Hoe groen is Vlaanderen nu écht? - Lien Poelmans

BEL10 heeft het vandaag over milieu. Lien Poelmans komt vertellen hoe groen Vlaanderen is, want we horen daar veel uiteenlopende interpretaties over. Hier kunt u haar analyse lezen.
opinie
Opinie

In Vlaanderen is door de toegenomen verstedelijking de hoeveelheid open ruimte de afgelopen decennia sterk afgenomen. Eerder deze week wees een groep professoren in een opiniestuk in de krant De Standaard nog op het functionele belang van natuur en open ruimte in dichtbevolkte regio’s zoals Vlaanderen.

Economisch belang

De instandhouding van open ruimte levert namelijk allerhande maatschappelijke voordelen op. Het ter beschikking hebben van een gezonde omgeving om te bewegen en te recreëren is voor de meeste mensen heel belangrijk. Ook landbouwproductie en het laten infiltreren en bufferen van water bij hevige regenval worden door iedereen erkend als belangrijke aspecten.

Maar ook minder evidente diensten zoals het filteren van fijn stof en het opslaan van koolstof in vegetatie en bodem om klimaatwijziging tegen te gaan, zijn belangrijke redenen om open ruimte in stand te houden. Een verdere toename van de verstedelijking zorgt er mogelijk voor dat deze diensten in de toekomst niet meer in die mate kunnen geleverd worden en creëert een grotere druk op onze leefomgeving.

Vandaag?

Maar hoe staat het nu met de “open ruimte” of “groene ruimte” in Vlaanderen?

Volgens het kadaster is er in Vlaanderen een goede 950.000 hectare aan “open ruimte”. De open ruimte wordt hierbij gedefinieerd als de combinatie van landbouwland, parken, natuur- en recreatiegebieden. Andere bronnen geven gelijkaardige cijfers. Het Natuurrapport 2014 van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek rapporteert 945.000 hectare niet-urbane ruimte; de CORINE land cover databank van 2012 van het Europese Milieu Agentschap bevat iets meer dan 990.000 hectare “niet-artificiële” ruimte.

Dit is net geen 75% van de totale oppervlakte. Hiermee zit Vlaanderen in de staart van het Europese peloton. Gemiddeld gezien is de aandeel niet-artificiële ruimte in de Europese lidstaten meer dan 95%! Maar zelfs in Nederland, dat een gelijkaardige bevolkingsdichtheid als Vlaanderen kent, wordt minder dan 13% van de oppervlakte ingenomen door artificieel landgebruik. Dit enorme verschil met Nederland kan gedeeltelijk worden verklaard door de verschillende traditie in beide buurlanden inzake ruimtelijke planning. Terwijl in Vlaanderen pas sinds de komst van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen in de loop van de jaren ’90 werk werd gemaakt van een meer gedegen ruimtelijk beleid, heeft Nederland een eeuwenoude traditie in ruimtelijke ordening.

Het grootste aandeel van de open ruimte in Vlaanderen bestaat uit “landbouwgroen”: de geregistreerde landbouwgronden maken 70% uit van de totale open ruimte (ongeveer 670.000 hectare). Daarnaast wordt een redelijk grote oppervlakte ingenomen door hobby-landbouw (de zogenaamde “vertuining” en “verpaarding” van Vlaanderen). Minder dan 20% van de open ruimte wordt ingenomen door zogenaamd “natuurgroen”. Het grootste aandeel hiervan zijn bossen en in mindere mate open natuurgebieden.

Wat duidelijk is in het veld, komt ook duidelijk naar voren in de cijfers: de open ruimte is zeer ongelijk gespreid over Vlaanderen. In stedelijke omgevingen (stadskernen, maar ook dichtbebouwde gemeentekernen) is de open ruimte meestal ver te zoeken.

Bovendien is de regionale spreiding zeer ongelijk: het grootste aandeel open ruimte is terug te vinden in delen van West-Vlaanderen en Limburg; de laagste oppervlaktes in de gemeenten van de zogenaamde Vlaamse ruit (het gebied tussen de steden Antwerpen, Leuven, Brussel en Gent). Gevolg hiervan is dat een groot deel van de Vlaamse bevolking weinig tot geen open ruimte in zijn onmiddellijke omgeving heeft. Uit het Natuurrapport 2014 blijkt dat 21% van de bevolking in Vlaanderen niet beschikt over een groene ruimte op wandelafstand. Indien enkel “natuurgroen” wordt beschouwd, zijn de cijfers nog frappanter: Natuurpunt rapporteerde in 2014 dat 46% van de Vlamingen niet over een voldoende groot natuurgebied beschikken op wandelafstand.

Gisteren?

950.000 hectare, of een goede 70% van Vlaanderen, dat lijkt op het eerste zicht nog wel mee te vallen, is het niet?

Feit is echter dat we sinds 1982 meer dan 130.000 hectare aan open ruimte zijn kwijtgespeeld ten voordele van ruimte ingenomen door wonen, werken en mobiliteit. Anno 2014 is het “ruimtebeslag” in Vlaanderen zo’n 260.000 hectare. De groei van deze bebouwde ruimte was het grootst in de jaren ’85 tot ’97. In die periode groeide het ruimtebeslag aan een tempo van 12 hectare of 24 voetbalvelden per dag!

Sinds 1997 is (mede dankzij het tot stand komen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen?) de groeisnelheid wat afgenomen. Maar sinds 2002 is er opnieuw een stabilisatie opgetreden. De laatste 10 jaar groeide de bebouwde ruimte aan een gemiddelde snelheid van 6 ha/dag.

In absolute cijfers is het vooral de landbouw die het kind van de rekening is. De totale oppervlakte akkerlanden en graslanden daalde met zo’n 100.000 hectare in de periode 1982 – 2014. In relatieve cijfers echter daalde vooral de oppervlakte open natuur (-17.5%). Het gaat hierbij onder andere om moeras-, heide- en duingebieden, veelal vegetaties die deel uitmaken van de Europees te beschermen natuur in Vlaanderen.

Ook deze verdeling is ongelijk gespreid in Vlaanderen. De grootste afname situeert zich in de suburbane gordel van Brussel en Antwerpen en in en rondom de centrumsteden. Maar ook in de regio rond Keerbergen is de afname opmerkelijk: de gemeente Keerbergen verloor in een periode van 30 jaar tijd de helft van zijn gekadastreerde oppervlakte bos.

Morgen?

In opdracht van verschillende Vlaamse overheidsinstanties heeft VITO het RuimteModel Vlaanderen ontwikkeld. Dit is een landgebruiksmodel dat trends en toekomstprojecties voor Vlaanderen kan vertalen in ruimtelijke beelden. Uit dit model blijkt dat volgens een “Business-as-usual” scenario, dat uitgaat van een verderzetting van de huidige trends inzake bevolkingsgroei en het beleid uit het verleden, de open ruimte verder afneemt met zo’n 100.000 hectare tegen 2050.

Recent doorgerekende scenario’s wijzen echter uit dat het, met een gerichte verdichting van wonen en werken, ook anders kan. Indien een zogenaamde “ruimteneutrale” ontwikkeling wordt opgelegd in het model kan de verdere afname van de open ruimte worden beperkt tot minder dan 30.000 hectare tegen 2050.

Aan onze beleidsmakers om in te zetten op zulke ruimteneutrale ontwikkeling en te beslissen over de nodige maatregelen.

(Lien Poelmans werkt bij VITO (Vlaamse instelling voor Technologisch Onderzoek) op ruimtelijk-dynamische landgebruiksmodellen.)

 

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen