Rood of geen brood! - Van Dievel Consulting

Deze keer gaan ze mij niet liggen hebben, had ik mijzelf voorgenomen. De laatste keer dat de rode vakbond aan de fraaie gietijzeren poort van mijn modeste villa actie had gevoerd, waren er ruiten gesneuveld, had mijn perfecte gazon eruit gezien als de wei van Rock Werchter, the day after, had de gemeente overuren & kwetsuren van het lokale politiecorps gefactureerd en hadden mijn geburen een petitie gestart wegens overlast en ontwaarding van hun poepsjieke en spuuglelijke landhuizen. Alsof VDC een kinderkribbe runt! En was de neutrale reputatie van ons bedrijf ferm geschaad. Alsof VDC met het patronaat zou heulen!

Er kon mij niets gebeuren

Vrolijk wapperden in de tuin de rode vlaggen in de zachte lentebries. Zachtjes brandde in kleurige olievaten een vuur op zonne-energie. Lieflijk weerklonken uit de luidsprekers fijnbesnaarde strijdliederen als daar zijn “Wat zullen we drinken, zeven dagen lang” & “Vooruit kameraden, vivat de vakbond!”

Op een spandoek aan de gevel van Huize VDC prijkte in (diervriendelijk geteelde) koeien van letters: “NEEN AAN DE ONTMANTELING DER OPENBARE DIENST!” Alsmede: “WELKOM KAMERADEN VAN DE ACOD!”

‘Vrienden,’ had ik mijn medewerkers Dinska Bronska en Dobermann Brabançonne toegesproken, ‘staak gerust, zoek u een goede betoging, maar maak het niet te bont alstublieft, gooi niet met grote stenen, steek enkel BMW’s en Mercedessen in brand als ge wilt. En maak uzelf onherkenbaar als ge uzelf toch niet kunt intomen. Ik wil uw foto niet in de gazet zien staan.’
Ik had niet de blik van verstandhouding gezien die Dinska en Brab uitwisselden.

Er kon mij niets gebeuren, dacht ik.

Qué pasa?

Er gebeurde ook niets. De uitgestalde gezonde broodjes werden wak. Het biologische wortelsap begon te gisten in de middaghitte. De fiere rode banieren hingen slap. De steeds weer herhaalde strijdliederen begonnen op mijn zenuwen te werken. De ordedienst die ik had ingehuurd van een vredelievende one percent motorclub stond rechtop te slapen. Ik kreeg kramp in mijn kaken van de sympathieke brede lach die ik in stand poogde te houden.

Maar enfin, vroeg ik mijzelf op de duur luidop af, waar zijn al die stakers? Had Stefke Wauters in het middagnieuws op VTM niet getoeterd dat het land algeheel lam lag en dat de revolutie nabij was!? Ik ging kijken in de lommerrijke dreef die naar onze modeste villa leidt. Een overijverige merel wierp een klein wolkje stof op. Meer bewoog er niet. Ik liep verder, naar de straatkant, waar ik op de facteur botste.
‘Ha Firmin, zijt gij soms van de katholieke bond dat gij niet staakt?’ probeerde ik hem op humoristische wijze een stil verwijt te maken.
‘Staking?’
Veinsde Firmin of viel hij werkelijk uit de lucht?
‘Dat is het eerste dat ik daarvan hoor, meneer Van Dievel. Bij ons op de post werkt iedereen. We zijn hier niet in ’t stad hé.’
Waarna de postbode fluitend verder fietste, na mij met reclameblaadjes, rekeningen en fanmail voor Dinska Bronska te hebben overladen.

Met de stoomfluit

Och, troostte ik mijzelf, het spoor zal wel lam liggen. Op dat eigenste moment kruisten twee treinen elkaar met veel misbaar van hun stoomfluit.
De slagboom aan de Kinderwelzijnstraat bleef wel een kwartier gesloten, zoveel treinen passeerden er. En allemaal waren ze goed gevuld met arbeidzame lieden op weg naar of op terugreis van hun werk in de openbare dienst.
Enfin, dacht ik, er moet hier toch ergens gestaakt worden? Kalmthout behoort toch tot de bewoonde wereld? Ik begaf mij naar het hoofdkwartier der gemeentediensten.
‘Dag Lowie!’ spraken de loketbedienden mij unisono en allerhartelijkst aan, ‘moet ge niet werken vandaag?’
‘Ik staak,’ mompelde slecht gehumeurd.
‘Mannen!’ riep de chef de bureau, ‘ we hebben er ene gevonden!’
Waarna ik met bloemen werd overladen, gekust, geknuffeld en gefeliciteerd en er een papieren kroontje met "Je suis staker” op mijn hoofd werd gedrukt.
De burgemeester werd er bij geroepen. Inderhaast werd een oorkonde opgesteld die mij plechtig werd overhandigd. “Heden bestatigen wij dat de heer Van Dievel Lowie, inwoner dezer gemeente, het werk heeft gestaakt.” Getekend: "het dankbare gemeentebestuur."

Dinska Bronska Consulting

Welhaast depressief begaf ik mij naar de drankgelegenheid van de Sint-Jozefparochie, tevens het supporterslokaal van de lokale veldritkampioen Kevin Pauwels. Het terras en de achtertuin zaten stampvol luidruchtige personen, allen gehuld in rode jassen en getooid met rode petten van de rode vakbond, en allemaal in variabele edoch duidelijk zichtbare staat van beschonkenheid.

Mijn hart sloeg een slag over toen ik te midden van deze lieden Dinska Bronska en Brabançonne herkende. Mijn hart sloeg zelfs twee slagen over toen ik het spandoek “Dinska Bronska Consulting” ontwaarde, geflankeerd door vlaggen van Voka.
Ik moest zelfs fluks gaan zitten en naar mijn doosje met pillen grijpen, toen ik door twee kortgerokte hostessen –genre Autosalon – werd aangeklampt, en ik begreep met wat voor infame handel zij zich bezighielden, .

‘Zijt gij ook van de rode vakbond, oud manneke?’ vroeg de ene.
‘Als ge uw lidboekje inlevert, krijgt ge van ons tien drankbonnen,’ zei de tweede.
‘Voka trakteert!’

Hoe de rest van de stakingsdag verlopen is, kan ik mij helaas niet meer herinneren.

(Louis van Dievel is senior writer bij VRT Nieuws en auteur.)


 

Meest gelezen