Het nieuwe ‘Befehl ist Befehl’ - Jan Nolf

De Antwerpse procureur-generaal heeft een milder temperament dan zijn voorganger, maar schoot toch uit zijn krammen toen de ‘bende van de douanier’ ook in beroep eerst een rondje ‘verstek’ speelde. In eerste aanleg was dat ook al gebeurd, dus wordt de zaak vier keer behandeld. Ook de rechtstaat kan slechts overleven mits respect voor proceseconomie: fair procederen, maar niet verspillen. Maar het nieuwe misbruik dient zich al aan.
opinie
Opinie

Justitie nadert het faillissement. Tolken en experts worden niet meer betaald. Liften blijken afgesloten omdat er geen centen meer zijn voor herstel. Benoemingen van rechters en griffiers worden uitgesteld en zittingen dus ook. Justitie dimt de lichten in een trage black-out.

Ook Justitie kan niet overleven zonder efficiëntie, maar moet wel overleven want rechten zijn geen luxe. Procesrechtsmisbruik daarentegen, is een verziekende houtworm voor de rechtstaat. Maar een worm die opduikt onder nieuwe gedaantes.

Het historisch – jawel – liberaal principe van verstek en verzet

Vooreerst toch dit: niemand is verplicht zich voor een rechtbank te verdedigen. Slechts in het oude canoniek recht werd het niet-verschijnen als een misdrijf beschouwd. De verzetsmogelijkheid dankt haar ontstaan aan een liberale reactie daartegen.

Verstek laten betekent – in strijd met de indruk die vaak ook voor de rechter ontstaat – juridisch evenmin berusting in de aanklacht, maar net een betwisting ervan. De rechter heeft overigens wel degelijk een taak bij verstek, al wordt dat onderzoek in de regel beperkt tot het nazicht van oproepingsformaliteiten en het respect voor de elementaire rechten van verdediging.

Vooral “activistische” rechters peuteren al eens verder in een hen bij verstek voorgelegd dossier. Dat is overigens heel zinvol want hun onderzoek kan verzet net onnodig maken. “Wieden” noemde ik dat destijds als rechter: het onkruid er uit halen. Misschien is dat een denkpiste voor wanneer het recht om verzet aan te tekenen dan toch beperkt zou worden.

Het recht van verzet na verstek: toch al getemperd

In burgerlijke zaken werd het recht om verzet aan te tekenen overigens al beperkt: wanneer schriftelijke argumenten aan de rechtbank werden voorgelegd (de zogenaamde ‘besluiten’ of ‘conclusies’) kan bij afwezigheid van een partij bij de pleidooien, naderhand tegen het vonnis enkel hoger beroep aangetekend worden.

Ook in strafzaken werd het recht op verzet sinds 2003 al beperkt.

Professor Chris Van den Wyngaert betreurt dat het systeem zelf toen nog niet in vraag werd gesteld. Volgens haar heeft het recht op verzet geen enkele mensenrechtelijke dimensie. “Een beklaagde moet de zorg voor een eerlijk proces niet volledig op het gerecht zelf afwentelen”, doceert deze rechter bij het Joegoslaviëtribunaal in De Haag.

In Frankrijk is verzet enkel mogelijk wanneer er tegen het vonnis geen hoger beroep kan worden ingesteld en indien de geadresseerde zijn oproeping niet persoonlijk ontving.

Alhoewel het verstek van de ‘bende van de douanier’ nu spektakelt, is het tijdverlies door verzet een zeldzaam probleem, vooral in verhouding tot het fenomenaal aantal uitgesproken verstekvonnissen in zowel burgerlijke zaken of strafzaken.

Het echte debat wordt elders gevoerd: hoger beroep

Door de recente verhoging van de bedragen waarover rechters nu in laatste aanleg kunnen oordelen, werd het recht op hoger beroep al geruisloos gekaasschaafd – en niet een klein beetje.

Die messcherpe ingreep is veel drastischer, want dat betekent dat in tienduizenden dossiers één enkele rechtbank – en steeds vaker ook één enkel magistraat – het dossier beoordeeld heeft.

Koppel dat aan de exorbitante kost om cassatie aan te tekenen (of daarover zelfs maar advies te vragen), en dan komen we tot rechters van wie nu meer onfeilbaarheid wordt vermoed dan van een moderne paus.

In De Juristenkrant van 20 april 2011 gaf huidig decaan Piet Taelman nog dapper weerwerk tegen oproep om de beroepsmogelijkheden verder af te kalven: “In de buurlanden gaat men eerder de andere richting uit: daar is de tendens om de hervormingsfunctie van het hoger beroep in stand te houden omdat je anders onbillijke toestanden krijgt, en dat komt het rechtvaardigheidsgevoel van de burger niet ten goede”.

Het regeerakkoord orkestreert nu het verstek

Ook het recht op hoger beroep is geen mensenrecht, maar als de burger steeds minder kansen krijgt om zijn verhaal te doen of zijn punt te maken, zal dat tot nog meer frustratie en miskleunen leiden.

Een typisch autoritair voorbeeld daarvan is het perfide paragraafje uit het regeerakkoord in verband met het “betalingsbevel”. Dat werd al in 2009 vruchteloos verdedigd door Open VLD volksvertegenwoordiger Martine Taelman en de briljante ideoloog, professor Matthias Storme (recent bekend als nieuwste bestuurder van het Gelijkekansencentrum).

Een storm van protest uit het middenveld deed het project bakzeil halen. Maar de lobby van gerechtsdeurwaarders er achter, gromde nog veel meer.

Uitgesteld is voor een lobby nooit verloren. Dergelijk “betalingsbevel” spant de rechter immers op een nooit geziene wijze voor de kar van de schuldeiser die in een zetel zit. Het herleidt de rol van de rechter daarenboven tot een stomme stempelaar: de stempel ‘goed voor bevel’ uitdelen als een soort vonnisautomaat.

Daarvoor bestaat een standaardformuliertje van de schuldeiser: optredend zonder advocaat, zonder aanmaning, zonder schuldbekentenis vanwege de schuldenaar en zonder diens oproeping naar een zitting.

Maar raad eens waarom daar ook binnen de magistratuur al lang discrete voorstanders voor zijn: hun nog grotere onaantastbaarheid. Daarenboven ook meer vrije tijd: net als verstekvonnissen is dat betalingsbevel maar werk voor de griffiers, nietwaar.

Een soort "factuurbewijs" met punten

U wordt geflitst door uw leverancier, verkoper, verzekeraar. In de beste traditie van de graaicultuur wordt die schuldeiser daarenboven blind beloond met zijn pluspunten voor aanmaningskosten, verhogingsbedingen en woekerintresten allerhande.

Dat verderfelijk systeem van een vermoeden van “onbetwiste schuld” organiseert het verstek als algemene regel. De burger wordt geweerd en aanbevolen braaf en stil te blijven. De schuldenaar die tegen zo’n aanspraak met het hem per post toegestuurde formulier geen verzet aantekent, kan het alvast schudden. Het ‘betalingsbevel’ wordt het gerechtelijk georganiseerde verstek: het nieuwe ‘Befehl ist Befehl’.

Volgens professor Matthias Storme is ook dàt geen discriminatie van de zwakkere consument of de onmondige kleinhandelaar. Voor een rechter die een kwart eeuw achter de gevels van Vlaanderen heeft gekeken is die karwats van de invorderingsfabriek wel het einde van zijn vertrouwen in justitie.

Toch dàt soort van justitie, wereldvreemd opgesloten in een toren van gewillig papier. Justitie maakt dus straks zelf verstek.

(De auteur was bijna 25 jaar vrederechter. Hij tweet op @NolfJan)
 

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen