Para's voor ons spaargeld! - Van Dievel Consulting

'Wie zegt u dat u bent?' De telefoonlijn was uitstekend maar het oorverdovende lawaai buiten maakte ieder normaal gesprek schier onmogelijk. 'Burgemeester van waar? Excuseer maar ik versta u werkelijk niet. Momentje.' Binnensmonds vloekend begaf ik mij naar de voordeur van onze modeste villa. Het moest gedaan gaan zijn met dat kabaal. Wat ik zag deed mij bijna in onmacht vallen. Een tank van het Belgische leger doorploegde het voordien nog perfecte grasveld. En bovenop die tank zat onze trainee Dinska Bronska, met een legerhelm scheef op haar hoofd, gilletjes van opwinding te slaken. Dat had allicht te maken met de militair aan wie zij zich vastklampte om niet van het pantservoertuig te vallen.

'Vuur!' riep die militair naar beneden, waar een andere, voor mij onzichtbare soldaat aan het stuur en aan het kanon van de tank zat. Ik liet mij ijlings op het gras vallen en bedekte mijn hoofd met mijn handen. Gelukkig - nu ja - was de loop van het kanon niet op mij of op onze modeste villa gericht en lieten slechts een inlandse eik, vijf berken en drie Corsicaanse dennen het leven - wijze van spreken, uiteraard - en ontstond er een begin van brand. Als ware ik een eenzame, dappere betoger op het Tien-an-Menplein in Peking, stelde ik mij op voor de tank. Die gelukkig net op tijd remde. 'Hey, zot!' riep de tankcommandant, 'subiet rijden we u nog plat.' Trillend van woede wees ik naar het verwoeste gazon, naar de smeulende boomstronken en naar de fraaie gietijzeren poort van onze villa die door de tank uit haar hengsels was gereden. De militair haalde zijn schouders op en trok Dinska Bronska wat dichter tegen zich aan. Collateral damage, zag ik hem denken. Wie veiligheid wil, moet daar een prijs voor betalen, vertelde zijn blik. Ik vervloekte het moment dat ik ja had gezegd op het aanbod van de nieuwbakken Nationale Veiligheidsraad om de maatschappelijke zetel van Van Dievel Consulting tegen een mogelijke terreuraanslag te beschermen.

Terreurdreiging in Haspengouw

'Sorry dat ik u heb laten wachten,' sprak ik in de telefoon, 'wie zei u dat u was?'
'De burgemeester van Gingelom,' sprak een aangename, zangerige stem aan de andere kant van de lijn.
Gingelom? Mijn hersens draaiden op volle toeren. Was dat geen dorp in Haspengouw? Ik wilde de oproeper al afschepen met de mededeling dat VDC niet aan gemeentepolitiek deed maar bedacht net op tijd dat het moeilijke tijden zijn, dat alle beetjes helpen en dat de stoof moet branden.
'Wat kan ik voor u betekenen, burgemeester?' vroeg ik dus instede.
'Het zit zo, mijnheer Van Dievel. Gingelom is maar een klein dorp, dat is waar, maar naar ons gevoel worden wij evenzeer door terreur bedreigd als de grote steden Brussel en Antwerpen.'
Bijna schoot ik in een onbedaarlijke lach.
'Ach zo,' sprak ik op zo neutraal mogelijke toon, 'en kunt u dat gevoel hard maken?'
'Er is een Arabier gesignaleerd in het dorp,' antwoordde de burgervader, 'ik heb hem zelf niet gezien maar Jean de beenhouwer wel. En Germaine die altijd aan haar raam zit in de Mielenstraat ook.'
'Eén Arabier maakt de lente niet,' had ik bijna gezegd.
Ik had de speaker van de telefoon ingeschakeld zodat mijn junior partner en dobermann Brabançonne mee kon luisteren en lachen.
'Wij hebben hier al jaren Sikhs over de vloer voor de perenpluk, maar deze was 100 procent zeker een Arabier, zegt Jean de beenhouwer.'
'Misschien heeft het opduiken van uw Arabier met het komende carnaval te maken,' poogde ik de burgemeester gerust te stellen.

Gij lacht ons uit

'Gij lacht ons uit! Juist gelijk het ministerie van Binnenlandse Zaken.' De stem van de burgervader trilde van verontwaardiging.
'Absoluut niet! Maar zijn er in uw mooie dorp mogelijke terreurdoelwitten?'
'Wij hebben een politiekorps, mijnheer Van Dievel, is dat niet genoeg soms? Die mensen durven al meer dan een week niet meer op straat te komen. Die leven ondergedoken. En ondertussen tiert de misdaad welig in Gingelom. Iedereen zegt het.'
'Oh ja?' zei ik. Ik begon het gesprek wat beu te worden.
'Enfin, ik heb natuurlijk nog geen cijfers van de politie want de politie werkt niet, maar ons algemene gevoel is er een van grote onveiligheid.'
'Maar wat verlangt u van Van Dievel Consulting, meneer de burgemeester?'
'Wij willen ook paracommando's om onze moedige politieagenten, de bevolking en haar have en goed te beschermen. En gij hebt een lange arm in de Wetstraat, dat weten zelfs wij in Limburg.'
'En hoeveel had u er gewild?' sprak ik op luchtige toon.
'Acht,' antwoordde de burgemeester doodernstig, ' twee bij het gemeentehuis, vier aan het politiekantoor, één voor de winkel van Jean de beenhouwer en één aan het nummer 16 van de Mielenstraat.'
'Bij Germaine?'
'Dat hebt gij goed onthouden.'

Spaarkas

'Ik zal voor uw zaak pleiten bij de Nationale Veiligheidsraad,' beloofde ik, wil mij nu excuseren want ik heb nog veel...'
'Wacht,' riep de burgemeester in de telefoon, ' er is nog iets, wij hebben ook een spaarkas in Gingelom, twee zelfs. En de vrouw van de gemeentesecretaris doet in verzekeringen en beleggingen. '
'En dan?' sprak ik ongedurig.
'Hebt gij minister van Financiën Van Overtveldt dan niet gehoord, mijnheer Van Dievel? Die heeft gezegd dat wij een aanslag op ons spaargeld mogen verwachten. En wij in Gingelom, wij zijn de beste spaarders van heel Haspengouw!

(De auteur is schrijver en senior writer bij VRT-nieuws.)
 

Meest gelezen