Kopieert Poetin de EU? - Niels Smeets

De Russische president Vladimir Poetin heeft het verdrag ter oprichting van een Euraziatische Economische Unie ondertekend. Rusland, Wit-Rusland en Kazachstan gaan vanaf 1 januari 2015 nauwer samenwerken. Dit doet denken aan het eigen integratieproces op het Europese continent, maar hoe kunnen we deze nieuwe internationale organisatie, die naast de EU komt te staan, begrijpen?
opinie
Opinie

In de eerste plaats gaat het om een politiek statement. Het Kremlin wil aantonen dat de Westerse sancties Rusland niet kunnen isoleren. Integendeel, de Westerse reactie duwt Rusland steeds meer in de armen van Oosterse landen zoals China en Noord-Korea. Poetins bezoek aan Peking zette die verschuiving naar het Oosten nog verder in de verf. Gazprom tekende er een grootschalig gascontract met China, waardoor Rusland minder afhankelijk wordt van de EU als grootste afnemer van Russisch gas. Bovendien lanceerde China en Rusland het voorstel om het takenpakket van de BRICS-landen (Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika) uit te breiden naar nauwere economische samenwerking door onder andere een eigen ontwikkelingsbank op te richten. De oprichting van de Euraziatische Economische Unie past in deze zoektocht naar een alternatieve alliantie die als collectief een tegengewicht wil vormen voor de EU.

One Way Ticket

Tot op heden is de Euraziatische Economische Unie beperkt tot een driehoeksrelatie tussen Rusland, Kazachstan en Wit-Rusland. Dit sluit echter niet uit dat de organisatie in de nabije toekomst nieuwe leden in zich opneemt. De oprichting van een Euraziatische Unie past in het zoeken naar loyale partners en staat bovendien open voor nieuwe leden waarbij Armenië en Kirgizië de meest voor de hand liggende nieuwkomers zijn. Omvangrijkere staten zoals India, Iran en zelfs NAVO-lidstaat Turkije kregen echter ook een uitnodiging. De organisatie geeft dus aan open te staan voor nieuwe leden.

Er lijkt bovendien een directe spanning te ontstaan tussen de EU en de Euraziatische tegenhanger. De opmerkelijkste koerswijziging is wel die van Armenië. Enkele maanden voordat het land een Associatie Akkoord met de EU zou ondertekenen draaide de Armeense president, Serzj Sarkisian, zijn kar. Hij gaf aan toe te willen treden tot de douanie-unie met Rusland, en op termijn ook deel uit te maken van de Euraziatische Economische Unie. Toch schuilt er een addertje onder het gras: het bewandelen van de omgekeerde weg lijkt veel moeilijker. De verdragtekst voorziet in een exit-optie, maar enkel bij consensus van de andere leden van de Hoge Raad. De lidstaat dient aldus eerst alle andere staatshoofden te overtuigen wil het de Unie verlaten.

Spiegelbeeld van de EU, of toch niet?

Poetin drong er reeds enkele malen op aan dat de EU met de Euraziatische Commissie zou onderhandelen in plaats van met Rusland. Op die manier zou hij zijn doel realiseren om als gelijke partner van de EU te worden behandeld. Het zou dan niet meer gaan om een land tegenover de 28 EU-lidstaten, maar een relatie tussen evenwaardige Unies. De oprichtingsakte maakt het inderdaad mogelijk dat de Euraziatische Economische Unie internationale verdragen afsluit met derde landen én internationale organisaties waaronder de EU. Maar is die relatie wel zo evenwichtig? Met andere woorden, met wat voor een politieke actor dient de EU samen te werken?

De Euraziatische Economische Unie is de derde stap, na de Douane-Unie en de Gemeenschappelijke Economische Ruimte die op 1 januari 2012 van start ging. Dit lijkt op het eerste zicht gestoeld op het ontwikkelingsmodel van de EU. Net als de historische evolutie van de EGKS naar de EU lijkt er hier sprake te zijn van economische samenwerking die uitmondt in politieke integratie. Het doel van de Euraziatische Economische Unie is bovendien gelijklopend met de EU, namelijk het garanderen van de vier vrijheden van personen, kapitaal, goederen en diensten.

Binnen de lidstaten van de Euraziatische Economische Unie bestaat er echter een spanning tussen het opzetten van een eengemaakte markt en politieke eenmaking. Dit tweede luik van het integratieproces zou anders dan in de EU slechts één dominante lidstaat opleveren, Rusland. Tekenend voor die interne vrees voor Russische dominantie is de relatie met Kazachstan. In 1994 kwam de president van Kazachstan, Nursultan Nazarbajev, reeds op de proppen met de idee van een Euraziatische integratie. Zijn enthousiasme taande echter snel toen Vladimir Poetin duidelijk maakte dat niet Kazachstan, maar Rusland de integratiepool zou worden van zo’n integratieproject. Poetin suste door meermaals publiekelijk te verklaren dat het niet zijn intentie is om de Sovjet-Unie uit het as te doen herrijzen.

Om die argwaan voor Russische dominantie te vermijden stelt de verdragtekst dat het om een samenwerkingsinitiatief gaat waarbij soevereine lidstaten op gelijke voet staan. De Euraziatische Unie werd op vraag van Nazarbajev aangevuld met het adjectief ‘Economische’ om alle verwarring met een politieke onderschikking weg te nemen. Deze economische inslag vertaalt zich ook in de doelstelling van de Unie: economische ontwikkeling door middel van een eengemaakte markt. Bovendien laat de oprichtingsakte de richting van harmonisering – welk land zich aan welke wetgeving dient aan te passen – in het ongewisse. Zo is het in theorie ook mogelijk dat Rusland zich wettelijk aanpast aan kleine broertje Wit-Rusland.

Hiërachie

Ook de instellingen lijken op het eerste zicht een kopie te zijn van de Europese tegenhangers. Zo wordt er een Hoge Raad in het leven geroepen die bestaat uit de staatshoofden, een Intergouvernementele Raad van regeringsleiders, een Euraziatische Commissie en een Gerechtshof. De verhoudingen tussen die instellingen zijn echter sterk verschillend. Daar waar de EU-instellingen gebaseerd zijn op een systeem van onderlinge checks en balances, vertoont de Euraziatische Economische Unie een sterk hiërarchische structuur. De oprichtingsakte bepaalt dat de beslissingen van de Hoge Raad primeren op deze van de Intergouvernementele Raad en de Commissie in geval van interne tegenstellingen. Het is bovendien de Hoge Raad die orders geeft aan de Intergouvernementele Raad en de Commissie, het budget vastlegt en de onderhandelingen voert met derde landen. Daarnaast stelt de Hoge Raad de commissieleden en rechters aan en kan het de beslissingen van de Commissie en de Intergouvernementele Raad herzien. Een gevolg hiervan is dat de Euraziatische variant van de Commissie duidelijk geen supranationaal orgaan is dat onafhankelijk van de lidstaten wetgeving initieert, zoals dat het geval is met de Europese Commissie. Bovendien lijdt de Euraziatische Economische Unie aan een enorm democratisch deficit: een (rechtstreeks verkozen) parlement ontbreekt volledig.

De EU krijgt derhalve te maken met een nieuwe internationale actor die intern sterk hiërarchisch gestructureerd is. Het zijn de presidenten van de lidstaten - met Vladimir Poetin op kop - die de Euraziatische Economische Unie domineren vanuit de Hoge Raad.

(De auteur is onderzoeker bij Leuven International and European Studies (Lines).)
 

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen