De vele trauma's van Tunesië - Erik De Soir

Traumapsycholoog Erik De Soir was deze maand in Tunesië en logeerde in het hotel waar de aanslag is gepleegd.Hij gaf Tunesische collega's opleiding in het begeleiden van mensen met trauma's. En dat is nodig, in dat geteisterd land. De Soir begeleidt ook vandaag die collega's via Skype.
opinie
Opinie

De Tunesische revolutie, op gang gebracht door een marktkramer die zichzelf op 17 december 2010 in brand gestoken had als protest tegen het gebrek aan vrijheid tijdens de dictatuur van Ben-Ali, zorgde voor een voelbare omwenteling in een kwetsbaar land. Na jaren van progressiviteit onder president Bourguiba, vele jaren van genadeloze repressie onder Ben-Ali, die nochtans in de richting van het Westen zijn blazoen telkens weer wist op te poetsen en voor een voelbare welvaart zorgde in de Tunesische kuststeden. Maar sedert de symbolische daad van een gewone man van de straat, roerde het volk zich tegen de dictator en werd de regering ontbonden op 14 januari 2011.

De revolutie zorgde echter niet voor een uitspatting van geweld dankzij de houding van het leger dat weigerde om op de bevolking te vuren en zich aan de kant van het protest schaarde. Het politieapparaat reageerde initieel anders, volgde het bevel op om de opstand neer te slaan wat uiteindelijk toch nog voor driehonderd doden zorgde. Deze revolutie, waarbij het gebruik van sociale media een cruciale factor vervulde, werd in de hele wereld al vrij snel geromantiseerd als de ‘Arabische lente’ die in navolging van andere volksprotesten tegen genadeloze dictators verlossing en democratie zouden brengen.

Arabische ijstijd

Gisteren bleek nog maar eens overduidelijk dat de zogenaamde Arabische ‘lente’ in een aantal Arabische landen voor een ongeziene ellende zorgt. Een Arabische ijstijd wordt het. De hele Arabische wereld is in beroering en op de achtergrond doemt steeds meer het beeld van Iran als supermacht op, naast Saoedi-Arabië dat zelf de touwtjes in handen genomen heeft in Yemen. Want als het regent in Yemen, druppelt het in Saoedi-Arabië.

26 juni 2015 is een nieuw dieptepunt in een toestand die al zo broos en kwetsbaar was. De vrije meningsuiting is in Tunesië nog erg pril. Politieke centrumpartijen probeerden sedert de revolutie een nieuw soort gematigde Islam uit. De bekende toeristische kuststeden deden de voorbije periode zo hard hun best om de rol van trekpleister te blijven spelen voor het Westen. Een nodige beweging voor de straatarme bevolking in het binnenland dat jarenlang totaal verwaarloosd werd. Een armoede die amper in te beelden is en niet thuis hoort in een modern land.

Na de revolutie kende Tunesië moeilijke tijden. Toeristen bleven al veel meer weg en vele jobs gingen verloren. De reactie daarop was, bij vele eigenaars van hotelketens, de keuze voor een low budget toerisme om de toeristen te doen terugkomen. Maar dat zint een steeds groeiende radicaliserende achterban niet en vandaag werd aan dat toerisme een nieuwe genadeslag toegediend.

Tunesische dagen van de psychotraumatologie

Begin juni kreeg ik de kans om drie dagen psychotrauma opleiding te verschaffen aan Tunesische psychologen en psychiaters. Les journées tunisiennes de psychotraumatologie werden georganiseerd door het Centre de Formation Sakina – Association Psychotrauma Tunisie te Sousse. Sakina is een Arabische term met een rijk semantisch verleden die letterlijk staat voor innerlijke rust, sereniteit, kalmte en rust. De staat van sakina bereiken is een universeel ideaal in de queeste van de mens en deze toestand staat beschreven in de drie monotheïstische godsdiensten.

In de oorspronkelijke betekenis was sakina ook de toestand die jihadstrijders – na de oorlogen waarin ze hun ‘kleine Jihad’ voerden – moesten bereiken door na de terugkeer van het front de ‘grote jihad’ te voeren of de strijd met zichzelf om in de veilige omgeving van het gezin terug een toestand van innerlijke rust te hervinden. Een soort van meditatieve vrede in jezelf die beschreven staat in de Koran.

Deze notie van absolute kalmte is ook terug te vinden in de term sûkun, stilte, waarvoor het teken in de Arabische taal zich verheft boven bepaalde letters als aanwijzing dat het uitspreken ervan wordt opgeschort. Het teken in de vorm van een open cirkel wijst ook op wat er voortkomt uit de stilte. Geen rust van de ziel als er niet eerst innerlijk gezocht werd naar de juiste woorden om pijn uit te drukken.

Tenslotte heeft sakina ook nog de bijbetekenis van woning, terug te vinden in het woord maskan, de vaste plaats waar iemand verblijft, stabiliteit en vrede ervaart, een rustplek ver weg van de drukte en de beproevingen van de wereld.

Hoe cynisch is het dat deze concepten die bestaan in het Arabisch, uitgediept werden door de mystici van het Soefisme en fundamenteel zijn voor de vrome beleving van de Islam, nu net de kop worden ingedrukt in de stad die het Tunesisch psychotrauma centrum herbergt en waar toeristen sedert vele generaties de rust en de vrede aan zee komen ervaren. Ver weg van de drukke wereld, genietend van een vakantie waarvoor dikwijls lang gespaard werd en in sommige gevallen zelfs een lening werd voor afgesloten.

Psychotraumatologie in Tunesië

De doelstelling van de ‘dagen van de psychotraumatologie’ in Sousse is duidelijk: de uitbouw van een Arabische psychotrauma vereniging om eindelijk fatsoenlijk te beginnen aan de geestelijke verzorging van enkele generaties door trauma getroffenen. De sleutel hiervoor is degelijk onderwijs en scholing. Toegang tot kennis die in het Westen voor het grijpen ligt.

Het schoolsysteem in Tunesië werkt aliënerend naar de eigen cultuur toe. Vanaf het hoger middelbaar vindt het onderwijs in het Frans plaats, net als de meeste universitaire opleidingen. De wetenschappelijke terminologie is niet eens voorhanden in het literair Arabisch, dus moet er gestudeerd worden in een andere taal. Psychologen en psychiaters leren aldus vaak concepten aan, geïnspireerd op de Westerse (lees: Amerikaanse) ziektenomenclatuur, waarmee in hun eigen cultuur weinig aan te vangen valt.

De Westerse psychotherapie veronderstelt een aantal premissen die niet steeds verzoenbaar zijn met de eigen Arabische cultuur en zeker niet met het geloof. Onder de Tunesische psychologen en psychiaters is er een soms onoverbrugbaar verschil en de standpunten liggen dan ook vaak ver uit elkaar. De oudere psychologen en psychiaters kunnen alleen maar putten uit een repertorium van psychoanalytische concepten, ze houden koppig vast aan hun niet-empirische waarheid en voeren hoofdzakelijk een biomedisch model hoog in het vaandel: met een patiënt wordt alleen kort gepraat over de klachten en dan systematisch medicatie voorgeschreven. Elke symptoom vertolkt ziekte en elke patiënt/cliënt is bijgevolg ziek.

De jongere hulpverleners kennen reeds de cognitieve gedragstherapie, hebben er wetenschappelijke artikels over gelezen en zijn meer behoedzaam in hun opstelling. Nochtans werken sommigen onder hen volledig gesluierd en vraag ik me herhaaldelijk af hoe het contact tussen cliënt en behandelaar moet lopen als beiden van elkaar alleen de ogen te zien krijgen. Ik stel me de vraag hoe hun authenticiteit als psychotherapeut speelt in contact met jonge patiënten die zich totaal van het geloof afgekeerd hebben en alleen maar dromen van een vrij en comfortabel leven. Hetzelfde is waar voor de contacten tussen de collega’s psychologen/psychiaters in de groep die aan de basis staat van de vereniging voor psychotrauma in Tunesië.

Ze zijn erg in de war over hun eigen divergentie in denken en doen. De geëmancipeerde vrouwelijke collega’s hebben iets weg van vredesactivisten. Hun verschijning is een mengeling van militant opkomen voor de talrijke traumagetroffenen in hun land en het openlijk innemen van antiglobalistische standpunten. Ze kussen elkaar bij de aanvang van de lessen en roken sigaretten. Verschrikt vertelde één van hen me hoe een commandant van IS onlangs een eigen strijder aanpakte nadat hij betrapt werd op het roken van een sigaret: de jonge kerel werd in een kooi opgesloten en ze lieten hem dagenlang aan zijn lot over tot hij stierf.

Bootvluchtelingen en immigranten

Het thema dat tijdens de dagen van de psychotraumatologie voor veel discussie en verscheuring in de groep zorgt, is de thematiek van de vluchtelingen op de Middellandse zee en de aanpak daarvan door de Europese Unie. De beslissing om de boten van de mensenhandelaars te vernietigen voor vertrek wordt in Tunesië op veel negativiteit onthaald. Een jonge arts van de internationale vereniging voor migratie vertelt hoe er vanuit Lybië dagelijks een twintigtal boten vertrekken met telkens honderd vluchtelingen in.

Alleen vanuit Lybië een paar duizend per dag. Vele van die boten halen niet eens de internationale wateren en zinken. Talloze lichamen verdwijnen in de zee die een groot deel van de vluchtelingen terug doet aanspoelen. Door de plaatselijke stromingen, spoelen de lichamen bijna allemaal aan in dezelfde Lybische enclave. Het is een verschrikking voor de bevolking, sommige lichamen hebben lange tijd in de zee gelegen en zijn half opgegeten door de vissen. Eenmaal terug aan wal worden ze opgestapeld en blijven ze liggen tot grote verschrikking van de plaatselijke bevolking.

De adem stokt in mijn keel… Ik was namelijk in de les net bezig over het beheer van collectieve urgenties en had net Pukkelpop, met zijn vijf dode slachtoffers, als voorbeeld genomen. Ik besluit uit schroom dit voorbeeld niet verder te behandelen, maar met de groep een discussie te beginnen over hun ervaringen. De tongen komen los.

Drie dagen hebben ze naar mij geluisterd. Nu komt het ene verhaal achter het andere. Een jonge psychologe die voor een niet-gouvernementele organisatie werkt, vertelt hoe ze nog had getracht vijf minderjarigen de grens over te krijgen vanuit Lybië. De jongeren waren er wekenlang vastgehouden en gemarteld. Hun ouders waren vermoord. Maar… er kwam geen toelating en de vijf jongeren zijn onverrichterzake terug hun eigen land moeten intrekken en er enige tijd later omgekomen. Er volgen nog vele anekdotes over de martelingen onder het vorige regime. De bevolking staat daarom nog bijzonder weigerachtig tegenover de politie die zich een nieuw imago zoekt.

Tijdens de dictatuur onder Ben-Ali speelde het politieapparaat jarenlang mee in de onderdrukking van een bevolking die zonder enige vorm van proces gedurende jaren kon verdwijnen in de gevangenis. Hetzelfde verhaal als in elke dictatuur: willekeurig oppakken van mensen, terreur zaaien, martelen, moorden en elke vorm van protest of dissidentie genadeloos de kop indrukken.
Kan een opleiding van hulpverleners aan de getroffenen van een regime een klein stapje zijn op weg naar bevrijding en hoop, vroeg ik me na afloop af.

Het ondersteunen van zovele mensen die zich geven om de slachtoffers terug een perspectief in het leven te geven, hun slachtofferschap te erkennen vanuit een centrum dat gesubsidieerd wordt door de regering en door internationale instellingen. De droom is er, maar de realiteit is hard. De aanslag van 26 juni dompelt ook deze hulpverleners in een crisis: ofwel wordt hun droom aan stukken geslagen, ofwel is dit het moment om slachtoffers te omarmen en de psychotraumatologie in Tunesië op de kaart te zetten.

Toeristen als dieren afgeslacht

Terwijl Antwerpen binnenkort wil experimenteren met het elektrisch verdoven van schapen tijdens het offerfeest, werden toeristen op het strand als beesten afgeslacht. Een laffe daad van blind geweld. Alsof er nu een vergelding vanuit radicale en haatdragende komt voor de wijze waarop vele Europeanen nu reeds jaren hun vakantie doorbrengen in de talrijke all-inclusive hotels aan de Tunesische kust. Schoten uit een kalasjnikov die de lawaaierige animatoren, die de Westerse vrouwen op een vast vakantiedeuntje leren dansend heupwiegen, overstemmen. Maar een dodelijk geluid, gevolgd door geschreeuw, tumult en sirenes die in deze zuiverende periode van Ramadan ook de oproep tot het gebed vanop de minaretten overstemt. Een tafereel waarbij de anders zo barmhartige God afwezig bleef.

De vrees voor IS

Na deze tweede aanslag op korte tijd, zal Tunesië nog meer vrees koesteren voor IS. “Ze staan te wachten aan onze grenzen”, had de man van het koffiehuis tegenover mijn hotel me drie weken geleden toevertrouwd. Alle hoop is nu gericht op de VS, die niet erg populair zijn in dit deel van de wereld, maar na een bilateraal akkoord tussen Tunesië en de VS, lijkt de hoop op redding daar te liggen.

De ontwikkeling van een eigen samenleving, die een betrouwbare democratie kan ontwikkelen en een gezond evenwicht bereikt tussen strenge religieuze normen en vrijheid van doen en denken, zal nog een werk van lange adem zijn. Tunesië herstelt nog maar pas van jaren dictatuur. Vele gezinnen verloren nog maar pas een dierbare in een vernietigende treinramp, amper een week geleden. Ze haalde amper onze media, maar maakte toch bijna twintig doden en ruim honderd slachtoffers waarvan velen met afgerukte ledematen. De psychiaters en psychologen die nog maar pas een opleiding in psychotrauma kregen, stonden toen al voor een aartsmoeilijke taak. Voor de eerste keer in hun leven. Families bijstaan en helpen bij de identificatie. Een zorgtraject uittekenen.

Terwijl deze aanslag opnieuw in alle Vlaamse huiskamers volop binnenkomt. We kennen allemaal iemand die naar Tunesië op verlof ging. Het leed is herkenbaar en raakt ons, net op dezelfde dag dat de terreur ook in Frankrijk opnieuw toeslaat en iedereen beseft dat België weldra ook zijn deel ellende zal krijgen. Het fenomeen wordt moeilijk te stoppen. Ook voor de moslims in Vlaanderen, geen sakina tijdens de ramadan, maar bang afwachten op wat de toekomst brengen zal.

(Erik De Soir is traumatherapeut.)

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen