Een schijnheilig huwelijk - Van Dievel Consulting

'Het is ieder jaar hetzelfde liedje,' sprak ik gestreng tot mijn twee medewerkers. Mijn dobermann en junior partner Brabançonne en onze trainee Dinska Bronska bogen deemoedig het hoofd. Of veinsden eerder spijt en berouw, want ik zag vanuit mijn ooghoeken hoe ze steels veelbetekenende blikken uitwisselden. Ik wees op de kartonnen doos met kerstkaartjes die nog niet eens was opengemaakt, ook al was het intussen al de eerste dag van het nieuwe jaar. Erger nog: ik had de doos met kerstkaartjes aangetroffen onderin de stapel oud papier.

'Dat lijkt op plichtsverzuim,' wees ik Dinska en Brab terecht, 'of erger nog: het ruikt naar werkweigering.'
'Ach patron, wie schrijft er nu nog kerstkaartjes,' probeerde Dinska Bronska zich er nog op luchtige toon vanaf te maken, 'kaartjes zijn toch passé, net als sms'jes met nieuwjaarswensen.' Brabançonne zag evenwel dat het mij bloedige ernst was en stiet Dinska met zijn hondenelleboog aan, haar een waarschuwende blik toewerpend. 'We zullen er meteen werk van maken, patron,' beloofde hij, 'en het zal niet meer gebeuren.'
'Ik zal een handje helpen,' sprak ik op verzoenende toon.

Een eigen ontwerp

Wat later zaten wij met zijn drieën aan de keukentafel met de doos tussen ons in.
‘Patron,’ zei Dinska Bronska, ‘mag ik mijn gedacht zeggen over die kaartjes?’
‘Zolang het maar lovende woorden zijn,’ grapte ik.
‘Die kaartjes zijn smakeloos, en ik wik mijn woorden.’
Ze nam één kaartje tussen duim en wijsvinger en liet het op de vloer vallen.
‘Over smaak gaan we niet discussiëren, Dinska, en raap dat kaartje op, dat heeft geld gekost.’
Ik voelde mij danig op mijn teen getrapt. Uit besparingsoverwegingen had ik het kerstkaartje van VDC namelijk zelf ontworpen en ik was meer dan tevreden over het resultaat: een uiteraard vrolijke Kerstman die, gezeten op zijn luchtslee, een middenvinger opsteekt naar een lekke boot vol Afrikaanse vluchtelingen. In even vrolijke letters had ik daar de onschuldige slogan “Oost, west, thuis best!’ overheen gefotoshopt.
 

Smaken kunnen verschillen

‘Lachen met de miserie van andere mensen, ’t is schoon,’ mompelde mijn recalcitrante medewerkster.
'Wie daar aanstoot aan neemt heeft geen gevoel voor humor, Dinska,' wees ik haar terecht, ‘komaan, aan de slag.’
Mopperend zette ze zich aan het schrijven (in Moldavisch schoonschrift) van adressen en legde de enveloppen voor de snuit van Brabançonne die met zijn sonore dobermannenstem de naam van de geadresseerde afriep. Op het kaartje voor de minder goede klanten (of slechte betalers) bracht hij middels een stempel een standaardwens aan, luidend:
'VAN DIEVEL CONSULTING WENST U IN 2015 (vul zelf in op het lijntje) TOE! '

'Zo engageert VDC zich tot niets,' doceerde ik op bazentoon, 'en wordt de klant ertoe geprikkeld na te denken over zijn eigen targets voor het nieuwe jaar.'

Dinska Bronska blies luidruchtig en rolde eens met haar ogen. Ik besloot  geen verdere aandacht  te besteden aan haar slechte humeur. De kaartjes voor de betere klanten, zij die een meer persoonlijke touch verdienden, schoof Brabançonne naar mij door.

Schrijfkramp

Twee uur en een venijnige kramp in de vingers later waren alle vijftienhonderd kaartjes geschreven.
'Van dat hypocriet gedoe zijn we gelukkig af voor dit jaar.'
Dinska Bronska kon haar ongenoegen over de opgelegde en volbrachte taak amper verdoezelen.
'Ik ga een luchtje scheppen,' kondigde ze aan, ‘een beetje stoom afblazen.’
'Zijn we niemand vergeten?' hield ik haar tegen. 'Heeft iedereen de boodschap gekregen die bij hem (M/V) past? Hebben we iedereen recht gedaan? Check dubbelcheck graag!'
'K**! en F****!'
Met een diepe zucht liet Dinska zich opnieuw op haar stoel vallen.
'Kom op, Dinska,' probeerde Brabançonne haar wat op te monteren, 'zo erg is dat toch allemaal niet. De stoof moet branden, dat verstaat ge toch?'
'Dinska,' wees ik haar scherp terecht, 'als ge niet in de kracht van de vrije markt gelooft kunt ge altijd bij de staat gaan werken.’
Er blonken tranen van machteloosheid in haar Slavische ogen. Ik maakte evenwel van mijn hart een steen.
'Dinska, in de wereld van de gebakken lucht zijn principes uit den boze, vergeet dat nooit,' predikte ik op pedante toon.
Nu was het Brabançonne die blies en met de ogen rolde.
'Brabançonne, als ge hier wilt blijven werken,' deed ik er nog een patronale schep bovenop, 'dan zou ik - als ik u was - mijn persoonlijke mening ondergeschikt maken aan de belangen van het bedrijf dat u een meer dan behoorlijk inkomen geeft.

Persoonlijke wensen

Het werd zo stil dat ik mijn eigen ego hoorde groeien.
Dinska Bronska en Brabançonne keken mij met grote ogen en met verbijstering aan. Wat was er in de anders zo sympathieke patron gevaren?, zag ik hen denken.
Ik was te ver gegaan, besefte ik maar net op tijd.
'Kom,' sprak ik vergoelijkend, 'die kaartjes zijn geen ruzie waard. We doen ze samen op de bus en daarna trakteer ik in de parochiezaal.'
Aldus geschiedde.
Toch had ik er beter aan gedaan om te volharden en al die wensen nog eens te controleren. Dat bleek 's anderendaags, toen ik bij het ontbijt een kwaaie telefoon kreeg van Theo Francken, staatssecretaris voor (of tegen) Asiel.
'Van Dievel,' riep hij woest, 'ik zou willen dat ge u niet bemoeit met mijn privéleven!'
'Pardon?' vroeg ik, geheel in de war gebracht door de overslaande stem van de staatssecretaris.
Pas toen hij - met trillende stembanden - de wens voorlas die ik een dag eerder eigenhandig op zijn kerstkaartje had neergeschreven viel mijn frank.

'VAN DIEVEL CONSULTING WENST U VEEL GELUK MET UW STRIJD TEGEN HET SCHIJNHEILIG HUWELIJK!'
 

(Louis van dievel is senior writer bij VRT Nieuws en schrijver.)

Meest gelezen