Europa en het bloed in uw smartphone - Wies Willems

Half mei stemt het Europees Parlement over wetgeving rond zogenaamde ‘conflictmineralen’. Europa wil ervoor zorgen dat bedrijven de grondstoffen voor uw laptop, smartphone, juwelen of auto op een verantwoorde manier importeren. Helaas is het huidige wetsvoorstel van de Europese Commissie een tandeloze tekst. Steken onze Europarlementairen de komende weken hun nek uit voor strengere regulering?
opinie
Opinie

Het probleem is gekend, maar daarom niet minder urgent. In landen die rijk zijn aan grondstoffen, zoals de Democratische Republiek Congo, maar ook bijvoorbeeld Myanmar en Colombia, vormen de ontginning en handel van mineralen vaak een belangrijke geldstroom voor gewapende milities, ordediensten of (para)militaire groepen – cruciale spelers in dodelijke conflicten. Volgens de ngo Global Witness zijn vandaag wereldwijd meer dan 9 miljoen mensen op de vlucht voor dergelijke conflicten. Onlangs berekende het VN-Milieuagentschap nog dat in de Democratische Republiek Congo grondstoffen ter waarde van een miljard dollar per jaar de brandstof vormen voor het aanhoudende geweld.

Die grondstoffen komen terecht in alledaagse producten, ook op de Europese markt. In maart vorig jaar lanceerde de Europese Commissie een wetsvoorstel om de handel in deze ‘conflictmineralen’ aan banden te leggen. De regelgeving moet zorgen voor een meer gecontroleerde toevoer van grondstoffen door Europese bedrijven. Half mei wordt de tekst voorgelegd aan de plenaire vergadering van het Europees Parlement, na veel debat en amendering binnen verschillende parlementaire comités.

Vrijwillig werkt niet

Dat Europa werk wil maken van regelgeving, is natuurlijk een goede zaak. Maar het huidige voorstel van de Europese Commissie is ronduit te zwak. Ten eerste beperkt het zich tot slechts vier mineralen: wolfraam, tin, tantalium en goud. De EU neemt weliswaar bijna een kwart van de wereldwijde handel in deze grondstoffen voor haar rekening, en regelgeving voor een handjevol mineralen zou je een begin kunnen noemen. Maar andere belangrijke grondstoffen die een rol spelen in conflicten wereldwijd, zoals jade, diamanten en koper, worden volledig ontzien. Om echt impact te hebben op getroffen bevolkingsgroepen, is regulering nodig van de handel in álle mineralen uit conflictgebieden.

Daarnaast zou de wetgeving volledig vrijblijvend zijn. De Commissie wil een ‘vrijwillig systeem voor zelfcertificering’ in het leven roepen. Europese importeurs van wolfraam, tin, tantalium en goud kunnen optioneel intekenen op dat systeem, en op die manier aantonen dat ze alleen maar ‘propere’ mineralen invoeren. De Commissie rekent hier wel heel erg op de goodwill van bedrijven. Zonder bindende mechanismen dreigt de wetgeving dan ook niet meer dan window dressing te worden.

Tot slot heeft het huidige wetsvoorstel betrekking op slechts 0,05 procent van alle bedrijven (300 à 400 bedrijven) die de vier mineralen gebruiken en verhandelen in de EU, vooral directe importeurs van ruwe grondstoffen (zoals smelters). Europese importeurs van eindproducten die conflictmineralen bevatten (bijvoorbeeld smartphones geproduceerd in China), blijven buiten schot. De effectieve impact van de wetgeving op de bevoorradingsketens zou hierdoor erg beperkt zijn. Pak dus ook onrechtstreekse importeurs van grondstoffen aan, als je de Europese consument ernstige garanties wil geven op conflictvrije producten.

Unieke kans

De komende weken en maanden zijn cruciaal om bredere én bindende wetgeving af te dwingen van de EU. Een sterk signaal van het Parlement is van groot belang voor de verdere onderhandelingen over het wetsvoorstel met de Europese Commissie en de Raad van de Europese Unie. Onze volksvertegenwoordigers mogen deze unieke kans niet missen. Het wereldwijde menselijke leed als gevolg van grondstoffenontginning, is een globale politieke verantwoordelijkheid.

Eerder riepen meer dan 130 bisschoppen wereldwijd in een open brief al op om werk te maken van ambitieuzere wetgeving, net als meer dan twintig betrokken investeerders. Ook de Congolese gynaecoloog en mensenrechtenactivist Denis Mukwege, in 2014 laureaat van de Sakharovprijs, benadrukte in zijn speech voor het Europees Parlement het belang van bindende wetgeving voor alle betrokken bedrijven. Zijn standpunt verscheen op 22 april ook in de New York Times.

Luisteren onze Europarlementsleden naar deze luide morele oproep van de betrokken partijen? Is het hen menens met het bestrijden van mensenrechtenschendingen en vragen ze reële garanties op ethische producten voor de Europese consument? Of zwichten ze voor de lobby van corporate Europe?

(Wies Willems is beleidsmedewerker natuurlijke rijkdommen bij Broederlijk Delen.)

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen