Angstige Vlamingen - Rik Torfs

Vlamingen zijn niet de vrolijkste mensen ter wereld. Zoals gewoonlijk denken we dat we dat wel zijn. We noemen onszelf levensgenieters en Bourgondiƫrs omdat we af en toe te veel drinken en graag uit eten gaan, bij voorkeur in sterrenrestaurants waar nauwelijks voedsel wordt toegediend. Maar eigenlijk zijn we eerder knorrig, niet bijzonder gul en gastvrij.
opinie
Opinie

Gestage vooruitgang, generaties lang

Buitenlandse collegaā€™s die zondagen eenzaam doorworstelen op steriele appartementen nodigen we niet uit. De zondag is van ons. We leven graag routineus. Verrassing is vergissing.

Waarom zijn we bang?

We beschikken niet over de traditie veel te verliezen. De meeste Vlamingen werden pas recent betrekkelijk welvarend. De elite van vroeger sprak Frans. Las La Libre Belgique. Stuurde haar kinderen naar pensionaten. Maar de Franstalige Vlamingen verdwenen.

Sommigen hielden op Vlaming te zijn en verdwenen in het groen van de Brusselse rand, Lasne, Rixensart, Waterloo. Anderen werden een stilaan weinig zichtbare minderheid in Gent of Antwerpen. Een derde groepje loste op in de Vlaamse populatie. Maar juist omdat de nieuwe Vlaamse elite niet over een traditie beschikt waarin rijke en arme jaren elkaar opvolgen volgens het ritme der seizoenen, is er vrees voor verlies. De meeste Vlamingen herinneren zich niet, de oorlogstijd buiten beschouwing gelaten, verloren te hebben.

Generaties lang was er gestage vooruitgang. Vlaamse prominenten hebben de neiging uit te pakken met hun bescheiden komaf, gevolgd door het succesverhaal waarin zijzelf de hoofdrol spelen. In andere landen is dat stramien zeldzamer. Maar juist omdat de Vlaming zich graag voorstelt als de amateur-demiurg die de elementen overwon, is de gedachte aan verlies afschuwelijk. Niemand wil zijn levensverhaal beginnen met heimwee naar verzwonden welvaart. Het schaadt ons zelfbeeld. Al zijn mensen soms groot in de neergang, zoals ze gluiperig kunnen zijn in de triomf.

Lichte achteruitgang

Laten we nu de boven ontwikkelde stelling wat verfijnen. De neergang die Vlamingen, onder meer ten gevolge van de economische crisis en de verminderde mondiale positie van Europa, dreigt te treffen, is zelden superspectaculair. Niet te vergelijken met het lot van Russische adellijke families die na de triomf van het communisme in de straten van Moskou schooiden.

Vlamingen vrezen niet het grote, maar het kleine verlies. De lichte achteruitgang, die je desnoods nog kan camoufleren, maar die niettemin pijn doet. Zo vertelde een dertigjarige studente ā€“in kerkelijk recht zijn studenten vaak wat ouder- mij hoe ze, samen met haar vriend, terwijl ze allebei voltijds werkten, een huis konden kopen dat een stuk kleiner was dan dat van haar vader. Die kocht het in de jaren zeventig. Hij was enig kostwinner, en werkte zich niet te pletter. Hij bracht heel veel tijd door in de tennisclub waar hij menig vriendinnetje had.

De lichte achteruitgang. Hij kan gruwelijk en verraderlijk zijn. Hij is nooit notoir glorieus, of volstrekt onrechtvaardig. De Noormannen meerden niet aan in hun snekken. Het land roofden zij niet leeg. Het gaat allemaal subtieler. De lichte onmogelijkheid. Het pijnlijke net niet. Het gevoel van verval wordt ook in de hand gewerkt door goedbedoelde externe aansporingen blakend van burgerzin. Zoals: we moeten kleiner gaan wonen, een beetje meer op elkaar gepakt, met gemeenschappelijke tuinen die we, gedreven door een gevoel van abstracte redelijkheid, met buren moeten delen, ook met de meest irritante ettertjes van kinderen die het bloemperk vernielen en rauwe kreten slaken op het gazon.

Cultureel vacuĆ¼m

Lichte achteruitgang maakt ons razend jaloers. Want de vergelijking, zowel met vroeger als met anderen, is mogelijk. Jaloezie verdwijnt pas als dat niet langer kan. Enorme inkomenskloven leiden tot minder jaloezie. In India, en ook in het communistische China, zijn rijken schaamteloos rijk, zonder dat armen hen dat kwalijk lijken te nemen. Vaak zijn ze zelfs trots op de welgestelde lieden uit hun land.

Dat zijn wij niet, tenzij het om sportsterren gaat. Vincent Kompany gunnen we zijn rijkdom, maar de bazen van de post en de spoorwegen vergeven we hun hoge lonen niet. Misschien komt dat omdat ze een veelvoud verdienen van wat wij opstrijken, maar tegelijk ook niet zo onmetelijk rijk zijn dat we het niet kunnen bevatten. Onze angsten hebben dus een duidelijke materiƫle reden: lichte achteruitgang.

Andere factoren spelen ook, zoals angst voor het onbekende. Voor de multiculturele samenleving bijvoorbeeld. De betekenis daarvan werd lange tijd schromelijk onderschat. Het multiculturalisme gold als een vrolijke ideologie. Exotische muziek die Vlamingen van hun lichamelijke stramheid bevrijdde. Pikante gerechten doorbraken de monotonie van het frietkot. Helaas werd het multiculturalisme voorgesteld als een succesvol concept dat in een volledig vacuĆ¼m gestalte krijgt.

Te gemakkelijk werd vergeten dat openheid voor andere culturen pas verrijkend werkt voor wie zelf weet wie hij is, waar hij vandaan komt, welke weg hij wil inslaan. Multiculturalisme vervangt niet de bestaande, eerder gesloten cultuur. Ze ent zich erop.

Zelfvoldaan

Het is een hypothese, maar wellicht is de ideologische keuze voor multiculturalisme als beginsel gedeeltelijk een gevolg van het verdampende katholicisme. Door geheel andere factoren dan migratie, waaronder de verstarring van het kerkelijk systeem en een verlate doorbraak van de moderniteit, gaf het katholicisme veel terrein prijs op het ogenblik dat de samenleving steeds meer multicultureel werd. Omdat mensen nu eenmaal een houvast zoeken werd, altijd impliciet natuurlijk, het multiculturalisme als nieuw heilsproject voorgesteld. Als een vorm van herbergzame zekerheid voor de wereldburgers die we weldra zouden worden.

Maar die we niet geworden zijn. China en Turkije zijn nog altijd niet het binnenland. Walloniƫ en Nederland werden wel het buitenland. Vlamingen voelen zich thuis in Dilbeek, maar niet in Brussel, behalve enkele cultuurdragers die samenklitten om en rond de Dansaertstraat.

Misschien moeten we ons gewoon meer afvragen wie we zelf zijn. Hoe onze christelijke wortels sterker zijn dan het ruim verbreide ongeloof. Hoever onze solidariteit reikt met wie verder van ons af wonen -Letten zijn geen Nederlanders of Luxemburgers- in de hoop dat van die solidariteit toch iets overblijft. Wat we over onszelf te vertellen hebben wanneer we spreken met de rest van de wereld.

En misschien moeten we af van de gedachte dat we te bescheiden zijn. Dat zijn we niet. Want we blijven ons gebrek aan succes toeschrijven aan communicatief onvermogen, aan de moeite die we hebben onszelf te verkopen. Dat is en blijft een spijtige misvatting. Gebrek aan erkenning is vaak terecht. En zelfkritiek maakt gelukkig, omdat ze veranderingen ten goede toelaat. Zelfvoldaanheid doet dat niet. Dan blijven we zoals we altijd waren, terwijl de wereld rondom ons verandert. En worden we bang.

(De auteur is rector in Leuven.)

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele themaā€™s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen