Moet Roodkapje bang zijn voor de wolf? - Hendrik Schoukens

Vorige zaterdag schudde Ja van der Aa uit Drenthe nog meewarig het hoofd toen hij zijn 5-jarig dochtertje hoorde roepen: "Kijk papa, daar loopt een wolf!". Bij nader inzien bleek zijn dochtertje het bij het rechte eind te hebben. De rest is ondertussen geschiedenis. Nederland is in de ban van de terugkeer van de wolf. Door de uitgebreide media-aandacht kreeg de comeback van Ysengrijn haast het karakter van een klopjacht. Meteen werd echter ook geopperd om het dier te verdoven en te vangen.
opinie
Opinie
Bart Van Leuven

Ook Vlaanderen ontsnapte niet aan het mediacircus. Met stijgend ongeloof keken ook wij, Vlamingen én Belgen, naar het filmpje waarin de fors uit de kluiten gewassen wolf doodgemoedereerd over het fietspad in een Groningse woonwijk liep. De verrassend weinig schuwe wolf heeft ondertussen het hazenpad gekozen en bevindt zich alweer in Duitsland. Niettemin blijven ook wij beneden de Moerdijk met prangende vragen zitten. Was ons niet verteld dat wolven mensenschuw zijn en ’s nachts op reeën jaren in het bos?

Polder- en verkavelingswolf

Oog in oog met de wolf: het leek lange tijd een twijfelachtig voorrecht van bange kinderharten die hopeloos verdwaald waren in een boze nachtmerrie. De ervaring met de Nederlandse polderwolf illustreerde echter dat ook wij hier in Vlaanderen vroeg of laat aan de beurt zijn. Wie herinnert zich immers niet de eerste filmopnames van die wolf in het Waalse Gedinne?

Het lijkt haast een misplaatst anachronisme: een wilde wolf op ontdekkingstocht doorheen ons bij uitstek kunstmatige Vlaamse verkavelingslandschap. Net nu we dachten de natuur volledig te beheersen, geven bepaalde cultuurvolgers, zoals de wolf, blijk van een verrassend groot adaptievermogen. De comeback van de wolf doet ons ongemakkelijk voelen. Moeten wij de deur sluiten voor dit tot de verbeelding sprekende roofdier? En wat zegt onze reactie eigenlijk over onze eigen diersoort, de mens?

Voorbij de waan van de dag

De terugkeer van de toppredator naar onze contreien mag verrassend klinken, onder ecologen doet het nauwelijks nog de wenkbrauwen fronsen. Het is immers de resultante een herkolonisatiegolf die reeds enkele decennia in Oost-Europa is ingezet. Gesteund door striktere Europese en nationale beschermingsregels – lees: minder bejaging – zette de wolf medio jaren negentig zijn remonte in. De wolf heeft overigens helemaal géén ongerepte wildernis nodig. In 2013 werden er ook de eerste beelden gemaakt van wolvenwelpen in dichtbevolkte delen van West-Duitsland. Ook Denemarken is ondertussen wolvengebied. De wolf is duidelijk here to stay. Solitaire wolven hadden zich ondertussen reeds op een tweehonderdtal kilometers van de Nederlands-Belgische grens gevestigd. In Frankrijk is de wolf evenzeer aan een remonte bezig. We lijken in een tangbeweging te zitten.

Het leek dan ook slechts een kwestie van enkele jaren vooraleer een zwervende jonge wolf het voorbij de Nederlandse grens zou wagen. Wolven zijn langeafstandlopers die hun gelijke niet kennen. Ook onze jonge (verliefde?) polderwolf bleek over een méér dan gezond paar longen te beschikken. Op enkele dagen tijd doorkruiste hij niet minder dan twee Nederlandse provincies vooraleer, met de staart tussen de benen, terug naar Duitsland af te druipen. Wanneer de jachtdruk wegvalt lijken vooral jonge wolven er géén graten in te zien om ook overdag hun zwerftochten verder te zetten langs wegen en doorheen woonwijken en industrieterreinen. In het Roemeense Brasov zijn meldingen van wolven bekend die zich zonder verpinken door de ochtendspits wurmen.

Ecologisch herstel

Ook Vlaanderen kan zich in de toekomst verwachten aan zwervende wolven. Het is niet de vraag of maar wanneer. Het lijkt niet ondenkbaar dat zich binnen een tiental jaar ook enkele wolvenfamilies huizen in de Ardense wouden, wat de kans op zwervende jonge wolven ook binnen Vlaanderen exponentieel zou doen toenemen. Nu de wolf een Europees beschermde diersoort is, is het bovendien niet mogelijk om de grenzen te sluiten voor de wolf. Als er zich binnen een tiental jaar enkele roedels wolven zouden vestigen in het zuiden van ons land dan zijn wij verplicht deze soort in stand te houden.

Dit vormt niet alleen een juridische verplichting. Het getuigt ook van ‘common sense’. De wolf is immers heus geen invasieve soort. Dat wij het niet meer gewend zijn om de wolf als deel van ons ecosysteem te beschouwen, zegt meer over de grote impact van onze soort op het leefmilieu dan over de wolf. In ons natuurbeleid zetten we overigens reeds jarenlang in op het herstel van de natuur die de voorbije eeuw(en) teloor is gegaan. Denken we maar aan het herstel van verdwenen heidevegetatie en veengebieden. Eerder onderzoek toont net dat het wegnemen van toppredatoren een heel ecosysteem uit balans kan halen.

De wolf kan een natuurlijke rem zetten op de alsmaar groeiende populatie everzwijnen en reeën. Overigens zal de wolf zich ook in de verre toekomst zich heus niet in heel Vlaanderen vestigen. Het zal wellicht in hoofdzaak gaan om zwervende exemplaren. Hoewel het op zich niet uitgesloten is dat een wolvenpaar zich zou ooit vestigen in de Limburgse bossen.

Gekke wolf

Een zwervende wolf zomaar neerkallen is niet aan de orde door het beschermd statuut. Ook het verdoven en verplaatsen van een wolf kan slechts in uitzonderlijke gevallen, wanneer er sprake is van een agressieve of hondsdolle wolf. In Groningen lag klaarblijkelijk reeds een ontheffing klaar om te vermijden dat de jonge wolf tot problemen aanleiding zou geven in woonwijken. De vraag stelt zich echter of het gedrag van deze jonge wolf wel zo uitzonderlijk was.

Sommige experts opperden dat het gebrek aan schuwheid eerder uitzonderlijk was. Het zou gaan om een gekke wolf, die eerder ook in Duitsland voor problemen had gezorgd. Het weinig schuwe gedrag zou verklaard kunnen worden door het feit dat op bepaalde Duitse militaire domeinen wolven gevoederd zouden worden door soldaten. Andere Duitse onderzoekers stelde dan weer dat zo’n gedrag bij jonge wolven nog wel vaker voorkomt en op zich niet tot problemen aanleiding hoeft te geven.

In elk geval lijkt de media-aandacht die de jonge wolf in Nederland genereerde omgekeerd evenredig met het reële gevaar dat de polderwolf met zich mee bracht. Vele Belgen gaan overigens jaarlijks op reis naar regio’s waar wilde wolven leven, zoals de Franse Alpen, ex-Joegoslavië of Toscane. In het Noorse Oslo leven er wolven op nauwelijks enkele kilometers van het stadscentrum. In onze ‘eigen’ Ardennen waart er misschien op dit eigenste ogenblik zelfs een zwervende wolf rond waar niemand acht op slaat.

Agressie van wolven naar mensen toe is uitzonderlijk, aldus omvattend Noors onderzoek. De kans om aangevallen te worden door een slecht afgetrainde hond blijft oneindig veel groter dan agressie door een wilde wolf.

Aanpassen of oprotten?

Hiermee is echter niet gezegd dat we in Vlaanderen rustig kunnen wachten op de komst van de eerste wolf. Paniek is op zich nergens voor nodig, maar enig voorbereidend werk lijkt wel op zijn plaats. Vlaanderen doet er best aan om, samen met Wallonië, Nederland, Duitsland en Frankrijk, werk te maken van een grensoverschrijdende aanpak. Bijkomende samenwerking is cruciaal de komende jaren en kan héél wat onnodige spanningen en misverstanden uit de wereld helpen.

Ondanks eerdere aanbevelingen in die zin, blijft het in Vlaanderen echter oorverdovend stil op dit punt. Op heden heeft de wolf binnen Vlaanderen – in tegenstelling tot Wallonië en Nederland – formeel gesproken géén beschermde status. Dit maakt het ironisch genoeg voor landbouwers die schade zouden lijden door de wolf onmogelijk om een financiële vergoeding te krijgen. Eerder was dit wel reeds gebeurd voor de lynx, die andere toppredator die op kousenvoeten Voeren heeft bereikt. Overigens blijkt het in de praktijk nogal mee te vallen met de schade die wolven zouden aanrichten aan vee. In het Duitse Saksen, waar wolven het langst terug zijn, valt slechts 0,3% van de schapen en geiten ten prooi aan de wolf dankzij gebruik van rasters met stroom.

De opmaak van een omvattend Waals-Vlaams wolvenplan zou toelaten om de bevoegde instanties en de burgers te informeren over de opportuniteiten en de al met al beperkte risico’s die gekoppeld zijn aan de terugkeer van de wolf. Landbouwers zouden de nodige tips kunnen krijgen omtrent mogelijke effectieve preventieve maatregelen, zoals hekken en waakhonden. In Duitsland zet men reeds wolvenadviseurs in om boeren meer advies te geven. Communicatieprogramma’s – die in werking kunnen treden wanneer zwervende wolven in de buurt van een woonwijk – lijken ook nuttig. Overigens, langzaam afstand nemen en eventueel je stem verheffen, is voldoende om een wolf op afstand te houden. Honden worden best wel aan de leiband gehouden.

De wolf als spiegel?

Het zal uiteindelijk aan de wolf zelf zijn om te bepalen of hij ook België en Vlaanderen aan zijn lijstje recente heroveringen wil toevoegen. Of de terugkeer een succesverhaal zal worden is lang niet zeker. De koele ontvangst van het kleine broertje van de wolf – de vos – lijkt weinig goeds te voorspellen. De tegenstelling tussen progressieve stedelingen en meer conservatieve plattelandsbewoners – die in Scandinavische landen vaak de kop op steekt in het er bij wijlen erg heftige wolvendebat – zou zich ook in de Lage Landen kunnen aftekenen.

Meer dan ooit lijkt de terugkeer van de wolf ons terug te confronteren met enkele fundamentele vragen. Is de 21e eeuwse mens bereid te opteren voor een wereldbeeld waarin men géén 100% zekerheid meer heeft? De paniek waartoe de terugkeer van een wilde soort in onze dichtbevolkte regio’s aanleiding geeft, illustreert ten voeten uit de verstoorde relatie tussen mens en wilde natuur.

De terugkeer van de wolf houdt ons een spiegel voor en dwingt ons na te denken over de rol van natuur in ons mens-zijn. Zien we onszelf als ‘dominator’ of ‘verlicht heerser’ van de natuur – waarin géén of beperkte plaats meer is voor wilde diersoorten (bij voorkeur achter hekken) – of gaan we eerder voor een gelijkwaardige verhouding, waarbij natuur en mens partners worden? Natuur ten dienste van de mens of een meer ecocentrische visie? En is een blijvend contact met wilde natuur onontbeerlijk voor de 21e eeuwse mens om zich echt ‘mens’ te voelen? Gaan we verder richting een rewilding van onze overblijvende natuur en, uiteindelijk, onszelf?

Schuilt er in ieder van ons een Tom Waes, die het aandurfde om enkele dagen in Alaska tussen de beren te gaan kanoën? Het zijn vragen die de terugkeer van de wolf overstijgen maar waarop het antwoord niettemin determinerend zal zijn voor de verdere afloop van onderhavig verhaal.

Willem die Madoc maecte – de auteur van het beroemde dierenepos Van den vos Reynaerde – wist het reeds in de dertiende eeuw: dieren kunnen ons véél vertellen over het complexe verschijnsel ‘mens’. De wolf, Ysengrijn, lijkt hierop géén uitzondering te vormen. De wolf heeft zich de voorbije jaren aangepast aan de mens. Zijn wij bereid hetzelfde te doen in omgekeerde zin?

(Hendrik Schoukens is assistent UGent en advocaat LDR Advocaten.)

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen