De traantjes van Theo Francken - Van Dievel Consulting

'Patron,' begon Dinska Bronska, 'zijt ge niet beschaamd!' Onze trainee alsmede prinses der Moldavische steppen had haar knuisten in haar zij geplant, een universele houding die verontwaardiging & afkeuring uitdrukt. 'De Vlamingen vechten bijna om in hun huis een vluchteling en nog liever een hele vluchtelingenfamilie te mogen opnemen, en gij geeft letterlijk niet thuis, gij laat uw villa liever verstoffen dan gastvrij te zijn, gij denkt dat ge er vanaf komt met twintig euro voor Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Hypocriet!' Dinska's ogen schoten vuur. Maar het leek me niet het moment om het erotiserende effect daarvan ter sprake te brengen.

Louis Van Dievel is senior writer bij VRT-nieuws en schrijver.

Mission impossible

Ik maakte instede aanstalten om een blik gemeenplaatsen open te trekken. U kent ze wel, die drogredenen: "Wij kunnen niet het OCMW van de hele wereld zijn" en "als die mensen oorlogsvluchtelingen zijn, waarom komen ze dan naar ons en blijven ze niet in de buurt van hun huizen?" Maar Dinska had zich reeds vertoornd omgedraaid. Op hoge poten verliet ze onze modeste villa, met een vingerknip sommeerde ze mijn junior partner tevens dobermann Brabançonne haar te volgen.
'Helaba, waar gaat het naartoe?' riep ik haar na, 'moet er niet gewerkt worden soms?'

Van Dievel Consulting was zonet door minister van Cultuur Gatz belast met een soort Mission Impossible: de publieke opinie laten geloven dat het zachtjes de nek omdraaien van de openbare omroep tot een betere wereld zou leiden. Het zou alle hens aan dek worden voor VDC.
'Verzin uw leugens maar zelf,' riep Dinska over haar schouder, 'wij gaan soep koken voor dolende Syriërs.'
Die zat.

Een eigen bureau

De sneer van Dinska Bronska bracht mij evenwel op een idee.
Ik belde met Fedasil.
''t Is voor 't volgende,' zei ik toen ik eindelijk een leidinggevende aan de lijn had gekregen.
'Maak het kort,' zei de man korzelig, 'wij zijn wat overvraagd.'
'Volgende week,' kwam ik rap tot de kern van de zaak, 'komt er plaats vrij bij de VRT en kunnen daar een dikke 230 vluchtelingen worden ondergebracht; ieder krijgt een eigen bureau, een sofa en een privé-ijskast. Plus een eigen parkeerplaats dicht bij de lift naar de cafetaria. Als dat geen offer you can't refuse is!'
Ik was content over mijn eigen. Ik verzweeg zedig dat het VRT-gebouw niet alleen van buiten op een uitgewoonde DDR-woonkazerne begint te lijken.
'Als het daar zo goed is bij de VRT,' schimpte de leidinggevende van Fedasil, 'waarom blijft ge er dan niet werken?'
F**k, die zat eveneens.
'Daarbij,' vervolgde de Fedasil-mens, 'onze vluchtelingen zijn van het avontuurlijke type, zij verkiezen kamperen in de gezonde buitenlucht boven een onpersoonlijk verblijf in een semi-overheidsgebouw. Of in een hotel.'

Zindelijk en hoog opgeleid

'Nog iets? wilde de man weten.
Ik voelde dat hij een einde wilde maken aan het gesprek.
'Van Dievel Consulting wil graag vijf vluchtelingen opnemen' flapte ik eruit, 'als ze tenminste zindelijk zijn, hoog opgeleid en het Nederlands behoorlijk machtig.'

'Dat is nu jammer,' antwoordde de leidinggevende op oprecht spijtige toon, 'Bart De Wever is geen vijf minuten geleden met de laatste vluchtelingen uit die categorie de deur uit. Wouter Beke heeft er vanmorgen vroeg een klein dozijn mee naar huis genomen, Gwendlyn Rutten idem dito. En er is een wachtlijst. Fiscale vluchtelingen kan ik u wel leveren, die zijn niet zo in vraag.'

'Fiscale vluchtelingen, komen die ook in aanmerking voor asiel?'
'Het gaat om kwetsbare lieden die door de rode regimes in hun land tot wel 60 % worden belast op hun luttele vermogens,' legde de leidinggevende uit, 'ook zij hebben recht op een liefdevol onthaal, liefst in gezinsverband. Maar ik geraak er maar moeilijk vanaf, bij wijze van spreken uiteraard.'

'Hebt ge misschien nog een vervolgde schrijver of een niet al te erg gefolterde pianist of zo in stock?' drong ik aan, 'een lichtbruin huidskleurke is geen probleem, als u begrijpt wat ik bedoel.'
'Helaas,' we hebben enkel nog mensen van wie het huis is gebombardeerd, of in brand gestoken, gezinnen die onderweg zijn beroofd, van wie de kleine kinderen zijn gestorven en de dochters zijn verkracht. En qua huidskleur gaande van chocoladebruin tot gitzwart. De vluchtelingen die gij zoekt, zijn alleen nog op de zwarte markt te vinden.'
'Op de zwarte markt?' kreet ik vertwijfeld.
Tuut tuut zei de telefoon.

Een zwarthandelaar

Ik besloot eens tot aan de straatkant te wandelen, misschien liep ik wel met stom geluk een geschikte asielzoeker tegen het lijf. Zouden ze in Syrië ook in de sector van de gebakken lucht bedrijvig zijn, vroeg ik me af. Dat was toch een teken van beschaving. Ik was nog geen vier eiken gevorderd in de lommerrijke (edoch reeds zachtgeel kleurende) dreef die naar mijn modeste villa leidt, of vanachter een allochtone Amerikaanse vogelkers sprong een louche uitziend personage te voorschijn, getooid met een Batman Cape en een Zorro-masker.

'Psst,' fezelde hij in de stijl der echte zwarthandelaren, 'verse vluchtelingen, proper op hun eigen, universitair geschoold, bescheiden, werklustig en - last but not least - bijna blank! En helemaal niet duur!'
Ik snoof verontwaardigd. Aan dit soort mensenhandel wilde ik mijn medewerking niet verlenen.

De fel geplaagde Theo Francken

Een weinig verder zat in de graskant, met het hoofd kommervol in de handen, en met vochtige ogen, de staatssecretaris voor Asiel, de fel geplaagde Theo Francken. Ik hurkte naast hem neer, legde bemoedigend een hand op zijn schouder.

'Van Dievel,' sprak hij met schorre stem, 'ge weet hoe ik ben: ruwe bolster, blanke pit. Maar nu zit ik helemaal klem. Mijn hart zegt dat we die sukkelaars met alle middelen moeten helpen, mijn kiezers zeggen dat ik ze cito presto en desnoods met geweld moet terugsturen naar Islamistan. Wat moet ik doen? Weet gij het?'
'Hebben uw kiezers dan geen hart?' peilde ik.
'Toch niet op het internet,' zuchtte Theo Francken, ' en 't is daar dat mijn kiezers hun ziel blootleggen.'

Hier linksaf, mannen!

Op dat moment draaide een karavaan van wel duizend vluchtelingen te voet de Heibloemlaan in en wendde de steven resoluut in mijn en Franckens richting.
'Voilà,' zei Francken zonder een spoor van leedvermaak of ironie, ' nu ben ik eens curieus wat ge gaat doen.'
Alreeds was het vluchtelingenpeloton tot op honderd meter genaderd. De karavaan werd vergezeld door cameraploegen van de VRT, van VTM, Reuters, AP, TV Vaticaan en Al Jazeera. Door de wijkagent van Heide. En door Dinska Bronska en Brabançonne.
'Hier linksaf mannen,' riep collega Steven De Craene van de VRT, wijl hij naar de ingang van de al eerder genoemde lommerrijke dreef wees.
'Pardon!' poogde ik hen tegen te houden, Duitsland en Engeland zijn rechtdoor, niet linksaf!'
Maar er was geen houden aan.
Geen drie minuten later was mijn modeste villa veranderd in een vluchtelingenkamp. Het Rode Kruis deelde voedsel en drank uit. Mijn antieke meubels werden naar buiten gesleept, op een brandstapel gegooid en vervangen door veldbedden. En om klokslag één uur brachten alle aanwezige journalisten - twee dozijn inmiddels - live verslag uit over de verrassende nieuwe wending in de vluchtelingencrisis. Steven De Craene hield mij stevig vast bij mijn mouw, zodat ik niet onder een interview uit zou kunnen.
Knarsetandend verklaarde ik dat de vluchtelingen uiteraard zo lang konden blijven als nodig was en dat solidariteit voor Van Dievel Consulting geen loos begrip was.

Meest gelezen