Alsof verkrachting je eigen schuld is

Vorige week stierf een man. Hij was een publiek figuur, en er werd in de pers nogal breeduit de link gelegd met een zedenklacht. Eveneens vorige week postte een decaan een status op Facebook. Beide mannen waren blijkbaar vrienden, de decaan zei achteraf dat hij in een vlaag van emotie en privé postte. Privé, want Facebook is net een fumoir waar je meningen spuit onder de vrienden. Duizenden vrienden weliswaar, dus eerder de privé van een enorme aula. Nu, die emotie is wél geldig. Een rouwend mens kan uitglijden in emotie, zeker als een sterfgeval uitvergroot en verre van netjes door pers en sociale media wordt gesleurd. Maar welke emotie dan?
opinie
Opinie
vide

Alsof de feiten een fabel waren

Met deze status was veel mis. De decaan noemde “de vrouwen” een zwakheid, als een pint of een blik kaviaar, een voorwerp dat je in een onbewaakt moment overdadig gebruikt zonder op haar acht te slaan. Die uitspraak vervaagt ook de lijn tussen don Juanschap en seksuele agressie; de zedenklacht ging over het laatste. Hij gaf de vrouw de “raad” om eerder naar de politie te stappen, niet drie jaar later – een passief-agressieve uitspraak met de insinuatie dat de feiten een fabel waren.

Het is goed mogelijk dat de overledene geen blaam treft. Heel veel mensen beschuldigden hem nog voor de rechtsgang. Dat kan je niet maken. Zelfs bij eventuele veroordeling getuigt een volkstribunaal van slechte smaak, en soms van een samenleving vol verborgen agressie of andere morele onpluisheid.

Evengoed is het onkies om de professor op sociale media na te jagen om zijn mening. Als hem persoonlijk iets te verwijten valt, mag dat worden aangekaart, maar een ontslag eisen om een mening is heftig en past in een zondenbokcultuur die slachtoffert en doet alsof dat je maatschappij witwast.

Is het dan nog een uitschuiver?

Maar zijn mening doet er wel toe. Enerzijds omdat hij decaan is, anderzijds omdat ze symptomatisch is. Een verdachte heeft rechten, een mogelijk slachtoffer ook. Misschien ken je een beschuldigde als toffe peer of aardige nonkel. Veel onschuldigen zijn zo'n man of vrouw, veel daders evengoed. Ook een mogelijk slachtoffer hoort niemand (semi-)publiek te beschimpen of in twijfel te trekken.

Dat de professor de verdachte bovendien de les leest met mansplaining tussen neus en lippen door en even uitlegt hoe je verkrachting hoort aan te geven, graaft de misogynie van zijn uitspraak nog dieper in. Is dat nog een uitschuiver uit rouw te noemen?

Dat de professor decaan is aan de faculteit psychologie en educatiewetenschappen – waar je voorzichtigheid verwacht rond elk delict, zeker een delicaat als seksuele overschrijding, én een faculteit propvol jonge vrouwen – maakt dit een onprettige machtspost, semi-privé of niet.

Kennissen merkten tegen me op: in zo'n klimaat ben ik blij dat ik nooit aangifte deed van wat mij overkwam. En eerlijk gezegd ben ik dat op zo'n moment ook.

Is verkrachting nooit verkrachting als je ze niet aangeeft? Naar schatting 5 à 15% van alle slachtoffers dient na verkrachting een klacht in. Tot 95% van alle verkrachtingen wordt dus nooit aangegeven. Van alle misdaden wordt aangifte van zedendelicten het meest betwijfeld, al doet onderzoek vermoeden dat er zeer weinig valse aangiftes worden gedaan.

Mijn eigen verhaal

Ik kende deze statistieken niet toen ik verkracht was, wel hun teneur. Ik was een jonge vrouw die gestudeerd had in een goede job met toekomst. Ik was laat in seks – ik wou het prettig hebben en wachtte af. Na een korte periode van misbruik die niet goed was opgevangen, had ik diepgaande therapie gezocht. Niemand merkte dit aan mij. Ik was een hoogvlieger, had privé een paar kippen te pluimen, was redelijk gelukkig. Gewoon een twintiger.

Na een eerste vriendje had ik iets dat nu “het is ingewikkeld” zou heten. Ik had met deze man een afspraak. Hij ging snel. Hij oefende macht op me uit zoals die ander ooit had gedaan. Ik verstijfde, zoals toen. Ik wilde niet, dat was hem heel duidelijk. Ik was bang dat andere dingen zouden gebeuren en ik niet meer buiten zou stappen – ik weet niet precies waarvoor, maar ik was erg bang, inwendig panisch.

Ik probeerde uit alle macht mijn lichaam onder controle te houden, niet te gillen of anders extreem te reageren, uit vrees dat dat het erger zou maken. Dus ik bevroor. Uiteindelijk smeekte ik met enorme herhaling af dat hij een condoom gebruikte. Het was een warme zomer en hij zweette. Het deed pijn.

Ik stapte buiten en dacht: dit hoeft niemand te weten. Niemand weet dat dit schrijnt. Ik doe alsof dit niet gebeurd is. Ik stapte in mijn auto en stortte onderweg in. Ik belde Tele-Onthaal. Ik legde de situatie uit en zei dat ik niet wist wat te doen.

We praatten de lange rit tot thuis. Bijna thuis vroeg de vrijwilligster “hoe voel je je nu?”, ik zei “Ik voel me vies”, en dat ik enorm zin had in een douche. Ze zei dat ik dat kon doen. Dan is het bewijs weg, zei ik, en dat ik wel niet goed durfde aangifte doen. Ik had gehoord van achterdocht, vragen bij vriendinnen naar wat ze droegen en hoe het ging, dat ik dat niet ook nog kon hebben, niet wou.

Maar ik kon het toch niet laten gaan? Toen zei de vrijwilligster dat het “toch ook niet echt verkrachting was, hé?” Ik was tenslotte zelf binnen gegaan? En ik had niet gevochten? Ik herinner me het gevoel, alsof mijn maag kopje duikelde tot in mijn baarmoeder en naar boven tolde. Ik zei nog dat hij wist dat ik niet wilde. Ze suste me. Ik denk dat ze “jaja” zei, zeker weet ik het niet meer. Ik weet nog dat ze moederlijk klonk, alsof ze een kind troostte waarvan ze vindt dat het nu wel genoeg heeft geweend om een onnozel pijntje.

Toen zei ze “ga nu maar douchen, hé?” Ook dat klonk moederlijk. En ik douchte het bewijs weg. Ik weet nog dat ik dat dacht. Ik keek naar beneden, terwijl ik mijn lichaam afspoelde en ik schrobde, ik keek naar het afvoerputje en dacht: daar gaat het bewijs.

Alsof er niets gebeurd was

Ik deed alsof er niets gebeurd was. Ik sliep met mijn vriendje, het voelde troostend. Twee dagen later stortte ik weer in, belde hem en vertelde wat gebeurd was. Hij werd boos paniekerig over seksueel overdraagbare ziekten. Ik verzekerde uitgebreid dat hij niets kon hebben gekregen van wat er gebeurd was en wat wij hadden gedaan. Hij weigerde te geloven dat een verkrachter een condoom zou gebruiken.

Dat was de tweede reactie die ik niet zag aankomen. Ik dacht dat mensen alleen in films zo op verkrachting reageerden. Een paar jaar nadien zag ik de man op een event. Hij praatte lachend met een machtig man, die ik herkende. Misschien waren ze vrienden. Ik dacht nog: niemand van die mensen vermoedt dat die man verkracht heeft. Ik staarde naar hem van op afstand, met dat gevoel van konijn in een lichtbak dat ik herkende van toen. En hij keek op, naar mij. Ik zag in zijn ogen de schrik, zijn lichaamshouding alsof hij ervandoor wilde gaan. Hij herkende me, zag ik, en hij wist duidelijk dat hij me had verkracht. Daaraan had ik jaren getwijfeld, zie je, na die telefoon.

Ik rukte me los uit de angst, vluchtte naar een vriend die daar was. Zijn reactie, gelukkig, voelde als een warme, beschermende deken. Mede door dit soort rustige, kalme, meelevende, beschermende reacties herwin je na seksueel geweld geloof en normaal gedrag in relaties en intimiteit.

Veel vrouwen hebben een verhaal als het mijne

Nu, jaren later, is mijn hoofd al typend warm, mijn spieren gespannen, mijn buik een gat en mijn hart bonst, bonst, bonst uit mijn lijf. Die momenten zijn weer vlak bij me.

Veel vrouwen die u kent hebben een verhaal als dit. We zwijgen vaak, ook onderling. Maar een verhaal dat begint met “toen ik werd verkracht”, wordt vaak met begrip, en een zelfde introzin beantwoord. Wij doen massaal geen aangifte, omdat reacties zoals van de professor maatschappelijk vaak uitgedrukt worden (ook door vrouwen), het justitioneel systeem er zelden iets aan doet, en omdat zelfs dan veroordeling een verkrachting niet ongedaan maakt, maar ze door - hoe je een slachtoffer behandelt - wel ettelijke keren kan worden overgedaan.

Ik hoef geen wraak. Kon ik beletten dat die man na mij niet meer verkrachtte? Soms vraag ik me dat af. Ik vreesde weer door de mangel te worden gehaald. Ik kon mezelf nauwelijks staande houden nadien en zelfs wie ik in vertrouwen nam, respecteerde mijn privacy slecht en stelde rare vragen. Als zelfs vertrouwden onhandig, wreed, onachtzaam, raar reageren, waarom zou politie of gerecht met zijn vreemde geruchten rond verkrachtingsaangiften, beter doen?

Kan een aangifte die jou mogelijk dieper duwt en wellicht op niets uitloopt, iemand helpen? Ik weet niet wat in deze actuele zaak is gebeurd of niet, maar kan me goed voorstellen dat een mens nìet meteen aangifte doet. Een verkrachting is geen formaliteit zoals een onterecht uitgeschreven parkeerbon.

Ik ga zijn rekening niet maken

Ik las de uitspraak van die professor, die ik evenmin kende, en bedacht dat rare dingen die trieste mensen zeggen, zelden zo misogyn zijn. Mag je in triestheid mogelijke slachtoffers aanvallen? Geeft rouw het recht om rechtsgang voor te willen zijn, zelfs als die er nooit komt? De hetze loopt al de spuigaten uit, ik ga zijn rekening niet maken.

Hij reflecteert een klimaat waarin aangifte om slagen en verwondingen serieus wordt genomen, en eentje tot verkrachting bijna per definitie betwijfeld. Moeten onze moeders, zussen, dochters onder dat idee leven: dat verkrachting onbestaand, onterecht, nooit gebeurd is als je geen aangifte doet? Dat vrouwen die dingen wellicht uitvinden?

Ik vind het vreselijk dat deze maatschappelijke houding nog zo actueel is. Ik had nooit tot geen aangifte doen omgepraat moeten worden door een hulpverlener. Nooit had mijn omgeving me zo aan mezelf mogen doen twijfelen.

Maar praktisch gezien geef ik mezelf gelijk. In dit klimaat vond ik de minst beschadigende beslissing om de aangifte te laten. Dat was de enige zet die me als verkrachtingsslachtoffer, groot wild in dit standaard wantrouwende klimaat, een béétje beschermde. Dat hoort niet.

Dit was “maar” een Facebookstatus, en hij bedekt een enorme maatschappelijke wantoestand. We neuzen in de zaak-Stevaert rond alsof wij een bende straathonden zijn. Laat er één constructief punt uitkomen. Want het is tijd voor een diepgaande, serene discussie over hoe we slachtoffers van verkrachting en wie een klacht indient, behandelen binnen en buiten het rechtssysteem. Van politie tot recherche en rechter, van professor tot naaste en sociale bekvechters.

U en ik maken verschil. U en ik scheppen een klimaat. U en ik zijn verantwoordelijk.

(De auteur wenst anoniem te blijven. Haar naam is bekend bij de moderator.)

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen