De slag om de Noordpool - Lukas De Vos

Vorige week vond een hoogst merkwaardig interview plaats op BBC. De Nederlandse CEO van oliefirma Royal Dutch Shell, Ben van Beurden, kondigde aan dat zijn bedrijf deze zomer nog de olieboringen voor de kust van Alaska wil hervatten. “Ja, ik weet dat die beslissing altijd wel de samenleving zal verdelen. Maar we kunnen niet anders. We moeten wel.”
opinie
Opinie

Hoezo, moeten? Goed twee jaar geleden, na rampzalige proefboringen in stormachtig weer, enorme investeringsuitgaven en eindeloze (milieu)rechtszaken, schortte Shell alle pogingen op. Nu voelt Van Beurden zich zedelijk verplicht om toch te boren. “De grootste ongerepte voorraden ter wereld”, hield hij vol. “En we moeten nog jaren terugvallen op olie.”

Rusland?

Vreemde redenering op het ogenblik dat de prijs van alle olieproducten meer dan gehalveerd is, mede door Amerikaanse pogingen om de Russen finaal in de verdrukking te krijgen – dat lijkt nog te lukken ook: bondgenoten zoals Saudi-Arabië blijven oppompen, de eenzijdige Russische economie krijgt forse klappen, het bbp krimpt met 5 % in 2014, de roebel is een vodje papier geworden (de helft van zijn waarde kwijt in één maand), de buitenlandse schuld van 600 miljard dollar is bijna dubbel zo groot als de reserves.

Een weinig stimulerend vooruitzicht voor Shell, tenzij men weet heeft van een langdurige overproductie om de Russen uit de markt te spelen. Hoewel dat weinig geloofwaardig is na de bilaterale leveringsovereenkomst met China en de toenadering tot Turkije om de bestaande pijplijnen vanuit Rusland naar Europa te gebruiken. Anderzijds klopt oliemaatschappij Rosneft wel aan bij het Kremlin voor een lening van bijna 40 miljard euro. De staat heeft 70 % van de aandelen, er werken 166.000 mensen bij Rosneft, nee blijven zeggen heeft weinig zin.

Verkoeling

Maar waarom hamert Van Beurden dan op de noodzaak van olieboringen in de noordelijke ijszeeën? Hij heeft niet eens de benodigde vergunningen. Inspelen op een “onvermijdelijke behoefte” is nogal goedkoop. Hoewel. Shell heeft voorgerekend dat een herstart van de boringen de firma een fractie meer dan een miljard dollar zullen kosten. De werken stil laten liggen zoals nu zuigt een fractie minder dan een miljard dollar weg. Pure economische noodzaak dus om verliezen af te kunnen schrijven.

De wind komt nochtans uit de verkeerde hoek. De hype om de noordelijke doorvaart, met de wegsmeltende ijsmassa's, redelijk snel te realiseren, heeft een knauw gekregen. Vorig jaar hebben maar 54 schepen de doortocht langs Siberië en Rusland gemaakt. “Maar”, want in 2013 waren er nog 73 schepen die wilden aantonen dat de handel op den Verren Oost een stuk vlugger, voordeliger, en minder gevaarlijk kan dan langs Zuidoost-Azië, de Indische Oceaan en het Suezkanaal – vaarroutes die notoir te kampen hebben met politiek opbod en piraterij.

De afname heeft te maken met te weinig winst, met de onhandelbaarheid van steeds grotere containerschepen en met een nieuwe verkoeling aan de Noordpool. Minder aantrekkingskracht voor het Noorden betekent ook minder zinvolle activiteit – en met de lage petroleumprijzen wordt boren in barre omstandigheden en in ongure zeeën te duur; een vat IJszee-olie moet ten minste 100 dollar opbrengen om uit de kosten te komen. Dan is er nog niets verdiend. Noorwegen (Statoil) had dat al begrepen, en een project met de Russen (Gazprom) in 2012 stilgelegd in de Barentszzee. Het blijft stil liggen.

Akkoorden mogelijk?

Daar komt bij dat de territoriale aanspraken op poolgebieden in een stroomversnelling zitten. De Internationale Zeebodem-Autoriteit, die in 1982 is opgezet in Kingston (Jamaica) en over de natuurlijke rijkdommen gaat, had eind 2014 gesteld als deadline voor claims op onderzeese gebieden. De Poolraad, waarin acht grenslanden zitting hebben, samen met de inheemse volkeren, werkt sinds 1996 onafhankelijk aan duurzame ontwikkeling en milieubescherming van de noordelijke poolgebieden. Huidig voorzitter Canada moet eventuele exploitatie van onderzeese rijkdommen zien te koppelen aan het mare-liberumprincipe dat Hugo de Groot nog heeft uitgewerkt in 1609 – en dat bepaalt dat zeeën en lucht niet opgeëist kunnen worden.

Maar de Scramble for the North gaat in steeds heviger tempo door. Denemarken heeft nu officieel een eigendomseis op de pool en 900.000 km² zeegebied ingediend op 15 december. Kopenhagen kan dat, omdat Groenland nog altijd onder het buitenlands beleid van Kopenhagen valt. Groenland ligt het dichtst bij de pool. De claim kwam op de valreep want volgens de VN-Zeerechtconventie moet die gedaan zijn binnen de tien jaar na nationale ratificering van de wetgeving – en die is gebeurd op 16 december 2004.

Denemarken rijdt daarmee Rusland in de wielen. Moskou heeft al in 2007, nogal spectaculair en uitdagend met het afzinken van een vlag op de zeebodem, zijn eis kracht bijgezet. Het gebruikt het oude argument dat de onderzeese Lomonosovrug de natuurlijke voortzetting is van een continentale bergkam. Volgens Denemarken begint die in Groenland.

Er is nog een derde kaper op de kust; Canada zelf, dat een flink stuk van de continentale rif eerstdaags zal opeisen. En het spreekt vanzelf dat de VS zich niet onbetuigd zullen laten – zij worden voorzitter van de Poolraad in 2016. Noorwegen heeft al een aparte deal met Rusland afgesloten.

Of de wedloop naar de opdeling van de noordelijke ijszeeën levensvatbare overeenkomsten zal opleveren staat nog te bezien. Te veel factoren spelen een rol: klimaatwijzigingen, internationale conflicten langs de traditionele vaarroutes, de uitbouw van alternatieve energiebronnen (zoals het schaliegas bij de Amerikanen, de auto-industrie die op stroom of waterstof kan gaan overschakelen), steeds stringentere milieunormen door de VN opgelegd, juridische betwistingen, moeilijke ontginning, nieuwe uitbreiding van de territoriale wateren (nu 200 zeemijl), vulkanische activiteit die blijvende eilanden kan vormen zoals rond IJsland, trustvorming bij de grote concerns.

Druk stijgt

Het lijkt erop dat Van Beurden eerder in het donker heeft gefloten (waarschijnlijk ook omdat de Nigeriaanse bronnen opdrogen en steeds meer onder vuur komen te liggen, met name de licentie voor olieveld OPL 245 – inzet: 1.092.040.000 dollar), dan een gedetailleerde inschatting heeft gemaakt van de internationale context.

Eén norm staat wel onder toenemende hevige druk: “Licere cuivis genti quamvis alteram adire, cumque ea negotiari – het staat ieder volk vrij met ieder ander volk contact te leggen en met dat volk handel te drijven” (Grotius, Mare Liberum, hoofdstuk 1). Ergo: “Het volkenrecht kent een ieder de vrije vaart naar een ieder toe”. Maar de hoeksteen van Grotius' betoog lijkt nu de achilleshiel te worden van het zeerecht. Grotius' verhandeling wou aantonen dat de Vereenigde Oost-Indische Compagnie de Indiëvaart en specerijenhandel ongestoord mocht uitvoeren, ook al had de paus in Tordesillas (1498) de wereld netjes in tweeën verdeeld tussen Portugal en Spanje. In naam van de heilige winst (en minder de behoeften) laten de reuzenkartels van vandaag zich nog minder gelegen aan de rechtskundige orde dan vierhonderd jaar geleden. En dát kan nog vonken geven in volle IJszee.

(Lukas De Vos was journalist buitenland bij VRT-nieuws.)
 

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen