Mijn leven als hooligan - Jan Nolf

Erevrederechter Jan Nolf blikt terug op een korte carrière als 'hoolijan'. Niet om pro domo te pleiten, maar om zich af te vragen waar het woensdagnacht over ging. Alvast niet over voetbal. Wel over drie andere vragen.
opinie
Opinie

Jan Nolf is erevrederechter en schrijft over justitie op justwatch.be

Voetbal heeft eigen rechtspraak

De voetbalwet van 1998 is een kind van het Heizeldrama. In de aanloop naar Euro2000 was voetbalfan Dehaene de stille motor van een gloednieuwe aanpak om risicowedstrijden te reguleren. Overtredingen werden niet via Parket en rechtbank aangepakt maar door ambtenaren: de Voetbalcel.
Een jaar later werd die administratieve aanpak geruisloos veralgemeend in de GAS-wet.

Het fundamenteel verschil tussen een beoordeling door een onpartijdige rechter en een ambtenaar werd recent opgemerkt door niet minder dan Club Brugge voorzitter Bart Verhaeghe zelf. Omwille van een schermutseling in de ‘neutrale zone’ van Lokeren kreeg hij een stadionverbod en een boete aangesmeerd. Verhaeghe stelde zich publiek vragen over de werking van de Voetbalcel. Daarentegen heeft hij wel vertrouwen in de politierechter bij wie hij in beroep ging en wiens uitspraak 15 september verwacht wordt.

Ook wie geen voetbal lust, wordt er mee geconfronteerd: met name door de ruime perimeter van 5 km waarbinnen een soort ‘noodtoestand’ uitgeroepen wordt. Massale aanwezigheid van tot de tanden gewapende semimilitaire politie-eenheden moet dan ieder risico beheersen.

In die nerveuze sfeer van nultolerantie worden ook de lokale bewoners aan hun natuurlijke rechter onttrokken, net als bevonden zij zich in het stadion zelf. Op de koop toe betalen zij als belastingbetaler het duur gelag van hun gemilitariseerde straten.
Op een moment dat het kerntakendebat tot afbouw van heel wat diensten leidt, herinnert de megatransfer van Kevin De Bruyne pijnlijk aan de kostprijs die de voetbalindustrie aan de gemeenschap blijft doorschuiven. Welke politici durven dit aankaarten?

De burger moet maar zwijgen en zich schikken

Hoe zwaarder de machtsontplooiing, hoe groter het risico op ontsporing.
Bij uitstek in dat gemilitariseerde kader moet ook de politie leren leven met wakkere burgers. Professor Koen Lemmens (KULeuven) merkt op dat “haast iedere burger een fotograaf/cameraman, is geworden”. Kortom, “elke burger is potentieel, al is het maar even of zelfs eenmalig, journalist”, schreef hij in het Rechtskundig Weekblad van 4 oktober 2014.

Lemmens gaat er (terecht) van uit dat het optreden van de politie bijna steeds een aangelegenheid is van algemeen belang. Dat betekent dat politiemensen in principe moeten aanvaarden dat hun gedragen gefilmd worden.

Het gekke is dat hoe kwistiger de politie zelf camera’s allerhande inzet, hoe allergischer zij lijkt te reageren wanneer zij zelf gefilmd wordt. Dat getuigt van haar kant finaal van steeds minder democratisch verantwoordelijkheidsbesef.

Het autoritaire machtsdenken rekent er nu eenmaal op dat de burger zijn recht van toezicht tijdens momenten van onrust inruilt voor zwijgzame veiligheid. We lijken dan wel voetbalcoaches die hun wakkerste spelers op de bank zetten op het kritieke kantelpunt van een match.

Zuinig zijn met geweld

Zelfs tegenover iemand die zich foutief gedraagt is de inzet van geweld slechts toegelaten als dit noodzakelijk is. Politieambtenaren moeten voor de minst gewelddadige oplossing eerst kiezen en dat geweld moet in verhouding staan tot het nagestreefde doel.

In het rapport naar aanleiding van de zaak Jonathan Jacob benadrukt het Comité P. dat zelfs wanneer geweld geen schending van rechten inhoudt, het dan nog steeds zinvol blijft klachten te bekijken in functie van “de behoorlijkheid van het optreden”.

Het Comité P. vermeldt plots geboeide burgers die “niet goed wetende wat er gebeurt, minstens enig verzet zullen plegen: perceptie van overdadig geweld en een traumatische ervaring zijn dan niet ver weg”. Sommige klagers zijn ervan overtuigd overvallen te worden, waarschuwt het verslag.

Naar Comité P?

Inderdaad. Het gaat me helemaal niet om de agent in kwestie te laten sanctioneren. De politie Brugge weet me wonen en is welkom voor een goed gesprek. Het Comité P. is geen disciplinaire overheid maar een observatorium dat analyseert en adviseert.

Vader Jan Jacob herinnerde me er aan dat hij op 27 mei jl. van de Antwerpse politieschool een brief kreeg met de verzekering dat naar aanleiding van het rapport van het Comité P. lessen getrokken waren uit het drama van Jonathan. Daar gaat het om. Wat bij mij maar een speldenprik was, kan morgen met iemand anders een fatale escalatie worden.

Op mijn halfuurtje als ‘hoolijan’ kan ik met een gezonde dosis humor terugkijken omdat het zo irreëel was. Als dat na een rapport van het Comité P. een leerzame case wordt voor de West-Vlaamse politieschool zijn we toch allemaal tevreden ?
 

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen