Rijkdom en macht van de 1% - Sacha Dierckx

Het moge duidelijk wezen: de apologeten van grote ongelijkheid zitten in het defensief. Zelfs de Amerikaanse Republikein Mitt Romney, die eerder ongelijkheid aanklagen een kwestie van afgunst noemde, valt Obama aan omdat onder zijn beleid de ongelijkheid nog gegroeid is. Je moet dus al goed zot zijn om de legitimiteit van grote ongelijkheid te verdedigen. Toch werd een recent rapport van Oxfam, dat stelt dat de 1% rijksten in de wereld zo’n 48% van de totale rijkdom op deze aarde bezitten, vrij kritisch ontvangen, ook in België. Twee fundamentele kritieken luidden (1) dat de cijfers niet kloppen, en (2) dat ongelijkheid in België geen (politiek) probleem is.
opinie
Opinie
Copyright 2009

“De cijfers kloppen niet” (De cijfers kloppen wel)

Laten we beginnen met de cijfers, die onder meer door Gwendolyn Rutten, Geert Noels en Ivan Van de Cloot in vraag werden gesteld. De studie van Oxfam is gebaseerd op cijfers van Crédit Suisse. Wat critici zouden kunnen bedoelen is dat ze niet het hele verhaal vertellen. Cijfers over vermogen meten vermogen, geen inkomen noch consumptie. Bovendien zeggen noch vermogens- noch inkomensongelijkheid iets over publieke diensten en sociale zekerheid, die uiteraard ook heel belangrijk zijn voor de levensstandaard van mensen. Zo kan iemand met een laag of zelfs negatief netto vermogen (door hoge schulden) toch een hoge levensstandaard hebben. Maar dat een indicator niet het hele verhaal vertelt, betekent nog niet dat de cijfers “fout” zijn. De cijfers werden achteraf dan ook verdedigd door Oxfam zelf, maar ook bijvoorbeeld door de wereldwijd gerenommeerde ongelijkheidsspecialist Branko Milanovic.

Als de cijfers niet alles vertellen, wat vertellen ze dan wel? Data over vermogensongelijkheid zijn in de eerste plaats nuttig om de concentratie van rijkdom aan de top te bestuderen, zoals ook buitenlandse critici van de cijfers erkennen. De cijfers tonen effectief dat de mondiale 1% een gigantisch vermogen hebben verzameld, en dat de vermogensongelijkheid bovendien sterk is toegenomen sinds het eerste Global Wealth Report van Crédit Suisse in 2000.

Die onvoorstelbare vermogensongelijkheid heeft minstens twee ontzettend negatieve gevolgen. Ten eerste: tenzij je uitgaat van het fabeltje dat meer ongelijkheid goed is voor de groei betekent het dat er minder overschiet voor de 99%. Met betrekking tot de inkomensongelijkheid berekende de Amerikaanse ex-minister van Financiën Lawrence Summers dat elke familie in de armste 80% van de VS 11.000 dollar per jaar meer zou verdienen als de ongelijkheid nu op hetzelfde (lagere) niveau stond als in 1979. Hetzelfde geldt voor vermogen, dat niets anders is dan het product van de in het verleden geproduceerde rijkdom: hoe meer de toplaag zich ervan toe-eigent, hoe minder er overblijft voor de rest. Een tweede negatieve gevolg: zoals Oxfam in het rapport stelt, leidt de giganteske vermogensongelijkheid tot enorme machtsongelijkheid. Om het meest extreme voorbeeld te nemen: de ultraconservatieve Koch broers zullen in 2016 samen met enkele medestanders 889 miljoen dollar uitgeven bij de Amerikaanse presidentiële verkiezingen, ongeveer evenveel als een presidentiële campagne normaal in totaal kost.

“Ongelijkheid is enkel een probleem in de VS” (Ongelijkheid is ook een probleem in België)

Een tweede vaak gehoorde stelling is dat ongelijkheid wel een probleem is in de VS, maar niet in België. Twee argumenten worden daarbij gebruikt. Het eerste stelt dat de ongelijkheid veel groter is in de VS dan in België, en dat het daarom in België niet problematisch is (of zelfs, zoals Gwendolyn Rutten zegt, dat te grote gelijkheid in België een probleem vormt). Natuurlijk zijn er verschillen tussen de VS en België. Als we naar vermogensongelijkheid kijken, zien we dat de rijkste 1% in de VS volgens een recente studie 37% van de nationale rijkdom bezit; in België is dat “slechts” 17%. Maar dat betekent dat in België de rijkste 1% nog altijd bijna één vijfde van het vermogen bezit. Daarnaast is het vermogen van de rijkste 5% Belgen even groot als het vermogen van de 75% armste Belgen. Bovendien is België het Europese land met de hoogste concentratie miljonairs, en is het aantal huishoudens met een vermogen van meer dan 100 miljoen dollar als percentage van de volledige bevolking zelfs groter dan in de Verenigde Staten!

Voor inkomensongelijkheid is het verhaal gelijkaardig. De Belgische 1% heeft een lager aandeel van het nationaal inkomen dan de 1% in de VS, maar de inkomensongelijkheid blijft groot. De volgens inkomen rijkste 2% Belgen hadden in 2012 een inkomen dat groter was dan dat van de armste 30%, en de rijkste 10% hadden een hoger inkomen dan de armste 60%. Je kan vinden dat dat allemaal geen enkel probleem is, maar uit peilingen blijkt dat een overgrote meerderheid van de Vlamingen/Belgen het wel problematisch vindt, en voorstander is van hogere bijdrages van de rijke Belgen aan de schatkist.

“Vermogen ≠ politieke macht” (Vermogen → politieke macht)

Een tweede argument waarom economische ongelijkheid in België minder erg zou zijn dan in de VS betreft het politieke systeem. Aangezien in de VS bedrijven en personen veel gemakkelijker geld kunnen doneren aan campagnes en politieke partijen en individuen, zet de ongelijkheid zich daar om in politieke macht, wat in België niet het geval zou zijn. Nochtans zet ook hier grote rijkdom (zowel bij individuen als bedrijven) zich om in sterkere belangengroepen, meer en betere toegang tot politici, en meer lobbywerk. Als we naar de lobbyisten bij de Europese Unie kijken, die tenslotte een belangrijk deel bepaalt van het Belgische beleid, wordt dat nog meer duidelijk: zo heeft de financiële sector bijvoorbeeld een heel sterke lobby, en tonen concrete dossiers ook dat economische macht zich ook omzet in politieke macht.

Maar daarbovenop leidt vermogen ook nog tot een meer abstracte vorm van macht. Staten zijn deels afhankelijk van het vermogen van individuen voor investeringen (en dus ook deels voor belastinginkomsten en werkgelegenheid), en dat geeft die individuen een sterke machtspositie. Deze structurele macht is alleen maar toegenomen met de mondialisering, waardoor rijke personen hun vermogen vrij kunnen verplaatsen van de ene staat naar de andere staat (belastingparadijzen incluis), en staten tegen elkaar kunnen uitspelen om de beste voorwaarden te krijgen.

Om een voorbeeld te geven: als Albert Frère beslist om zijn vermogen van zo’n vijf miljard dollar al dan niet in België te investeren, heeft dat een belangrijke impact. En bovendien geeft het hem ook de macht om te beslissen waarin hij investeert: stel bijvoorbeeld dat hij liever investeert in fracking of kernenergie dan in hernieuwbare energie, is het niet gemakkelijk om hem te dwingen wél te investeren in hernieuwbare energie. Een ander voorbeeld is het discours over en gedrag van de “financiële markten”. Volgens een recente studie is bijna 85% van de beursgenoteerde aandelen en meer dan 67% van de obligaties in handen van 10% van de Belgen. Als de financiële markten dus “negatief” reageren op een bepaalde regering of beleidsbeslissing, wat anders betekent dat dan dat de rijkste Belgen ergens negatief op reageren? Dat er zo vaak gekeken wordt naar hoe de financiële markten evolueren, illustreert bij uitstek de macht van vermogenden in onze samenleving.

Die structurele macht zie je ook terug in het beleid. Het feit dat er geen vermogens(winst)belasting is in België, ondanks dat peilingen aantonen dat tussen 75% en 85% daar voorstander van is, bewijst al meteen de grote macht van kapitaalkrachtige Belgen. Economische en politieke ongelijkheid zijn dus zeer sterk met elkaar verbonden, ook in België. Ongelijkheid zal mede daarom ook hier op de politieke agenda blijven, tot spijt van wie het benijdt.

Sacha Dierckx is doctor in de politieke wetenschappen (Universiteit Gent) en actief bij de progressieve denktank Poliargus

Voor meer informatie:

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen