In de naam van de vader - Van Dievel Consulting

Andermaal was onze modeste villa in Kalmthout het toneel van een uiterst geheime bijeenkomst, zeg gerust samenzwering, niet tegen the powers that be  - het zou wat zijn - maar tegen Bruno Tobback, “slechts” Bruno Tobback, nu nog voorzitter van de zieltogende sociaaldemocraten. Andermaal stond mijn junior partner Brabançonne aan de fraaie gietijzeren poort om gewenste van ongewenste bezoekers te scheiden middels het vragen van het wachtwoord (“Wij spelen de finale!”) andermaal zat onze trainee Dinska Bronska met verrekijker en tweeloop op een gevorkte tak van de Amerikaanse eik naast de poort om de veiligheid en de heimelijkheid van de samenzweerders te verzekeren.

En de oude koning en zijn gemalin en hun trouwe factotum, zult u vragen, zijn zij niet langer uw gasten? Toch wel, maar om te voorkomen dat zij de complotteurs voor de voeten zouden lopen, of andersom, had ik het olijke trio Bert-Paula-Vince op de vliegende bus van Ryanair naar Madrid gezet om daar de troonsbestijging van de Infant Felipe bij te wonen, tussen de massa op het plein voor het koninklijk paleis evenwel, maar dat had ik er wijselijk niet bij verteld.

Met Fellaini-pruiken

Toen de duisternis viel was het met Fellaini-pruiken en tricolore schmink onherkenbaar gemaakte gezelschap compleet. Tenminste, dat vermoedde ik, want ook al kon ik uit uiterlijke kenmerken als een mottige baard, een socialistisch embonpoint, een lelijk kostuum, een zekere beenlengte, het dragen van een marcelleke, of een Gents accent, dat soort dingen, de identiteit van de samenzweerders min of meer afleiden, het bleef een gok. Behalve bij Yasmine Kherbache, als u begrijpt wat ik bedoel.

‘Kameraden’, vroeg ik een beetje stout, 'hoe kunt ge zeker zijn dat ge onder gelijkgezinden zijt? Voor hetzelfde geld bevindt het onderwerp van deze vergadering zich in uw midden. Hebt ge daaraan gedacht?’

Nee, dat hadden de sociaaldemocratische kopstukken en kopstukjes niet. Hoe konden ze gemoedsrust combineren met discretie? Het eindigde ermee dat ze een voor een hun naam in het oor van Dinska Bronska fluisterden, waarna Dinska - al dan niet na een nader lijfonderzoek of een check van het gebit – met een knikje te kennen gaf dat het om een bonafide intrigant ging.
 

Naar de oppositie?

‘Jogan, John, Maya, Freya, Yasmine, Daniël , Caroline, Monica en mindere goden ,’ kwam ik na deze omslachtige procedure ter zake, ‘als ik het goed begrepen heb zijn de dagen van de kameraad voorzitter geteld, zijn politieke dagen wel te verstaan.’
‘Hij heeft gefaald!’ riep er een. ‘Hij geeft geen leiding!’ riep een andere. ‘Hij wijst de weg niet!’ kreet een derde. ‘Hij begeestert niet!’ pleegde een vierde een germanisme. ‘ ’t Is zijn schuld dat we niets meer voorstellen!’ ‘Hij straalt niets uit!’ ‘Hij heeft het niet!’ ‘Hij ziet het niet! ‘Hij hoort het niet!’ ‘Hij voelt het niet!’

Ik liet ze naar hartenlust roepen, een beproefd therapeutisch middel.

‘Heeft de partij zich kapot geregeerd?’ vroeg ik toen het rumoer was verstomd, ‘zoals de kameraden Bonte en Van Velthoven hebben gesteld in een boekske? Moet de SP.A herbronnen in de oppositie?’
Neuuuuuuuuuh,’ weerklonk het na een secondenlange stilte eenstemmig, waaruit ik afleidde dat de burgemeesters van Vilvoorde en Lommel a) als kanonnenvoer waren opgeofferd en b) niet waren uitgenodigd om verder samen te zweren. Neenee, zo drastisch moest de remedie ook weer niet zijn. Met de inhoud, de koopwaar van de partij en haar verkozenen was er niks mis, het was de verkoper, de gerant, de voyageur die niet deugde. En daarbij, de bevolking zou in het verderf worden gestort zonder de SP.A in de regering, en welke rechtgeaarde socialist wilde dat nu op zijn of haar geweten.

Een charismatische leider

‘Gij zoekt dus een charismatische figuur die de partij weer op de rails kan zetten, richting 25 procent van de stemmen, gelijk in de goede oude tijd van eind vorige eeuw?’
Er kon over punten en komma’s geredetwist worden, zo bleek, maar in wezen ging het daar om. Er moest een nieuwe Stevaert komen, of een nieuwe Van Miert. Iemand die de Vlaming kon wijsmaken dat hij in het diepst van zijn gedachten een socialist is.
‘Heb ik daar in dat interview met Bonte en Van Velthoven de naam van vader Tobback niet horen noemen?’ peilde ik.
‘Zo bont moet het nu ook weer niet worden, ‘ zei een samenzweerster met lange benen en een kettingrokersstem, ‘dat was maar een boutade.’ ‘Den ouwe Toebak, stel u voor,’

‘Ha zo!’ bulderde een welbekende stem in de belendende kamer, zo luid dat de scharnieren kraakten en de ruiten trilden, ‘ ha zo ik ben maar een boutade!’
Het gezelschap in de knusse bibliotheek kromp ineen van de schrik. Hij was er ook! Straks moesten ze hem nog op het schild hijsen en tot nieuwe leider uitroepen.
‘Van Dievel, gij smeerlap! ‘ vertolkte de samenzweerder met de mottige baard het algemene aanvoelen.
‘Gij hebt ons verraden!’ voegde de intrigant met de Gentse tongval eraantoe.
‘Ik ben maar een meeloper!’ riep de complotteuse in het sexy marcelleke op meelijwekkende toon.
‘En ik ben onder valse voorwendselen meegelokt!’

‘Kameraden!’ Ik stak mijn armen bezwerend in de hoogte. ‘Het was maar een graptje om u scherp te houden. Het is niet wie ge denkt of vreest.’
De deur zwaaide open en Brabançonne kwam met een grijns van hier tot in Tokio de bibliotheek binnen.
‘Dag kameraden!’, baste hij met een stem die niet van die van Louis te onderscheiden was, ‘ik heb een nieuwe hobby: stemmenimitator.’

Het duurde een poosje voor de zenuwen gekalmeerd waren.
‘Ik had wel door dat het de echte Louis niet was,’ verzekerde de samenzweerder met het sexy marcelleke aan wie het maar wou horen, ‘ik deed maar alsof, verstaat ge?'

Niet meer zo dringend

‘Kameraden,’ zei ik, ‘we zijn nog geen stap verder. Wie kan zich opwerpen om de partij naar nieuwe successen te leiden? ’
‘Ik heb plots het gevoel dat het niet meer zo dringend is,’ vond de ene.
‘Ik moet er nog eens een paar nachten over slapen, ‘ zei de andere.
‘Het partijbureau is eigenlijk de aangewezen plek om onze kritiek te formuleren,’ zei een derde.
‘En we hebben volgende week fractiedagen, ik zal daar eens goed mijn gedacht zeggen.’
‘Hewel, ik steun u.’
‘Bruno is wel een schappelijke kerel, misschien stapt hij wel uit zichzelf op.’
‘Misschien vindt hij zichzelf opnieuw uit.’
‘Misschien ziet hij het licht wel.’
‘Hij mag zeker niet het gedacht krijgen dat we aan de poten van zijn stoel zagen.’
‘Dat zou de partij meer kwaad dan goed doen.’
‘Intriges enzo, dat is iets voor bij de liberalen, wij zijn toch allemaal kameraden.'

Als alles tegensteekt

Beetje bij beetje was het gezelschap richting uitgang opgeschoven. De namaak- Fellaini met een zeker embonpoint en een Oostends accent had de klink al vast.
‘Maar kameraden toch,’ poogde ik ze nog tegen te houden, ‘van uitstel komt afstel. Het momentum gaat voorbij zijn. Ik kan nu al met zekerheid het verlies van de steden Brugge en Gent voorspellen in 2018.’
Maar niemand luisterde nog.
‘Kameraden,’ riep ik de complotteurs nog na wijl zij reeds hun heil zochten in het duister, ‘ik heb de man die ge nodig hebt hier bij mij, hij was vroeger liberaal maar hij heeft zich bekeerd en hij staat te popelen om de SP.A nieuwe schwung te geven!’

Maar alreeds trok de laatste samenzweerder de fraaie gietijzeren poort van onze modeste villa achter zich dicht.

Ik haalde enigszins moedeloos de schouders op. Al die moeite voor nop.
‘Gaat gij ’t hem zeggen, patron?’
Ik ben de patron van VDC en dus nam ik de vier treden naar het opkamertje. Achter de deur hoorde ik hoe ons wit konijn “De Internationale” inoefende.
Ik klopte discreet en stak mijn hoofd naar binnen.
‘Sorry Guy,’ zei ik tot Verhofstadt, ‘er zijn van die dagen dat alles tegensteekt.’

(Louis van Dievel is journalist bij VRT Nieuws en schrijver.)
 

Meest gelezen