De haat-liefdeverhouding met justitie - Jan Nolf

Justitia, het is de naam van een deugd, een ideaal, en dus een droom. Maar spreek ‘Justitie’ in Vlaanderen uit en het klinkt als een vloek: de nachtmerrie van procedurefouten, de boosheid over vertragingen en de verbittering over onrecht.
opinie
Opinie

Veranderde justitie

Een halve generatie geleden was justitie iets voor juristen, en de minister van justitie was een soort brave notaris die kabbelend en koutend kantoor hield in een slaperig gebouw dat rook naar oud papier. De borstbeelden werden er geciteerd en de levenden gevouvoyeerd.

Vandaag is justitie van iedereen en ook de schietschijf voor iedereen. Enkel een niet-juriste kon nu geschikt zijn voor een job waartegen gejut, gejend en gejouwd wordt, allen tegen één als in een boksmatch zonder arbiter.

Woede om de justitie

De frustratie om justitie is gigantisch. Ze is meetbaar aan het – ook politieke – succes van een emo-film als ‘Het Vonnis’ waar een vrijgeleide voor afknallen de finale boodschap wordt, want omwille van die procedureprullen halen we ons recht toch niet meer. Laat het dan wraak zijn.

‘Streng en rechtvaardig’ is iets wat we enkel nog associëren met de ‘Rechtvaardige Rechters’ met Jo Vandamme, Jean Blaute en jawel ook Jan Verheyen. Hun lijflied “Streng, maar rechtvaardig. Niet te zachtaardig. Streng... het moet!” is nochtans populairder dan ooit, maar er is een verschil.

De nadruk ligt nu op ‘streng en hard’, liefst keihard, en niet meer op ‘rechtvaardig’. Die messcherpe boodschap werd in deze korte legislatuur driftiger dan ooit vertaald in steeds nieuwe en altijd straffere straffen.
Het loont nochtans nauwelijks. De bliksems om justitie blijven dagelijks op de minister inslaan en het wantrouwen over magistraten piekt.

Een ontbrekende handtekening,...

Dat zijn inderdaad ook al te vaak falende onderzoeksrechters die huiszoekingsbevelen vergeten te tekenen, raadkamers die aanhoudingen fout verlengen, parketten die onderzoeken te traag uitvoeren en rechters die zowel vrijspraken als veroordelingen niet begrijpelijk uitgelegd krijgen. Op de koop toe is niemand ooit voor dat blunderboek aansprakelijk, zelfs de Belgische Staat niet voor de schade die vader Lambrecks claimde. Dat laatste vonden dan uiteraard ook weer die onaantastbare rechters over hun aanpak van het Dutroux-drama, en de cirkel is rond.

Als rechters dan eens géén procedurefouten zien, is het ook niet goed, zoals de hetze om de fiscale visitaties de voorbije dagen illustreerde. Dat was dan wel juridisch correct, maar niet “rechtvaardig”. Dus veranderen politici de wet – althans beloven ze het in dat geval. De volgende krantenkop na de hervorming is dus al voorspeld. Summa ius, summa iniuria, of ‘hoe meer regeltjes, hoe groter het misbruik’.

De dwangbuis van de letter van de wet

Justitie faalt dagelijks in de politieke vertrouwensstemming. Die publieke afkeer wordt het betonrot van het juridisch systeem en een andere methode boort dan de bouwvallige façade van het Poelaertplein binnen.

Dura lex staat voor de letter van de wet. Rechters worden dan herleid tot ‘la bouche de la loi’, blinde vonnismachines die tot in het detail voorgeprogrammeerd zijn en nauwelijks nog marge overhouden.

Dat vertaalt zich in een steeds enger verkokerd strafrecht met telkens hogere minimumstraffen en nog gedetailleerder procedureregeltjes. Dat draaiboek wordt uitgeschreven door de wetgever als plaatsvervangend rechter met afstandsbediening. Sturende betutteling: het heeft iets van een intellectuele enkelband voor magistraten.

Het gif van dat wantrouwen gaat zo ver dat het ook rechters onderling moet besmetten: een treffende illustratie daarvan is de strafuitvoeringsrechtbank waar sinds de Wet Martin in zware gevallen niet drie, maar vijf rechters moeten oordelen, en voor vrijlating daarenboven nog unaniem ook. Voor iedere magistraat zijn er daar dus vier die hun collega bewaken, een verhouding die zelfs veel politiekonvooien voor gevangenen niet halen.

Het geroep in Malonne

Benieuwd of de niet-comprimeerbare straffen het volgende regeerakkoord halen, want de vorige keer was het al nipt. Dan schaffen we gewoon af wat nog van de Wet Le Jeune overblijft: ‘30 jaar is dan 30 jaar’, zoals in Malonne gescandeerd werd.

De letter van de wet wordt dan een cijfer en over de geest van de wet moet geen enkel rechter zich nog buigen, want dat is dan zijn job niet.

Het gevaar van de onafhankelijke rechter

Vermits de geest van de wet terug in de fles gestopt werd wegens te gevaarlijk in het hoofd van een onafhankelijk denkend rechter, kunnen we meteen ook beter besparen op rechters zelf. Die verdwijnen nu al steeds vaker van de scène waar de échte beslissingen vallen.

De Afkoopwet is de ideale remedie tegen het procesrisico en de koudwatervrees van het parket: hier geen interpretatiekwesties noch procedurefouten meer, want geen publiek debat over onrecht en fout. Enkel wordt nog gemarchandeerd over hoeveel het mag kosten volgens de verkoopcataloog van de Omzendbrieven. Justitie ligt dan heel het jaar door in de solden, al is dat in het donkerste hoekje van haar winkel. Daar rinkelt de kassa discreet en zoals bij winkeliers in centennood, voor een haastige habbekrats.

Processen kunnen nochtans lonen maar parketten brengen steeds minder zaken voor de rechter (DS 27 maart).
Ter vergelijking: toen de Duitse justitie de door Hoeness aangeboden transactie à 3,5 miljoen weigerde en voor een proces koos, bleek dat de Bayern München voorzitter 28,5 miljoen belastingen ontweken had.

Het kleine grut betaalt het gelag

Het publieke vertoon blijft er voor de kleine garnaal. Die krijgt dan – soms met draaiende camera als publiciteit voor de harde tantes van justitie – de les gespeld. Justitie slaat dan nagels met krantenkoppen: “rechter haalt hard uit naar... “ en “rechter niet mals voor...”. Het volk is gerustgesteld, want recht is streng geschied.``

Welke geest zit achter die aanpak ? Is dat rechtvaardig ? Wordt Vlaanderen daar veiliger van ? Of maken we ons maar wat wijs ?
Rechtvaardigheid duldt geen tweesporenjustitie. Het verschil tussen de trage en foute leveringen in de supermarkt justitie en de luxe van de boetieks voor klanten van de Afkoopwet is wraakroepend.

Maar die diabolisering heeft ook irrationele kantjes. Zoals onveiligheidsgevoelens ook blijven stijgen met meer blauw op straat, zal justitie steeds slechter scoren als we ons ook niet fundamenteel bezinnen over het soort ‘gerechtigheid’ wat we willen en wat we daar voor over hebben – of niet.

"But is it fair?"

Willen we wel rechtvaardigheid, of zijn we daar te ongeduldig voor. Snelrecht en hyper-snelrecht, het kan voor iedereen: het volstaat van schuld uit te gaan, alternatieven uit te sluiten, en tarieven toe te passen. Justitie als veredeld GAS-boete-shoppingcenter: dan falen we zelf.

Of bouwen we basisrechten beter in, met redelijkheid en billijkheid voor iedereen. Laten we rechters ruimte geven voor een actief beleid boven de lettertjes. Zodat de finale vraag deze wordt, waarmee opperrechter Warren pleiters in de Supreme Court telkens mee onderbrak: “but is it fair ?”.

Vergeet inderdaad de kleine procedurelettertjes van Napoleon, de superannexist waar Poetin bij verbleekt. Ga tot de basisrechtvaardigheid terug om opnieuw vooruit te gaan: de geest van vrijheid, gelijkheid, solidariteit.

Stem voor een ministerie van Justitia.

 

(Jan Nolf is erevrederechter. Hij publiceert op justwatch.be .)

 

 

 

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen