Sire, er zijn geen dappere Belgen meer! - VDC

‘Meneer Van Dievel,’ vroeg de jonge koning, ‘mag ik u iets vragen?’ Ik zette meteen mijn stekels op; het zou toch weer niet gaan over het asiel dat ik aan zijn ouders en hun oude knecht had verleend. Maar het was alsof koning Filip mijn gedachten geraden had. ‘Nee nee, ‘ stelde hij mij gerust, ‘dàt probleem is opgelost. Ik zou u willen vragen om naar mijn paleis te komen om een handje te helpen bij de regeringsvorming.’

Ik wilde opmerken dat hij toch zijn kabinetschef, de stugge Westvleut Frans Van Daele had om zijn hand vast te houden, maar op dat ogenblik zag ik hoe Albert, Paola en Vincent Pardoen zich met een kartonnen valiesje in de hand naar de poort van onze modeste villa haastten, waar een autobus van Reizen Lauwers met draaiende motor stond te wachten. ‘Het Zwarte Woud, meneer Van Dievel,’ sprak de jonge koning in de telefoon – alsof hij kon zien wat ik kon zien -, ‘daar zijn ze nog nooit geweest. Ze verblijven een hele maand in Gasthof Sehnsucht, met volpension.’

Panini-album

Een goed uur later stonden onze trainee Dinska Bronska, mijn junior partner en dobermann Brabançonne en ikzelf op ons paasbest in de troonzaal van het Paleis in Brussel, alwaar de jonge koning net zijn gade aan het expliceren was hoe dat in zijn werk ging, het vormen van een regering.
‘Maar Filip toch, ‘ hoorde ik de koningin met een van bewondering overlopende stem vragen, ‘hoe houdt gij toch al die politici uit mekaar? Als die naar de coiffeur zijn geweest lijken die allemaal op mekaar, mijn gedacht.’ ‘Aha!’ antwoordde de soeverein trots, ‘daar heb ik een truc voor.’ En hij haalde vanachter zijn troon een Panini-album tevoorschijn, waarin hij in plaats van voetballers, foto’s van de meest courante en vooraanstaande politici had gekleefd én de partij waartoe ze behoorden, maar ook – en dat sierde de vorst - ook die van de backbenchers, plaatsvervangers en nieuwelingen. ‘Flup, ge zijt geweldig!’ zuchtte de jonge koningin gelukzalig, ‘bij u is het land toch echt wel in goede handen.’

Gevleid en toch ook enigszins geambeteerd door zoveel lof (waar andere mensen bijstonden) kuchte de jonge koning eens en maakte zijn gade met een discreet gebaar duidelijk dat haar aanwezigheid niet langer gewenst was. ‘Wat een schoon completje draagt gij,’ wendde ze zich – duidelijk op haar teentje getrapt -nog even tot Dinska Bronska, ‘zeker van Spullenhulp?’

Toegevoegd aan de hofhouding

‘Wat is het probleempje, sire?’ wilde ik vragen toen een lakei de deur open zwierde, eens met zijn staf op het versleten parket bonsde, en de komst van de koninklijke informateur aankondigde. Waarop deze ook daadwerkelijk verscheen.
‘Van Dievel, wat doet gij hier?’ De mond van Bart De Wever viel werkelijk open van verbazing.
De jonge koning raadpleegde bliksemsnel zijn Panini-album om er zeker van te zijn wie hij voor zich had.
‘Dag meneer De Wever,’ sprak de vorst wijl hij houterig zijn hand uitstak naar zijn bezoeker, lichaamsdeel dat de bezoeker niet aannam maar tot onze grote verbazing in knielstand kuste, ‘meneer Van Dievel en zijn sympathieke vrienden zijn zonet toegevoegd aan mijn hofhouding. Als – en hier overwoog hij even de mogelijkheden –Eerstaanwezend Koninklijke Wegbereiders, voilà.’
‘Met bedrijfswagen, tankkaart en laptop?’ wilde Brabançonne weten.
‘Adjugé,’ sprak de koning mild.

Wat minder praats

‘En u denkt dat die paljassen u kunnen helpen?’ vroeg De Wever op zijn bekende hartelijke toon.
‘Vertel mij misschien eerst eens wat uzelf bereikt hebt,’ reageerde de jonge koning bijzonder gevat,’ staat uw centrumrechts kabinet in de steigers zoals u mij verleden week beloofde?’
‘Ja, praat ons eens wat bij, De Wever,’ voegde Dinska Bronska daar nogal brutaal aan toe. Haar nieuwe functie aan het hof leek haar uitstekend te bevallen. ‘We zijn benieuwd naar uw resultaten.’
Meteen had de informateur wat minder praats, zullen we maar zeggen. Het was allemaal zijn schuld niet, bezwoer hij de soeverein, het was de schuld van de tweezakken van het CDH.
‘Meneer De Wever,’ sprak de jonge koning, ik zit daar zeer verveeld mee, want ik heb de koningin verzekerd dat ik dat varkentje voor de nationale feestdag zou gewassen hebben. Hoe moet ik dat nu weer gaan uitleggen?’
’Ja, hoe moet zijne majesteit dat nu weer gaan uitleggen ?’ voegde Dinska Bronska er ongevraagd en vermanend aan toe.
'Waar moeit ge u mee?' deed De Wever verstoord. Wat hem dan weer een uitgestoken tong en opgestoken vinger van Dinska opleverde. Ah, dat temperament uit de steppen!
‘Ge kunt beschikken,’ besloot de koning na kort maar ingespannen te hebben nagedacht, ‘merci voor uw moeite.’

Potje breken, potje betalen

‘En nu, meneer Van Dievel?’ vroeg de jonge koning toen de gewezen informateur binnensmonds mompelend zijn hielen had gelicht, ‘de gewone flauwekul? Consultatie? Verkenningsronde? Aftasten? Verduidelijken? Sporen leggen? Sporen zoeken? Plooien leggen? Plooien gladstrijken? Masseren? Smeren? Interfereren? Desintoxiceren? Uitbalanceren? Nog eens Proberen? En op het laatst toch een Tripartite? Mijn vader was wild van tripartites, maar persoonlijk ben ik daar niet zot van. Ik heb al spijt dat meneer De Wever niet is geslaagd in zijn opdracht. Die meneer Lutgen is echt wel een rare snuiter, vindt u niet?’
Ik kon dat alleen maar beamen. Ardennezen zijn complexe lieden. Dat komt van dat leven in de ruige bossen en een teveel aan frisse lucht.
'Zou ik die meneer Lutgen tot nieuwe informateur benoemen, meneer Van Dievel? Potje breken, potje betalen.'
Wij gedrieën keken verrast op. Zoveel doorzicht, inzicht en uitzicht! Zoveel kennis van de Vlaamse spreekwoordenschat!
'Van Daele!' riep de vorst om zijn kabinetschef, 'zoek mij Lutgen!'
Vanachter een bloempot met varens kwam Frans van Daele te voorschijn. Nijdig keek hij in onze richting, wat hem een allercharmantste glimlach van onze trainee Dinska Bronska opleverde en het geblikker van het dobermannengebit van Brabançonne.

Spoorloos

Na een half uur, tijd die wij doorbrachten met genoegzaam kouten over de tactiek van bondscoach Wilmots, kwam Frans van Daele zonder kloppen de troonzaal binnengestormd.
'Lutgen is spoorloos, majesteit! riep hij met verwilderde blik en haren.
'Zoek mij dan maar Di Rupo,' commandeerde de jonge koning die net een 4-4-3 opstelling aan het verdedigen was, met Van den Borre en Lombaerts als oprukkende flankverdedigers.
'Di Rupo is verzwonden, sire!' Deze keer had Frans van Daele maar een kwartier nodig gehad.
'En Charles Michel ook!' was hij zijn werkgever te snel af.
Ook Kris Peeters en Wouter Beke en de Jogan en Gwendolyn Rutten bleken van de aardbol te zijn verdwenen, alsmede Koen Geens, Joëlle Milquet, Paul Magnette, la Onkelinx, de kleine Tobback en zelfs Guy Verhofstadt.
Een en ander begon op de zenuwen van het staatshoofd te werken.
'Van Daele, schakel de politie en Childfocus in, hang affiches uit. Laat de tv een opsporingsbericht uitzenden. Breng die onwilligen desnoods onder dwang naar het paleis en werp ze geketend aan mijn voeten.'

Ontstopper

'Dat is toch straf hé, meneer Van Dievel, dat niemand zijn vingers wil verbranden. Dapper zijn ze niet, onze politici. '
'Vroeger was het een eer om het land te mogen dienen,' viel ik hem bij.
Toen werd er op de deur van de troonzaal getokkeld.
'Ah!', wreef de koning zich in de handen, 'mijn kabinetschef zal toch een Chinese vrijwilliger gevonden hebben om een gouvernement te vormen.'
Maar het was Siegfried Bracke die in het deurgat verscheen.
'Ik verveel mij zo, sire, hebt u geen jobke voor mij?'
Zijn oogjes twinkelden vrolijk.
In zijn handen hield hij een rode rubberen ontstopper, bekend uit iedere badkamer.
 

(De auteur is VRT-journalist en schrijver.)

Meest gelezen