De mythes over onze F-16 - Roel Stynen

Gisteren werd op de luchtmachtbasis van Bevekom de F-16 in de bloemetjes gezet. Veertig jaar geleden sloten de VS en vier Europese partners een samenwerkingsakkoord voor de aanschaf en productie van de F-16-gevechtsvliegtuigen. Militairen en politici staken de loftrompet. Nu de regering moet beslissen over de vervanging van de F-16, is het tijd voor enkele kanttekeningen bij het succesverhaal.
opinie
Opinie

De Belgische luchtmacht vierde samen met internationale partners de veertigste verjaardag van het F16 Multinational Fighter Program. Dat wordt alom een succesverhaal genoemd. Dankzij de inzet van gevechtstoestellen staat België op de kaart als een betrouwbare partner in NAVO-missies en dragen we bij aan vrede en veiligheid.

Politici roemen ook de economische return voor ons land. “De aankoop van de F-16 heeft ons land netto meer opgebracht dan gekost”, klinkt het. “Als ons land niet geïnvesteerd had in de F-16, was er vandaag geen Belgische luchtvaartindustrie meer geweest.” Nu het debat over de vervanging van de F-16 woedt, moeten daar enkele kritische vragen bij gesteld worden.

Meer vrede dankzij F-16?

Droeg de inzet van onze F-16's werkelijk bij aan vrede en veiligheid? Voor de interventie in Kosovo stelde België in 1999 twaalf gevechtstoestellen ter beschikking. Europese landen lieten jaren kansen liggen om tot een geweldloze uitweg uit het conflict te komen. Toen Kosovaren steeds meer naar de wapens grepen, gesteund door de VS, reageerde Servië met grof geweld.

Twaalf weken lang bombardeerde de NAVO Servische doelwitten, officieel om mensenrechtenschendingen te stoppen. In de praktijk deed de NAVO niets om burgers te beschermen. De interventie deed het geweld in eerste instantie toenemen.

En in Afghanistan, Libië ...?

Vanaf 2006 vochten Belgische F-16's mee in de NAVO-operatie in Afghanistan. Charles-Henri Delcour, voormalig stafchef van het Belgisch leger, maakte na tien jaar oorlog een trieste balans op: “Men kan het niet echt hebben over een overwinning. Alle ingrediënten voor een burgeroorlog zijn aanwezig.” Met andere woorden: de oorlog in Afghanistan is een mislukking.

In 2011 hielpen Belgische F-16's mee het regime van Khaddafi ten val te brengen. Daarna liet de NAVO het land aan zijn lot over. Vandaag is Libië een failed state. De Amerikaanse ambassadeur in Libië omschrijft het land als “een kruispunt voor terroristen”. Met gevechtsvliegtuigen kunnen we hoogstens proberen hier en daar brandjes te blussen. Maar die militaire interventies dragen zelden bij aan onze veiligheid of aan een duurzame oplossing van conflicten.

Van F-16 naar F-35

Vanaf 2023 bereiken de F-16's hun maximaal aantal vlieguren en worden ze uit roulatie genomen. De huidige regering moet beslissen of ze al dan niet vervangen worden. Een uitgemaakte zaak, als je het regeerakkoord erop naleest. Nog voor er een strategische visie op de toekomst van ons leger is, staat de vervanging van de F-16 daarin al verankerd. Dat zal veel geld kosten: zo'n zes miljard voor de aankoop van veertig gevechtstoestellen, en daarbij nog eens miljarden voor inzet, upgrades en onderhoud. (Ter vergelijking: het Nederlandse ministerie van Defensie rekent op meer dan 12 miljard euro voor aankoop en exploitatie van 37 F-35's.)

Om de miljardenaankoop te verantwoorden, beloven onze politici economische return en tewerkstelling. Ook de lobbyisten van de luchtvaartsector zwaaien met terugverdieneffecten. De vergelijking met de F-16 komt hen daarbij mooi uit. Maar houdt die vergelijking steek? De F-16 was een onverwacht succes. Uiteindelijk werden er zo'n 4500 stuks van geproduceerd, een cijfer waar producent Lockheed Martin nooit van had durven dromen. De mogelijke opvolger van de F-16 zal nooit zo'n oplage halen. België kocht indertijd 160 F-16's. Van de eventuele vervangers zullen we er hooguit veertig bestellen. Vergelijk met Nederland, dat mee de Joint Strike Fighter ontwikkelde: aanvankelijk was daar sprake van 85 toestellen, nu is de bestelling teruggeschroefd tot 37.

Te laat

Daarnaast zijn er meer fundamentele redenen waarom nieuwe gevechtsvliegtuigen zichzelf niet terugverdienen. België is eenvoudigweg te laat om nog van aanzienlijke terugverdieneffecten te profiteren. De toestellen die de F-16's zouden kunnen vervangen, staan al in een ver stadium van ontwikkeling. Daardoor heeft de industrie de 'return on investment' verbonden aan de eerste fasen van de ontwikkeling al misgelopen. De koek is al verdeeld.

Ten slotte zijn vliegtuigproducenten vandaag veel minder geneigd om technologie en knowhow te delen met de onderaannemers. Zelfs de landen die – in tegenstelling tot België - mee in het ontwikkelingsprogramma voor de Joint Strike Fighter stapten, klagen daarover. Het Nederlandse Centraal Planbureau keek in 2009 kritisch naar de beloofde tewerkstelling die de JSF zou creëren en liet aan duidelijkheid niet te wensen over: “De totale werkgelegenheid in Nederland zal waarschijnlijk niet toenemen door het JSF-programma.” Er is geen enkele reden waarom België, dat een eventuele opvolger 'off the shelf' zal kopen, meer uit de brand kan slepen.

Omgekeerde beslissing

De vervanging van de F-16's staat in het regeerakkoord, nog vóór er een langetermijnvisie op de toekomst van Defensie ontwikkeld is. Waarvoor de toestellen moeten dienen, waar ze ingezet moeten worden en voor welke taken, blijft voorlopig een raadsel. Toch houdt de voltallige regering vol dat de nieuwe gevechtsvliegtuigen er hoe dan ook moeten komen.

Die omgekeerde volgorde van beslissen toont een gevaarlijk gebrek aan visie. Waar gaan we het geld voor nieuwe gevechtsvliegtuigen vandaan halen? Politici blijven ons het antwoord schuldig. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat slechts één op de vier Belgen voorstander is van de vervanging van de F-16. Dat bleek uit een opinieonderzoek door de Universiteit Antwerpen. Voor nieuwe gevechtsvliegtuigen is er geen draagvlak, geen geld en geen strategische visie. De beste investering is afzien van de vervanging van de F-16.

(Roel Stynen werkt bij Vredesactie.)

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen