Afscheid na twaalf jaar Turkije - Dirk Vermeiren

Ik herinner me de dag waarop ik in Istanbul aankwam nog als gisteren. 28 oktober 2002 was een mooie herfstdag, van het soort waar ze op de VRT het Journaal mee openen. Het was precies 1 week voor de parlementsverkiezingen die de AK-partij van Tayyip Erdogan aan de macht zouden brengen. Niet alleen het weer maakte indruk, ook de manier waarop in Turkije campagne gevoerd wordt, zoveel kleurrijker, uitbundiger en grootschaliger dan in België. 12 jaar zou ik aan de Bosporus verblijven. De terugreis vatte ik afgelopen donderdag aan, de dag waarop diezelfde Erdogan president werd.
opinie
Opinie

Tijdens zijn toespraak als afscheidnemend premier sprak Erdogan van de geboorte van een ‘nieuw Turkije’. Wie de campagnes van de AK-partij door de jaren heen bekijkt, krijgt een beeld van wat dat nieuwe Turkije dan wel moet worden.

De campagne van de AK-partij in 2002, zo leerde ik, ging over ‘beter bestuur’, ‘economische ontwikkeling’, ‘einde aan de corruptie’ en ‘EU-lidmaatschap’. Slogans die er ingingen als zoete koek. De Turken hadden net een decennium achter de rug waarin wankele coalities over elkaar heen tuimelden en je je klok gelijk kon stellen op economische crisissen. Op 3 november 2002 koos 34% van het electoraat voor de toenmalige nieuwkomer.

En kijk, de beloften werden gehouden, en bij de volgende stembusgang in 2007 ging de partij verder op het elan. Dit keer voerde ze campagne onder de slogan ‘Volledige / totale democratie’, met een programma dat beloofde een eind te stellen aan het militaire toezicht op de instellingen van het land, en ‘meer rechten voor iedereen’. De AK-partij won opnieuw, met een ruimer mandaat dan ooit.

Sputteren

De geschiedenis zal uitwijzen dat de motor toen al begon te sputteren. Niet langer daarna werden honderden opposanten van de regering in opspraak gebracht op verdenking van de regering pootje te willen lichten. Velen van hen zouden enkele jaren later na schijnprocessen achter de tralies verdwijnen. De belofte van ‘rechten voor iedereen’ bleek vooral te gelden voor degenen die de mening van de regering deelden. Ja, er waren wat cosmetische ingrepen ten voordele van de minderheden, waarmee de ondertussen kandidaat-lidstaat de EU probeerde te sussen. De Koerden kregen een eigen kanaal voor radio- en tv-uitzendingen op de publieke omroep, maar het is en blijft natuurlijk wel de TRT, meer dan ooit een spreekbuis van de regering. Maar Turkije kon stevige economische groeicijfers voorleggen, precies op een moment dat de wereld door een financiële crisis ging. De EU had het te druk om nota te nemen van wat fout dreigde te lopen in het land.

Fast forward naar 2011, opnieuw parlementsverkiezingen. Ook dit keer hingen de straten vol vlaggetjes, reden de radiowagens rondjes, brulden de luidsprekers op de pleinen in Istanbul. Nieuw was de intensieve coverage van de Turkse TV-kanalen van de massameetings die de AK-partij ten lande organiseerde. Geen dag ging voorbij of Erdogan was urenlang live te bekijken in elke huiskamer, en dat zou de volgende jaren alleen maar toenemen. Maar voor mij was Erdogan toen al lang niet meer de hervormer die hij ooit beloofde te worden. Voor Knack schreef ik een voorbeschouwing bij de verkiezingen onder de titel ‘Van hervormer tot betonboer’. Hij had het niet meer over meer democratie of - rechten, maar over economische groei. Vooruitgang werd voortaan gemeten in kubieke meters beton. De slogan van toen, ‘Doelwit 2023’, verwees naar grootschalige bouwprojecten die tegen de 100ste verjaardag van de republiek moesten klaar zijn.

Vorm zonder inhoud

In de marge was er die ene belofte aan het kleine maar invloedrijke liberale segment in de Turkse samenleving, dat hem tot dan toe gesteund had. Turkije zou een nieuwe grondwet krijgen die de militaire grondwet van 1980 zou vervangen. Dat die belofte tot op de dag van vandaag dode letter is gebleven, is voor mij geen verrassing. De top/down-benadering van die grondwet past een regime zoals dat van Erdogan en diens partij als een handschoen. En de liberalen van toen kregen massaal de wacht aangezegd. Nu heten ze goddelozen, terroristen, landverraders of spionnen. En ze zijn vooral werkloos.

De twee laatste campagnes waarin Erdogan een rol speelde en waar ik getuige van mocht zijn, waren de lokale verkiezingen en de presidentsverkiezingen dit jaar. Vond ik het in 2002 nog een feest van de democratie, dit jaar ervoer ik die eerder als een bewijs van hoe de democratie zichzelf in gevaar kan brengen. Ik zag een ver doorgeschoten personencultus, media die lippendienst bewijzen aan de regering, een scheldcultuur die alle debat onmogelijk maakte en intimidaties via sociale media, tot aan de stembureaus toe.

Ging het in 2002 nog over iets, dan waren de campagnethema’s van de AK-partij in 2011 volslagen abstract met slogans als ‘De wil van het volk’ en ‘Nationale wilsbeschikking’. De horizon werd in de verre, verre toekomst gelegd, met data die niet noodzakelijk haalbaar of meetbaar moesten zjjn, maar die historische gebeurtenissen (2023, 2053, 2073) moesten oproepen. De campagne was alleen vorm, had geen inhoud meer, behalve dan dat de AK-partij absoluut aan de macht moest blijven. De beeldspraak droop van nationalistische en religieuze termen. Het ging over vijanden die verslagen moesten worden, complotten tegen een steeds machtiger Turkije, samenzweringen tegen de wereldleider / wereldpartij Erdogan- AKP, die het lot van alle verdrukten in de islamwereld op zich nam. Erdogan en dienst partij dienen zichzelf een goddelijke missie toe, overtuigd van het feit dat zij een Gouden Eeuw voor moslims zullen inleiden, Erdogan en de AK-partij die bezig zijn aan een ‘Heilige Mars’. Als de AK-partij die lijn doortrekt, zal de volgende campagne voldoende stof leveren voor een volledig seizoen van ‘Game of Thrones’.

Meer of juiste islam

De hele wereld weet ondertussen dat de Turkse publieke opinie diep verdeeld is in pro- of anti-Erdogan. Wat buitenstaanders niet zien is dat de voormalige premier nu president die polemiek eerder uitbuit dan probeert te vermijden. Zijn woordgebruik en discours is zodanig dat wie zich tegen hem uitspreekt zichzelf buiten de natie plaatst, en zichzelf meteen als slechte Turk of slechte moslim laat kennen.

Wie de recente actualiteit bekijkt, weet dat Erdogan met vuur speelt, maar het is wel zijn vuur. Hij is ervan overtuigd dat meer islam de juiste weg is, en dat is niet noodzakelijk wat de wereld van hem en zijn land verwachtte. Toen ik 12 jaar geleden in Istanbul aankwam, vlak na 11 september 2001, verwachtte de wereld van Turkije de juiste islam, niet meer islam.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen