"Pfff, zwijg nu toch over die oorlog" - Sis van Eeckhout

Ach die oorlog. Altijd weer die oorlog, altijd weer die verdomde oorlog en die concentratiekampen…We weten het nu zo langzamerhand wel… Wordt het zeventig jaar na datum geen tijd om de pagina te draaien, het hoofdstuk af te ronden, het boek te sluiten? Tijd om het verleden achter ons te laten, de doden eindelijk te laten rusten? Tijd om alleen maar vooruit te kijken, niet langer erfelijk belast met de donkere schaduwen van een voorbije eeuw, maar onbevangen en vrank de toekomst tegemoet?
opinie
Opinie

Een inspirerende en hoopgevende gedachte, toch? Dr. Albert Schweitzer – wie kent hem nog ? – wist het vele decennia geleden reeds: ‘Geluk bestaat uit een goede gezondheid en een slecht geheugen.
En inderdaad. Ik heb het mijn vader meer dan eens horen zeggen. En hij schreef het ook in het nawoord van zijn zo vaak herdrukte en vertaalde kamproman ‘Zo was het in Dachau’: “Hoe graag had ik na de oorlog de deur van Dachau achter me dicht gedaan? Hoe graag had ik als 23 jarige een streep getrokken onder het hoofdstuk Dachau? Het is me niet gelukt. De deur bleef open. En ik geloof eerlijk dat het mijn plicht is om zoveel mogelijk mensen door die open deur naar binnen te laten kijken. Opdat er later voor hén geen deur zou zijn die ze niet meer dicht krijgen…”

Den Toten zur Ehr, den Lebenden zur Mahnung”. Om de doden te eren, de levenden te waarschuwen. Deze woorden staan gebeiteld in de sokkel van ‘De Onbekende Gevangene’, het beeld van kunstenaar Friz Koelle, naast de crematoria van concentratiekamp Dachau. Een beklijvend citaat dat ook treffend de geest van het ‘Boek der Kampen’ weerspiegelt, het documentaire naslagwerk van Ludo van Eck/ Ludo van Eeckhout, mijn vader.

Zijn leven lang droeg Ludo van Eeckhout (1922/1991) als overlevende van Dachau de missie mee dat hij moest getuigen én waarschuwen. "Wanneer wij (politiek gevangenen) er niet meer zijn, wie zal het dan onze kinderen, klein- en achterkleinkinderen vertellen? Wie zal aan de komende generaties vertellen wat gisteren gebeurd is en wat morgen opnieuw kan en zàl gebeuren…"

De poorten naar de hel

Zeventig jaar geleden stortte het Duizendjarig Rijk in volslagen chaos in mekaar, nauwelijks twaalf jaar nadat bij München, in Dachau het eerste nazi concentratiekamp werd opgericht. Nauwelijks twaalf jaar, maar een dramatische eeuwigheid die miljoenen mensen het leven kostte en een wereld achterliet die voor altijd zijn onschuld had verloren. Het einde van de oorlog in Europa maakte zelfs geen einde aan de miserie, de wanhoop, het verdriet om zoveel vaders, moeders, kinderen, broers en zussen, vrienden, buren, collega’s en wapenbroeders die het inferno niet overleefden. Of die voor altijd getekend zouden blijven.

In de vroege lente van 1945 werden de laatste concentratiekampen bevrijd en gingen de poorten open van een wereld die niemand zich had durven of kunnen voorstellen. Plots kon men een glimp opvangen van de hel en kregen voorheen onbekende oorden een sinistere en dodelijke klank. Dachau, Mauthausen, Ravensbrück, Majdanek, Buchenwald, Breendonk, Westerbork, Bergen-Belsen, Sachsenhausen, Dora, Sobibor, Treblinka, Flossenburg, Auschwitz-Birkenau…Onschuldige plaatsnamen die voortaan zouden gepreveld worden als een gebed of een vloek. Hier werden tussen 1933 en 1945 miljoenen mensen, mannen, vrouwen én kinderen geknecht, vernederd, mishandeld, uitgehongerd. Ze werden doodgeschoten, doodgemarteld, doodgeslagen, vergast of opgehangen.

Joden omdat ze Jood waren, zigeuners omdat ze zigeuner waren, Jehova’s Getuigen omdat ze Jehova’s Getuigen waren, homofielen omdat ze homofiel waren. Voor geen van hen was er plaats in de ideale nazi staat. Bovendien, en dat wordt wel eens vergeten, werden ook honderdduizenden (!) politiek gevangenen naar de kampen gedeporteerd.

Mannen en vrouwen met een eindeloze diversiteit aan nationaliteit, huidskleur, leeftijd, beroep, sociale en culturele achtergrond, religieuze en politieke overtuiging. Maar met één eigenschap gemeen: de overtuiging om ‘neen’ te zeggen aan een regime dat gegrondvest was op oorlog, terreur, fanatisme, racisme en grootheidswaanzin. Sommigen hadden de wapens opgenomen tegen de bezetter, anderen hadden meegewerkt aan een clandestiene krant of pamflet, een slogan op een muur geschilderd, een geallieerde piloot geholpen, een joods gezin verstopt, een werkweigeraar onderdak of een kom soep gegeven. Of alleen maar een onvertogen woord gesproken…

'De Getekenden'

Mijn moeder overleefde Ravensbrück en Mauthausen, mijn vader Dachau. Eind 1940 werden ze - onafhankelijk van mekaar - lid van dezelfde Belgische verzetsgroep. Verzetslui van het eerste uur. In maart ’44 werden ze opgepakt en gedeporteerd. Na de oorlog werden Ludo en Myette man en vrouw en midden 1947 werd hen een zoon geboren.

Ik kreeg de naam van mijn grootvader Frans van Eeckhout, die op Witte Donderdag 1945 stierf in concentratiekamp Flossenburg. Als tweede voornaam kreeg ik de naam van Calixte Misotten mee, trouwe vriend en verzetsbroeder van mijn ouders. Calixte stierf in Dachau. De tol in mijn vaders familie- en vriendenkring was nauwelijks te overzien. Zijn vader - mijn grootvader - stierf in Flossenburg, vriend Calixte in Dachau, oom Emiel in Buchenwald, tante Marieke in Bergen-Belsen. Vele vrienden uit het verzet bleven achter in diverse concentratiekampen.

Begin jaren ’60 begon mijn vader, zoals in zijn jonger jaren, opnieuw te schrijven. Detective- en andere verhalen onder tientallen pseudoniemen. Maar met ‘De Getekenden’ leverde hij als Ludo van Eck ook zijn eerste voldragen concentratieroman af. Gebaseerd op de gruwel van Auschwitz. ‘De Getekenden’ kende een bijzonder succes, kreeg lovende recensies, werd meerdere keren heruitgegeven en vertaald, onder meer in het Russisch. Nadien volgde ‘De Bloedstraat’ over het Getto van Warschau en nog een tiental andere, sterk gedocumenteerde romans over de kampen.

Zo breidde hij ook stelselmatig zijn archief uit en groeide het voornemen om een naslagwerk samen te stellen met de geschiedenis van alle nazi-kampen. Met foto’s van toen en nu, met plattegronden, met cijfers en getuigenissen…Een heikele, en eigenlijk onmogelijke opgave voor één man, zonder researchteam, die nooit had leren foto’s nemen. De kampen lagen verspreid over Europa, van vele kampen was nauwelijks wat bekend, kamparchieven bleven vaak hermetisch gesloten. Maar over één ding beschikte mijn ouwe heer wel degelijk: over de onstuitbare wil om de komende generaties te tonen wat de nazi’s hadden aangericht. Tonen hoe en wat de kampen waren geweest, tot wat massahysterie, fanatisme en racisme konden leiden.

Van kamp naar kamp

Als vlegel van nauwelijks 22 jaar trok ik drie zomermaanden lang met mijn vader door Europa, van concentratiekamp naar concentratiekamp. Ik had me mijn grote vakantie wel even anders voorgesteld, maar wat moest, moest. Ik ben er nog immer dankbaar voor.

Eind juni 1969 begon onze expeditie door Europa, eind september waren weer thuis. Amper een week te laat voor het begin van een nieuw academiejaar. Maar een jaar later lag het ‘Boek der Kampen’ in de boekhandel. Er zouden in de loop der jaren elf herdrukken bij drie uitgeverijen én een Franse uitgave volgen. Een Nederlands blad schreef: ‘Het Boek der Kampen zou zoals de Bijbel een plaats in elk gezin moeten krijgen…’. Een citaat dat mijn vader - als absolute vrijdenker - danig beviel.

Onlangs was ik met mijn kinderen andermaal in Dachau. De oude barakken zijn verdwenen, maar het poortgebouw met het cynische opschrift ‘Arbeid Macht Frei’ staat er nog steeds. Net zoals de wachttorens, de prikkeldraad, de crematoria, de stenen SS-gebouwen, zelfs de oorspronkelijke populieren die de hoofdstraat afzoomden. En er waren ook heel jonge en minder jonge mensen. Van vele nationaliteiten, maar vooral Duitsers. Groepen schoolkinderen ook. Ingetogen, ontroerd vaak. Ze leken door hun leerkrachten goed voorbereid. Zou dat ook in ons land het geval zijn?

Eind januari – een kwarteeuw na de laatst verschenen editie - verscheen bij Uitgeverij Manteau een volledig vernieuwde, eigentijdse uitgave van het ‘Boek der Kampen’. Met honderden nieuwe (kleur)foto’s, met nieuwe gegevens, met nieuwe kampplannen. Want nog elke dag komen weer nieuwe feiten aan het licht. Zo speurt er In het Poolse Sobibor bijvoorbeeld een internationaal team van ‘kz-archeologen’ in de ondergrond van het kamp. Sobibor werd toen het Rode Leger oprukte, door de nazi’s compleet verwoest. Maar de ondergrond konden zij niet uitwissen. Die geeft vandaag miljoenen sporen vrij, onder meer de leidingen die naar de gaskamers voerden…

Eresaluut

Laat het vernieuwde Boek een herinnering en een groet zijn aan hen die in de kampen achterbleven, aan hen die terugkeerden en later van ons heengingen, aan de laatste getuigen die nog in ons midden zijn. Een boek om de doden te eren en de levenden te waarschuwen. Vandaag méér dan ooit. Laat het ook een eresaluut zijn aan mijn vader, aan Ludo van Eeckhout/ Ludo van Eck. En een herinnering aan de idealen waar hij en zijn makkers voor stonden.

Want de herinnering leeft. Net zoals er – haast uit het niet – een hernieuwde belangstelling is gegroeid voor de Eerste Wereldoorlog, zo komt ook de Tweede Wereldoorlog weer manifest in beeld. Laten we de blik niet afwenden. Laten we de blik niet afwenden van de slachtoffers en ook niet van de gruwel. Uit het verzwijgen van het kwaad, is nog nooit iets goeds voortgekomen.

Sis van Eeckhout. Het vernieuwde ‘Boek der Kampen’ verscheen eind januari, stond permanent in de Top Tien van best verkochte non-fictie boeken. Uitgeverij Manteau bereidt een tweede druk voor.)

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen