Op bedevaart naar de VRT - Van Dievel Consulting

‘Van Dievel, komen, en rap een beetje!’ Meer zei de stem aan de telefoon niet. Maar ik wist genoeg. Als ik op die toon naar VRT wordt gesommeerd is er str*** aan de knikker. ‘Vrienden,’ richtte ik mij tot onze trainee Dinska Bronska en mijn vriend, dobermann en junior partner Brabançonne, ‘als ik niet zou wederkeren, gaan al mijn bezittingen naar de fiscus. Maar mijn intellectuele nalatenschap is voor jullie.’ Blij dat ze waren.

Mijn personeelsbadge werkte nog. Dat was al iets. Twee struise heren van een privébewakingsfirma (die zijn naar het schijnt waakser dan eigen personeel) brachten mij met de snelle lift naar de hogere verdiepingen, alwaar de VRT-directie huist. In een vergaderzaal zaten ze (de 17 directeurs M/V) met sombere gezichten rond een tafel waarop een enorme kaasschaaf prijkte, alsmede een enorme bol jonge Edammer, klaar voor gebruik.

Gekissebis

‘Weet gij het, Van Dievel?’ nam een van hen - naar ik vermoedde de algemene hoofddirecteur ad interim - het woord, ‘want wij weten het niet, laat staan dat wij weten waar beginnen.’

‘Alle beetjes helpen natuurlijk,’ sprak directeur 2 mij met een vals lachje aan ‘we zouden kunnen beginnen met het schrappen van uw riante wedde.’

‘Met het schrappen van uw eigen salaris zouden wij al een eind verder op weg zijn,’ kwam directeur 3 tussenbeide, die duidelijk aasde op de functie van directeur 2, ‘waarom moet gij overigens twee auto’s van het werk hebben, ge kunt toch maar met één tegelijk rijden?’

‘Collega’s, het is niet het moment om rekeningen te vereffenen,’ sprak directeur 4, ‘in crisistijden moeten wij aan hetzelfde zeel trekken. Als er ergens niet op kan bespaard worden, is het wel op het directieniveau, kunnen we het daar over eens zijn?’

‘Ja, laten we ter zake komen, ‘zongen de directeurs 7,8 en 9 opgelucht in koor.

‘Wat zeggen ze?’ vroegen de directeurs die aan het eind van de lange tafel zaten en die niet goed konden horen wat er aan de andere kant werd bekokstoofd.

‘Dat uw directie bij de mijne wordt gevoegd,’ riep directeur 6 bij wijze van mopje naar directeur 9.

Excuseer als het allemaal wat ingewikkeld lijkt met die nummering, in werkelijkheid is het nog een stuk erger.

Out of the box

‘We moeten out of the box durven denken, collega’s!’ vermaande de algemene hoofddirecteur de rest van het college, ‘als we zelf geen besparingsvoorstellen doen komt Bart Tommelein de boel hier persoonlijk opkuisen!’

‘We zouden bijvoorbeeld de nieuwsdienst kunnen afschaffen, die kost ons stukken van mensen,’ stelde een directeur die zijn nummer onderste boven had opgespeld, ‘we zouden om 7 uur kunnen doorschakelen naar het nieuws van VTM, veel verschil is er toch niet tussen ons journaal en dat van hen. En dan hebben we volgens mij al meer bespaard dan de Vlaamse regering van ons vraagt.’
‘Interessant voorstel,’ gaf de algemene hoofddirecteur toe, ‘ik moet trouwens toegeven dat ik persoonlijk om 19 uur al eens weg zap van de VRT.’

‘Ha, u doet dat ook?’

‘We zouden alle nieuwe fictiereeksen kunnen schrappen en nog meer herhalingen kunnen uitzenden,’ deed directeur 15 zijn duit in het zakje.

‘Nog méér herhalingen, dat kan toch niet!’ was de unisono reactie.
‘Toch wel,’ hield directeur 15 vol, ‘en als het niet anders kan zenden we Slissen en Cesar opnieuw uit, of Schipper naast Mathilde.’

‘Of Johan en de Alverman!’ riep er een.

‘Of het Geheim van Killary Harbour,’ toeterde een andere.

‘We zouden Klara kunnen verkopen,’ stelde nog een andere directeur voor, ‘die zender is toch niet meer van Q-Music te onderscheiden!

Enfin, dat ging zo maar door. Iedereen had wel een besparingsvoorstel maar er zat geen lijn in. Laat staan dat het voortbestaan van de publieke omroep erdoor verzekerd was. Ik liet ze maar praten.

De nieuwbouw

‘Van Dievel, zegt gij nu eens iets,’ porde de algemene hoofddirecteur mij aan, ‘gij die altijd van die geweldige ideeën hebt.’

‘We zouden kunnen beginnen met het schrappen van de nieuwbouw,’ wierp ik in de groep, ‘waarom wij een nieuw gebouw nodig hebben terwijl het huidige nog geen 40 jaar oud is en bovendien door zijn lelijkheid tot het Vlaamse culturele erfgoed behoort, is mij een raadsel.’

Luid protest van iedereen. Ik had niet anders verwacht. Alsof de huidige DDR-achtige constructie ieder moment in puin kon vallen. Precies op dat moment donderde er een stuk door betonrot aangetaste façade naar beneden, gelukkig slechts bovenop een passerende zendwagen van de RTBF.

‘Oké,’ gaf ik toe, ‘we bouwen een nieuwe VRT, ‘maar dan moeten we het oude gebouw wel ten volle benutten.’

‘Hoe ziet gij dat?’ vroeg directeur 11.

Een nieuwe bestemming

‘Wij maken er een pretpark van,’ sprak ik boudweg.

Een pretpark. Ik zag hoe alle directeurs het woord op hun tong proefden. Er zat iets in, zag ik ze collectief denken. Maar wat?

‘Hoeveel duizenden Vlamingen komen er ieder jaar niet op bedevaart naar de VRT? Het is een retorische vraag!’ haastte ik mij te stellen toen ik zag dat directeur 13 (die blijkbaar verantwoordelijk was voor de bedevaarten) een PowerPointpresentatie in gang wilde zetten. ‘En wat krijgen zij te zien? Eigenlijk niets. Met wat geluk komen ze onderweg een Ketnetwrapper tegen of iemand die een bijrolletje speelt in een feuilleton of een ongeschoren en slecht geklede journalist. Terwijl Het Huis vol bekende mensen zit. Het kan toch niet moeilijk zijn om al die bekende TV-gezichten te valoriseren.

‘Ga voort, Van Dievel, we zijn geïnteresseerd,’ moedigde de algemene hoofddirecteur mij aan.

‘We vragen tien euro entree,’ begon ik, ‘met een kwart miljoen bezoekers per jaar brengt dat een schone cent op. Maar dan moeten we als VRT wel iets te bieden hebben. We laten de mensen de keuze: ofwel een geleide rondleiding door Frank De Boosere of Sabine Hagedoren of Frank of Simonneke uit Thuis, met aan het eind een gepersonaliseerd weerpraatje dan wel met verklapping van wat er in de volgende aflevering van Thuis zal gebeuren. Ofwel een vrije verkenningstocht: de mensen mogen echt gaan en staan waar ze willen en wanneer ze willen, ze mogen aanspreken wie ze willen. No limits. Ik denk dat we dan vooral succes gaan hebben met onze nieuwsdienst en Sporza , omdat iedereen wel commentaar heeft te geven op het Journaal of de mimiek van Martine Tanghe of op het kleedje van Catherine Van Eylen of het voetbalcommentaar van Filip Joos of op de articulatie van Johan Boskamp.’

‘Daar zullen onze mensen niet mee gediend zijn,’ maakte directeur 15 bezwaar.

‘Wel, het wordt tijd dat onze VRT-gezichten zich werkelijk ten dienste stellen van de bevolking,’ maakte ik komaf met die opmerking, ‘is dat niet de het wezen, de hoofdtaak van de openbare omroep? Gedaan met de Ivoren Toren die de VRT te lang is geweest!’

Over een toren gesproken

Zestien directeuren keken in spanning naar de reactie van de algemene hoofddirecteur. Toen die goedkeurend knikte, brak een geweldig applaus los. Van Dievel had het weeral geflikt, hoorde ik ze met gezonde naijver onder elkaar zeggen.

‘Collega’s van de directie’, verstoutte ik mij de stroom van loftuitingen te onderbreken, ‘wij moeten de opening van ons pretpark met een loeier van een feest luister bijzetten. Met een evenement waarover iedereen volgend jaar nog spreekt.’

‘Gij hebt zeker iets in gedachten,’ monkelde de algemene hoofddirecteur. Ik kon duidelijk niets meer verkeerd doen.

‘Wel, ik had het volgende in gedachten. Bij het woord ‘bedevaart’ denkt iedereen aan het vroegere Vlaamse massafeest aan de oever van de IJzer. Als we nu eens symbolisch onze VRT-zendtoren zouden opblazen – enfin, beschaafd maar toch spectaculair laten imploderen - dan legt zelfs het grootste kieken een band met onze rijke Vlaamse geschiedenis . En wordt ons rotversleten gebouw hier het nieuwe Vlaamse Memoriaal.’

Alle aanwezigen stonden paf, iedereen was werkelijk met stomheid geslagen, iedereen was overdonderd door zoveel sprankelende creativiteit.

En dan had ik mijn sterkste troef nog voor het laatst bewaard.

‘En we noemen ons pretpark “Bourgeoisland”.’

Meest gelezen