een nieuw grensbeleid kunnen zowel de voor- als tegenstanders van zijn voorstellen best een aantal zaken voor ogen houden.

1) De vluchtelingenproblematiek – en grenskwesties in het algemeen – zal de komende jaren niet verdwijnen. De lijst met failed states breidt gestaag uit: Indien we geen vluchtelingen uit Afghanistan, Irak of Syrië mogen verwachten, dan wel uit Libië, Jemen, of Mali. Tel daarbij de verwachte klimaatvluchtelingen op en het wordt duidelijk dat het welvarende en stabiele Europe de komende jaren een droombestemming zal blijven.

2) Grenzen zijn onlosmakelijk verbonden met identiteit. Ook vandaag draait het debat om hoe wij solidair kunnen zijn of hoe grenzen ons sociaal systeem dienen te beschermen. De kwestie wie die ‘ons’ juist is – Vlamingen, Belgen (+ Nieuwe Belgen), Europeanen of wereldburgers – bepaalt niet alleen mee hoe de grens beheerd wordt maar ook hoe (en of) de migrerende ‘zij’ een ‘wij’ kunnen worden. Het grensbeleid wordt graag voorgesteld als een louter technische keuze tussen open of dicht, maar bijvoorbeeld het debat over een apart sociaal statuut voor vluchtelingen toont aan dat de kwestie niet los staat van complexere vragen over moraliteit, identiteit en groepsdenken.

3) Cruciaal is het besef dat elke grens een menselijke constructie is. Het zijn groepen mensen – en daaronder vallen niet alleen staten – die een territorium voor zichzelf opeisen en daar een grens rond trekken. Zelfs natuurlijke grenzen zoals de Middellandse Zee worden in de eerste plaats bepaald door de aanwezigheid van mensensmokkelaars en projecten zoals Mare Nostrum en Triton. Het is een politiek-morele keuze om een grens te trekken, en het is eveneens een politiek-morele keuze om daar een grenspaal, een douane-agent, of een militair te zetten.

De toekomst van het grensbeleid

Dat de grens een constructie is, betekent tevens dat overheden hun grenzen naar believen kunnen aanpassen. De huidige Catalaanse plannen voor eenzijdige afscheiding van Spanje bewijzen bijvoorbeeld dat grenzen ook zonder bi- of multilaterale consensus van uiterlijk kunnen veranderen en dat verdragsteksten of grondwetten niet onaantastbaar zijn. Indien ‘we’ dat willen is elk type grensbeleid mogelijk en die flexibiliteit zorgt ervoor dat ook voor de Belgische/Europese grenzen er al een aantal opties de revue passeerden.

Het meest creatieve idee kwam van Bob Pleysier. De voormalig directeur van Fedasil stelde in De Morgen voor om in Noord-Afrika een stad te bouwen. Dit EU-topia moet de Afrikaanse migranten toelaten om hun droomtoekomst zelf uit te bouwen, maar dan wel op hun eigen continent. Deze oplossing struikelt echter over het wij-vraagstuk: zal ‘onze’ investering volledig zelfstandig beheerd worden door de migranten of houdt Europa een zekere mate van controle? In het eerste geval geeft de EU een blanco cheque, in het laatste komen we erg dicht bij een neokoloniaal project. Bovendien is ‘de Afrikaanse migrant’ geen universele categorie: binnen EU-topia zelf zouden vraagstukken rond identiteit en politiek-economisch groepsdenken eveneens snel de kop op steken.

Een tweede oplossing is het versterken van de nationale grenzen. Dit lijkt echter een schijnoplossing: een dergelijk voorstel is geweldig inefficiënt omdat het net nog meer conflict tussen de Europese lidstaten zou veroorzaken en tot een opbod in ‘harde’ maatregelen zou leiden, los van de vraag of deze het best werken. Net zoals het Verenigd Koninkrijk nu migranten terugduwt naar Frankrijk, zullen veel overheden simpelweg proberen om de vluchtelingen zoveel mogelijk in andere landen te laten opvangen. In het beste geval gaat het dus om een complexe pushback naar Turkije of Noord-Afrika op basis van een ieder-voor-zich strategie. Bovendien garandeert een herziening van Schengen niet noodzakelijk extra bescherming tegen terreur: als el-Khazzani op de Brusselse metro had geschoten in plaats van op de Thalys, zou het vrij verkeer van personen nu veel minder ter discussie staan.

Het populairste voorstel is om de Europese buitengrenzen te versterken en de verdelingen van vluchtelingen solidair te organiseren. Op zich lijkt dit een haalbare oplossing, maar twee problemen blijven. Geen enkele grens is ondoordringbaar, hoe hoog Europa haar muren ook bouwt. Daarnaast moeten in dit geval alle lidstaten het er over eens zijn hoe we ‘onze’ grens dienen te beheren. Anders bestaat inderdaad het risico dat elk land de facto afzonderlijk gaat handelen, opnieuw met een toename aan ongecoördineerde harde grensregimes tot gevolg. Alleen betekent dit ook dat sommige landen – België incluis – zullen moeten aanvaarden dat dit een compromis vereist, en dat compromissen van nature inhouden dat je tot op zekere hoogte je eigen standpunt en belangen opgeeft. België is nu eenmaal een aantrekkelijke bestemming, veel meer dan bijvoorbeeld Spanje, Polen of Tsjechië. De migratie zal voor dit land dus altijd gevolgen hebben – is het niet door de blijvende nood aan opvang dan wel door diplomatieke toegevingen aan landen die enkel als transitland fungeren of die een ander beleid dan het onze willen. België kan pas aan Italië of Griekenland vragen het beslissingsrecht over hun grenzen over te dragen aan de Europese Unie als het daar zelf ook toe bereid is: de Zuid-Europese landen zijn wat dat betreft nog steeds even soeverein als de West-Europese.

Besluit: de grens als keuze

De bovenstaande opties zijn slechts een korte samenvatting van de vele suggesties die de afgelopen weken werden geopperd. Op dit moment valt het dan ook niet te voorspellen welke richting het met de grens zal uitgaan. Mogelijk komt er een tussenoplossing uit de bus, waarbij zowel de Europese binnen- als buitengrenzen geleidelijk aan worden verhard. De vraag is echter of dit iets oplost. Na vijfentwintig jaar is de grens terug in Europa en lijkt ze nog wel een tijdje te zullen blijven. Beginnend bij de discussies van deze week zullen er dus nog harde politieke en morele keuzes gemaakt moeten worden. Het beheer van de grens vraagt namelijk altijd een politieke, financiële en/of morele prijs, hoezeer we die waarheid de afgelopen decennia ook hebben proberen te negeren.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen