Gespartel in het communautaire droogdok - Carl Devos

Dit is een wat eigenaardige 11 juli. Een Vlaamse feestdag in een communautair niemandsland, geregeerd door een omertà. En ook de eerste 11 juli nadat de grootste overwinning van een Vlaams-nationalistische partij uit de vaderlandse geschiedenis die partij aan het hoofd van de Vlaamse en de leiding de federale regering bracht. Maar ruim een jaar na de verkiezingen van 25 mei 2014 zijn we die bizarre setting rimpelloos gewoon geraakt.
opinie
Opinie

Een gevolg van de "bocht van Bracke"

Het valt niet meer op, de communautaire bevriezing: er worden geen stappen gezet, ze worden zelfs niet overwogen en in Wetstraatfora mag er niet eens over gesproken worden. Volgens regeringsafspraken is het communautaire simpelweg vijf jaar lang geen thema. Wat, tussen haakjes, die Vlaams-nationalistische partij ook meteen bevrijdt van lastige keuzes op dat domein. En dat terwijl tussen 2007 en 2010 en na de verkiezingen van 2010 het communautaire zo vaak het middelpunt van de Wetstraat vormde.

Maar, we begrijpen de redenen. Ze is een rechtstreeks gevolg van de verkiezingsuitslag, die de voortzetting van de tripartite toeliet. Indien N-VA van het communautaire een eis had gemaakt, moest ze vijf jaar naar de oppositie, zeker federaal. Daar hadden ze zelf geen zin in. N-VA koos er heel bewust voor, een beweging die lang daarvoor was ingezet met de zogenaamde ‘bocht van Bracke’, om het communautaire niet langer als een voorwaarde voor andere hervormingen te stellen. zo moest de kracht van verandering vooral uit andere hervormingen blijken. N-VA is druk bezig met te proberen kiezers ervan te overtuigen dat dat ook lukt. Ze hoeft niet eens meer uit te leggen waarom ze voorlopig niet op het communautaire inzet. Dat ging zo natuurlijk dat het vandaag nog weinigen opvalt, maar velen hadden het een jaar voor de verkiezingen niet geloofd.

Geen letter over de verbouwing van de federale staat

Er zijn er natuurlijk nog voor wie dat een probleem blijft, het aanvaarden van die communautaire bevriezing. Ook binnen N-VA, maar die houden zich stil. In een interview met De Standaard bewijst Peter De Roover hoe pijnlijk dat gespartel op het communautaire droogdok wel kan zijn. Zelfs een (voormalig?) aanhanger van de harde lijn als Geert Bourgeois kan zonder verpinken voor het eerst een Septemberverklaring voorlezen waarin geen letter over de verdere verbouwing van de federatie staat. Hij bestelt dan wel een studie over transfers, maar niemand weet wat er dan met die resultaten zal gebeuren, er liggen geen nieuwe Vlaamse resoluties in het verschiet.

Ondanks de spektakelzuchtige verslaggeving over de 11 juli lezing van de Minister-President zat in zijn brave toespraak geen communautair zout, alleen hier en daar wat kleine klassiekertjes zoals Brussel niet loslaten en het Vlaams karakter van de Rand.

Sommigen zijn blijkbaar ondertussen zo weinig gewoon dat ze de N-VA’er al ‘de puntjes op de communautaire i’ hoorden zetten omdat hij een staatshervorming in 2019 aankondigt. Idem voor de bijzonder zachte 11 juli toespraak van parlementsvoorzitter Peumans, en weer zijn er journalisten die die puntjes zien verschijnen. Het blijkbaar wat te warm voor enig relativisme.

Als een lauwe roomsoes

Stel u het omgekeerde voor, dat zou pas nieuws zijn: dat Peumans en Bourgeois niet meer autonomie of geen staatshervorming meer vragen. Dat Bourgeois vraagt dat de federale regering de Vlaamse zou erkennen in buitenlandse handel en zaken kan ook geen nieuws zijn. Het is een veilig domein om even de veren te rechten, op de scoretabel van communautaire strafheid staat dat iets boven de nulwaarde. Gisteren sprak vooral een regeringsleider die zijn regeringsbeleid in de verf wou zetten, niet zijn communautaire overtuiging. Die bescheidenheid is begrijpelijk, N-VA zou er alleen miserie mee organiseren.

Ook buiten de partij zijn er velen die hun vuist in de zakken maken. Maar de Vlaamse Beweging heeft vandaag het dynamisme en scherpte van een lauwe roomsoes. Zoveel pittige pennen en kritische stemmen lijken stil en mak. Alsof de Vlaamse Beweging, om N-VA te sparen en uit vreugde dat het eindelijk zonder de PS kan. Schrijven over de Schotten is nog mogelijk, ze ook willen zijn niet.

Onnatuurlijke stilte

Nochtans is het niet omdat problemen na 25 mei 2014 tot ‘onbespreekbaar’ gedeclareerd zijn, dat ze daarom niet bestaan. Dat is trouwens, vanuit beleidsoogpunt, niet de meest intelligente benadering. Uiteraard vragen heel wat andere zaken dringend om aandacht en moet men de zesde staatshervorming eerst enkele jaren draaien, maar iets anders is doen alsof er nu simpelweg even geen institutionele kwesties meer bestaan. In elk geval, de onnatuurlijke stilte wijst op een blijvende spanning, op een blijvende nervositeit die niet toelaat dat op een normale wijze over deze kwesties gesproken kan worden. Vooral aan Vlaamse zijde is een en ander geforceerd.

De windstilte klinkt immers vooral daar, onder Franstaligen is er minder schroom – daar zitten de asymmetrische coalities uiteraard voor iets tussen – om de bevoegdheidsverdeling na de zesde staatshervorming te bekritiseren. Hier en daar gaan er zelfs summier stemmen op om stilaan ook na te denken over de zevende ronde, eentje die eventueel gebaseerd kan worden op een België van vier deelstaten. Er is dus veel waarover Vlaams-nationalisten zich zorgen kunnen maken. Dat beperkt zich heus niet tot de zesde staatshervorming. Maar ze zwijgen, maar zodra ze ter zake een zucht slaken zien sommige journalisten daarin blijkbaar al forse stellingnames.

Bart De Wever formuleert het in Het Nieuwsblad nochtans glashelder. N-VA laat zich niet meer opjagen, de Franstaligen moeten maar uit hun kot komen, als ze het beu zijn door centrumrechts Vlaanderen bestuurd te worden. Kortom: besturen zonder de PS is ook al een beetje staatshervorming. Et voilà.

De heersende omertà

Deze Vlaamse feestdag is een treffende illustratie van het feit dat N-VA zich schikt naar de heersende omerta. Voor sommigen blijft het een wolf in schaapsvacht, voor anderen is de wolf een getemde schoothond geworden, voor de meesten is dat niet eens relevant meer. De partij is voor veel van haar kiezers niet in eerste instantie een Vlaams-nationalistische partij. Waarom zou de partij daar dan nog alles van laten afhangen? Met België als het moet.

Het is hoogst onzeker, zelfs onwaarschijnlijk, dat dat in mei 2019 anders zal zijn. Hoe moet N-VA dan plots weer, op een geloofwaardige manier, haar communautair kleed aantrekken? Gesteld dat ze dat al wil. Andere partijen kunnen en zullen wellicht herhalen dat ze het nog steeds daarover niet willen hebben. Het feit dat N-VA dat kleed zo vakkundig en tijdig voor de verkiezingen van vorig jaar kon afgooien, bewijst evenwel dat de partij tot veel in staat is. Niets is zeker.

(Carl Devos is politoloog aan de Universiteit Gent.)
 

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen