Leve de prins(es) - Gijs Kooken

Op 14 maart vertrekt er weer een grote economische missie onder leiding van prinses Astrid, dit keer naar Saoedi-Arabië en het Midden-Oosten. En - zoals altijd – loert de kritiek weer om de hoek. Zijn de missies te duur? Is de koninklijke familie er wel bij nodig? Is het niet beter om enkel nog gewestelijke handelsmissies op te zetten? En vooral, wat hebben KMO’s eraan?
opinie
Opinie
© Luk Collet

Want vergis u niet, economische handelsmissies zijn effectief een zaak van KMO’s en niet enkel van multinationals. Meer dan de helft van de deelnemers zijn zelfs KMO’s met minder 50 werknemers. Zo was 61% van de deelnemers in 2011 KMO, in 2012 en 2013 was dat ruim 50%.

Maar KMO’s hebben vaak geen wereldwijd netwerk of contacten met buitenlandse topindustriëlen, hoor ik u denken. In welke mate kunnen zij als kleine bedrijven in de slipstream van de prinses dan toch internationale contracten afsluiten? Wij hebben de KMO’s al vaak de vraag gesteld, Valerie Desmet van de faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen aan de UGent onderzocht het officieel in haar masterproef. Zij bevroeg 80 deelnemers aan prinselijke missies, ruim 50 van hen waren KMO’s.

86% gaat op prinselijke missie in de eerste plaats om de zichtbaarheid van het bedrijf of product te verhogen. 85% wil nieuwe contacten leggen. 6 op 10 wil een exporttoename naar het land in kwestie creëren of nieuwe klanten maken bij de Belgische bedrijven die mee op missie trekken. Netwerking met politieke organen in het buitenland is slechts voor een kwart van de deelnemers belangrijk.

Onbetaalbaar

Mooie objectieven, maar levert het ook iets op? Volgens twee derde van de bevraagden in elk geval wel. Drie kwart zegt nadrukkelijk dat het net dankzij de prinselijke missie is. Bijna 2 op 5 meent zelfs dat het behalen van de doelstelling zonder een prinselijke missie niet mogelijk was geweest.

Tot nu zijn er gemiddeld vier prinselijke economische missies per jaar. Wie voor minder pleit, moet dus beseffen dat Belgische KMO’s omzet gaan verliezen of op zijn minst een aantal exportopportuniteiten aan zich zien voorbij gaan. En of u nu fan bent van onze koninklijke familie of niet, feit is dat prinselijk bloed deuren opent. Vooral in landen met een koningshuis of waar traditie en hiërarchie een grote rol spelen. Denk maar aan Japan, Noord-Afrika of de Aziatische tijgers.

Akkoord, in notoire republieken als de VS of Brazilië valt men misschien niet achterover van een koninklijk bezoek, maar bij een Amerikaans bedrijf als Johnson & Johnson heeft een lid van het Belgische koningshuis meer impact dan een excellentie van een gewestregering. Of zoals Hans Hooyberghs, ceo van The Sniffers zegt: “Wij namen reeds deel aan 7 prinselijke missies, telkens voor moeilijkere markten. Inmiddels hebben wij in al die markten langdurige contracten lopen. Een introductie door de prins bij de top van Gazprom in Rusland bijvoorbeeld is onbetaalbaar.”

Een prinselijke missie is daarentegen wel betaalbaar. De vlucht en het hotel zijn voor eigen rekening, maar wel gesubsidieerd. De kosten voor de missiedeelname zelf zijn vrij bescheiden. In ruil kunnen bedrijven rekenen op afspraken op maat, toegang tot instanties die anders onbereikbaar zijn en deelname aan talloze recepties en netwerkmomenten met onbetaalbare contactmogelijkheden.

Open economie

Zijn de prinselijke economische missies in België op de meest efficiënte en kostenbewuste manier georganiseerd? Daar kunnen we over discussiëren. Zijn ze nuttig voor onze kleinere innovatieve bedrijven om zich op bestaande en nieuwe buitenlandse markten te introduceren? Heel zeker ja.

Al het gekrakeel over de zin of onzin van prinselijke missies is dus naast de kwestie. Ons land is vierde meest open economie ter wereld, na HongKong, Ierland en Singapore. We hangen af van de rest van de wereld, export en exportpromotie zijn cruciaal. En als onze bedrijven wel varen bij prinselijke economische missies, zoals uit het onderzoek blijkt, dan roep ik graag volmondig ‘Leve de prins(es)’.

(Gijs Kooken in attachè UNIZO Internationaal.)
 

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen